Beste Student!
Ben jij op zoek naar een uitgebreide samenvatting? Wil je graag uitleg en aanvullende informatie? Dat kan! Mijn samenvattingen zijn uitgebreid en volledig.
Deze samenvatting is geschreven op basis van het nieuwe curriculum waarmee de opleiding HBO Verpleegkunde aan de Hogeschool U...
Inhoudsopgave
Korte uitleg ............................................................................................................................................... 1
Samenvatting KT4: GGZ............................................................................................................................ 1
Zorgvragers met angststoornissen ....................................................................................................... 1
Zorgvragers met schizofrenie en andere psychotische stoornissen .................................................. 20
Zorgvragers met een depressieve stoornis ........................................................................................ 43
Coping bij ziekte, stress en gedragsverandering................................................................................ 50
Seksualiteit en seksuele anamnese .................................................................................................... 56
Korte uitleg
Beste Student,
In deze samenvatting vind je stof met betrekking tot depressie, schizofrenie, angststoornissen,
coping en seksualiteit. Deze onderwerpen moet je kennen voor Kennistoets 4 in het tweede jaar HBO
Verpleegkunde op de Hogeschool Utrecht, schooljaar 2016-2017. Omdat deze onderwerpen bij
elkaar geclusterd kunnen worden, heb ik een afzonderlijke samenvatting gemaakt voor alles omtrent
stoornissen (m.u.v. verstandelijke beperkingen).
Toch liever de volledige samenvatting van Kennistoets 4 waarin (vrijwel) alle onderwerpen aan bod
komen? Deze is ook beschikbaar.
Samenvatting KT4: GGZ
Zorgvragers met angststoornissen
1. De student weet wat een angststoornis is en wat niet
Lees ook gewoon in de samenvatting over angst en angststoornissen, maar het komt erop
neer dat angst een normale reactie is op een angstopwekkende prikkel. Bij een angststoornis
is er vaak sprake van een ongewoon heftige of langdurige angst, of angst zonder directe
angstprikkel.
2. De student weet het onderscheid tussen de verschillende angststoornissen
In de samenvatting hieronder staan de verschillende angststoornissen uitgewerkt.
Paniekstoornis
Agorafobie
Sociale angststoornis
Gegeneraliseerde angststoornis
Specifieke fobie
3. De student kan de prevalentie en incidentie van angststoornissen benoemen
• De lifetime prevalentie van angststoornissen is ongeveer 15%, bij een totale psychiatrische
morbiditeit van ongeveer 30%.
• Personen in NL 18-65 met angststoornis: 1.061.200
• Incidentie weet ik niet precies.
1
, 4. De student kent de mogelijke gevolgen van een angststoornis
• Kan je veelal redeneren: niet meer kunnen werken, niet naar school kunnen,
relatieproblemen, etc. etc. Specifiek heb ik ze ook benoemd bij de verschillende
angststoornissen in de uitgebreide samenvatting.
5. De student kan de verschillende diagnostische kenmerken van angststoornissen volgens de
DSM-V benoemen
• Zijn de boxen in het boek van Clijsen. Deze zijn heel uitgebreid en ik ga er van uit dat je deze
niet specifiek moet kennen voor de toets. Baseer je vooral op de kenmerken van de
verschillende angststoornissen.
Voor verdere specificatie zie boxen in uitgebreide samenvatting
6. De student weet de psychopathologie van angststoornissen
Psychopathologie: angststoornissen
Persoon
o Genetica
Omgeving
Levensgebeurtenissen
o Trauma
o Problemen met ouders
Beschermende factoren
Psychopathologie: angststoornissen
Risicofactoren voor het optreden van een angststoornis
2
, Persoon
o Genetische factoren
Tweelingenonderzoek = 30 tot 40 verklaard door genen
o Persoonskenmerken
Geremd temperament
Weinig sociale vaardigheden
Voortdurend zorgen maken
o Gezondheidstoestand
Voorkomen samen met andere psychische aandoeningen
Omgeving
o Sociale steun
Weinig sociale steun
o Eenzaamheid
Eenzaam voelen
o Opvoeding
Modelleren
Overbeschermende opvoedingsstijl weinig ruimte ontwikkeling
autonomie
o Hechting
Onveilige hechting kan angstsymptomen/stoornissen vergroten
Levensgebeurtenissen
o Verlies van iets of iemand
o Echtscheiding of dood van een familielid
o Emotionele verwaarlozing of seksueel geweld
o Ernstig trauma
Beschermende factoren
o Persoonsvariabelen:
Zelfwaardering
Geloof in eigen kunnen (self-efficacy)
o Copingstrategieën
Afleiding
Probleemgericht
o Sociale steun
7. De student weet wat de rol van de verpleegkundige is in de behandeling van
angststoornissen
Paragraaf 4.10 De rol van de verpleegkundige in de behandeling
In de behandeling en begeleiding van mensen met een angststoornis en/of obsessieve-
compulsieve stoornis is altijd een gedragstherapeut betrokken, die intensief samenwerkt met
gespecialiseerde verpleegkundigen.
Paragraaf 4.11 Cognitieve gedragstherapie
Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een vorm van psychotherapie.
o Het is een samenvoeging van twee psychotherapeutische methoden, te weten
cognitieve therapie en gedragstherapie.
De cognitieve therapie richt zich op het onderzoeken van het gedachtepatroon (de cognities)
en de invloed van deze gedachten op het gevoelsleven.
o Door middel van therapeutische methoden en technieken probeert men de
gedachtegang te beïnvloeden.
De gedragstherapie richt zich op het veranderen van het probleemgedrag.
