Urban Achievement in Early Modern Europe
Reflections and mediations on Antwerp, Amsterdam and London in their golden ages
Patrick O’Brien
Aan het boek hebben verschillende personen, met verschillende achtergronden mee gewerkt. Voorafgaand aan dit boek werden er
conferenties gehouden en ook die conferenties hebben bij gedragen aan de inhoud van dit boek.
Meta question van dit boek is, ‘Why do recognized and celebrated achievements, across several fields of endeavor, tend to cluster
within cities over relatively short periods of time?’.
Ofwel, ‘Waarom hebben erkende en gevierde prestaties, op verschillende terreinen van inspanningen, de neiging om zich in relatief
korte tijdsperioden binnen steden te clusteren?’.
- Deze vraag gaat in op bekende percepties van gouden eeuwen, belles époques, renaissances, restorations en andere cycli die
de geschiedenis van bekende Europese steden hebben gedomineerd. Wanneer we over bekende steden schrijven hebben we
het namelijk vaak over de ‘rise’, ‘decline’ en ‘revival’.
- Daarnaast verbinden wetenschappers hun case studies vaak met grand narratives over bijvoorbeeld urbanisatie en
staatsformatie.
Belangrijke sociale thema’s die nog niet vaak in de context van steden aanbod zijn gekomen en wel in dit boek besproken zullen
worden zijn gezondheid, veiligheid, educatie en het welzijn verzorgt door de staat.
Expliciet of impliciet zullen alle hoofdstukken ingaan op de bredere geschiedenis van politiek, welzijn en cultuur in vroegmodern
Europa. Maar met name het meta narratief van materiale progressie zal aan bod komen, omdat de groei en fluctuatie in welvaart van
de drie steden deel uitmaakt van een een bredere Europese (en wellicht globale) trend in de verstedelijking van samenlevingen,
culturen en economieën.
Londen, Antwerpen en Amsterdam zijn goede voorbeelden van mercantile imperial cities uit de periode na de middeleeuwen met
intra-Europese handel en internationale handel. Het waren centrale plekken.
Historici zijn van oudsher meer geïnteresseerd in het unieke. Desondanks kunnen er wel bepaalde ‘labels’ geplakt worden op alle drie
deze steden.
Methoden (p.7)
Meta history
- Braudel legde de grondslag hiervoor met zijn methode, waardoor er ook gekeken kon worden naar histoire longue durée
- Braudels model omschreef een lijn van successie waarbij de hegemonie van Antwerpen, naar Amsterdam en naar Londen
verschoof
- Vandaag de dag wordt de geschiedenis van steden binnen nog grotere meta narratieven geplaatst, waaronder in dit boek
Comparatieve histories
- In dit boek zal een vergelijking gemaakt worden tussen de steden Londen, Antwerpen en Amsterdam
- Is afkomstig uit de verlichting
- Wil orde scheppen
Theory
- Alle hoofdstukken bevatten ook theorie
- Het was lastig om te theoretiseren en te generaliseren
Problemen (p.10)
De auteurs stuitte op verschillende problemen
- De onzekerheid omtrent het begrip prestatie (achievement). Is prestatie een Eurocentrisch, genderd of politiek incorrecte
agenda voor historici om na te streven?
- Debat over het probleem van wat de juiste spacial units zijn voor de analyse van verschillende type historische
gebeurtenissen. Is stedelijk niveau wel het juiste niveau? Moet je soms niet juist breder kijken? Of juist meer inzoomen?
,Research and reflections (p.13)
Het onderzoek laat zien dat de prestaties op vijf domeinen van menselijk streven tijdens de gouden eeuw op bepaalde manieren met
elkaar kunnen worden verbonden en daarnaast kunnen deze prestaties ook worden verbonden aan de stedelijke instellingen en
historische chronologieën waaruit deze voortkwamen.
Notion of golden ages
- Wanneer beginnen ze? Waardoor eindigt een gouden eeuw? Cyclisch?