3
, o De belangrijkste gedragstherapeutische procedure is de exposure en
responspreventie.
Exposure: blootstellen aan situaties die angst oproepen;
dit kan:
o Geleidelijk (gradueel)
o Ineens, waarbij de meest gevreesde stimuli langdurig wordt
aangeboden (flooding)
Het kan plaatsvinden in:
o de realiteit (in vivo)
o de verbeelding (imaginair)
o met behulp van dia’s/film, rollenspellen
Reponspreventie: de patiënt mag geen handelingen verrichten die de angst
doen zakken.
Bestaat uit afspraken over het niet-uitvoeren van veiligheidsgedrag
en het achterwege laten van vermijding.
4.12 De gedragstherapeutische relatie
Samenwerking staat centraal
o De patiënt en verpleegkundige gaan een verbond aan, gericht op een probleem van
de patiënt: probleemgerichte aanpak
De verpleegkundige maakt gebruik van behandelmethoden waarmee de patiënt cognities,
emoties en gedrag kan wijzigen.
o Patiënt maakt het zich eigen.
o Gestimuleerd tot zelfredzaamheid.
De verpleegkundige is
o Empathisch
o Begrijpend
o Vriendelijk
o Niet-veroordelend
o Motiveert en steunt de patiënt
Gedragstherapeutische relatie wordt ook wel ‘werkrelatie’ genoemd.
4.13 Verpleegkundige begeleiding en gedragstherapeutische behandeling bij patiënten met een
angststoornis
De richtlijn voor angststoornissen geeft cognitieve gedragstherapie als eerste keuze aan.
De volgende beschrijving van de verpleegkundige begeleiding en behandeling zal zich vooral
toespitsen op de behandeling van patiënten met een sociale angststoornis. De behandeling
bestaat uit verschillende fasen. Als eerste is het van belang de principes van de behandeling
uit te leggen. Vervolgens worden de klachten geïnventariseerd en wordt gestart met de
behandeling. De behandeling wordt afgesloten met het maken van een
terugvalpreventieplan.
4.13.1 Uitleg geven over behandeling en stoornis
De eerste stap in de behandeling van patiënten met angststoornissen is het geven van uitleg,
ofwel psycho-educatie.
o Voor het verloop van de behandeling is het belangrijk dat de patiënt begrijpt
waardoor de klacht in stand wordt gehouden en hoe deze door therapie kan worden
afgebouwd.
o Angst die ooit is ontstaan, kan verdwijnen angst wordt in stand gehouden door
het vermijden van angstige situatie patiënt geen mogelijkheid om te ervaren dat
4
, er gewenning kan optreden en dat angst kan zakken geen nieuwe corrigerende
ervaring
De volgende componenten staan centraal bij patiënten met sociale angststoornis:
o Negatieve gedachten over zichzelf en de situatie.
Ze stellen vaak hoge eisen aan zichzelf, waardoor voorafgaand aan de
situatie al angst ontstaat. anticipatieangst.
Rumineren: achteraf de situatie eindeloos terughalen.
o Verhoogd zelfbewustzijn.
De aandacht is in de situatie erg op zichzelf gericht, op de negatieve
gedachten en lichamelijke sensaties. Versterkt angstgevoelens.
o Vermijding en inadequaat veiligheidsgedrag.
Moeilijke situaties worden vaak vermeden of met veel angst doorstaan
veiligheidsgedrag; trucjes om zichzelf staande te houden.
Behandeling patiënten sociale angststoornis richt zich op verschillende componenten:
o Cognitieve therapie: wijzigen negatieve gedachten over zichzelf en situatie
o Taakconcentratie: aandacht anders richten.
o Gedragsexperimenten: angstige gedachten getoetst in werkelijke situatie.
o Exposure: veiligheidsgedrag en vermijding aanpakken
o Ontspanningsoefeningen: vooraf en in de situatie ontspannen
o Socialevaardigheidstraining: voorafgaand aan de situatie gedrag uit proberen
4.13.2 Inventarisatie van klachten
Na de uitleg kan worden begonnen met het inventariseren van de klachten,
angstinventarisatie.
o Patiënt moet een lijst maken met dingen die hij moeilijk vindt in kaart brengen
welke lichamelijke gevoelens en gedachten hij heeft voor, in en na de situatie en
welk veiligheidsgedrag wordt toegepast.
Inventarisatie kan confronterend zijn!
o Schaamtevol om angst te erkennen.
o Realiseren zich pas de volle omvang van de klachten als het op papier staat.
Belangrijke fase: werkrelatie opbouwen!
Na inventarisatie angsthiërarchie.
4.13.3 Exposure en responspreventie
Na inventarisatie en angsthiërarchie: exposure en responspreventie.
Gebruikelijk: beginnen bij minst moeilijke situatie.
Exposure:
o Belangrijk dat er dagelijks wordt geoefend
o Patiënt moet net zo lang in situatie blijven totdat de angst is gedaald.
o Dwangstoornis: goed af te spreken.
o Sociale angststoornis: langdurige blootstelling lastig!
Interacties zijn vaak van korte duur veelvoudig korte situaties opzoeken
Rol verpleegkundige:
o Afspreken van de oefeningen
o Patiënt motiveren om stappen te nemen
o Niet te moeilijk maken, om teleurstelling en demotivatie te voorkomen.
Begeleid oefenen:
o 1. Tijdens het oefenen motiveren en aanmoedigen. Rustig blijven en helpen
ontspannen.
o 2. Modeling: voorbeeldfunctie voor de patiënt.
5
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper michellebenschop. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,48. Je zit daarna nergens aan vast.