- Nederlandse en Belgische historici hebben niet zoveel moeite om een gouden eeuw aan te wijzen in Amsterdam en
Antwerpen, dan Franse of Engelse historici dat hebben voor steden in hun landen
- Belangrijk is wel om op te merken dat Amsterdam, Antwerpen en Londen al ver voor hun ‘gouden eeuw’ kapitaal, human
skill en organisatie hadden verkregen
Antwerpen, Amsterdam en Londen …
- Hadden een goede locatie, naast het water
- Goede transportatie netwerken
- civic/patrucian elites beheerden de politieke en administratieve instituties
- De gouden eeuw leek bij alle drie de steden vooraf te zijn gegaan en samen gegaan te zijn met ‘cultural reordering’
Golden ages lijken dus ‘path dependent’ te zijn.
Ook gedurende de gouden eeuwen zijn er overeenkomsten te zien tussen de drie steden
- Snelle bevolkingsgroei in de steden door vele immigranten. Die migranten brachten welvaart, kennis en contacten met zich
mee.
- De markt bood winstgevende mogelijkheden voor producenten
- Ect.
Themes
Part 1: introduction
Part 2: chapters on the economies of the cities
Part 3: chapters on architecture and urban space
Part 4: chapters on the links between the patronage on the one hand and production on the other
Part 5: chapters on books and publishing
Part 6: chapters on scientific and useful knowledge
Dit boek is een product van een collectief, interscipinair onderzoek.
,‘No town in the world provides more advantages’: economies of agglomeration and the golden age of Antwerp
Michael Limberger
Gedurende een groot deel van de 16e eeuw was Antwerpen een belangrijk commercieel en financieel centrum binnen west Europa.
Antwerpen, Amsterdam en Londen in hun gouden eeuwen hadden belangrijke overeenkomsten
- Havensteden op een belangrijk binnenland met eenvoudige toegang tot de zee
- Belangrijke centra van Europese handel en financiën
- Speelde een belangrijke rol als culturele centra
- Commerciele centra, met een grote rol binnen het internationale handelsnetwerk
Dit maakt de drie steden interessant voor een vergelijkend onderzoek.
In dit hoofdstuk
- Zal een korte samenvatting gegeven worden van de economische achtergrond van de gouden eeuw in Antwerpen en met
name over de belangrijke rol als centrum van de Europese economie gedurende de 16e eeuw
- Dan zal besproken worden in hoeverre Antwerpen een plaats van economische innovatie was en de logica hierachter
- Daaruit zal hopelijk een meer algemene hypothese volgen over in hoeverre een metropool zoals Antwerpen bevoorrecht was
om het centrum van economische successen te worden.
De uitbreiding van de langeafstandshandel rond 1500 is veel waarde toegeschreven in de Europese geschiedenis. De veranderingen die
hierdoor plaatsvonden binnen het Europese handelsnetwerk zijn het meest overtuigend beschreven door Fernand Braudel in zijn
systeem Économique monde européenne
- Het internationale, stedelijke kapitalisme vormt het hoogste niveau van economische activiteit
- The world of trade vormt het middelste niveau
- Het dagelijkse leven vormt de basis
Een van de centrale aspecten van économie monde is dat economische activiteiten zich concentreren en opeenhopen in een
dominerende plaats. Deze rol is vervuld door een aantal steden die elk een periode van Europese lange afstandshandel domineerden.
De oorsprong van de Europese wereldeconomie gaat terug naar de Middeleeuwen
- Bipolar structure: met venetië als de stad van het zuiden en Brugge als stad van het noorden
Aan het eind van de 15e eeuw nam Antwerpen de positie van Brugge, en tot op zekere hoogte van Venetië over.
- Portugal ging kruiden en specerijen vervoeren vanuit Afrika naar Antwerpen
Na een korte periode van commercieel primaat moest Antwerpen plek maken voor een andere pole urbain, Genoa (in elk geval voor
de financiële wereld). Pas later werd dit Amsterdam en nog later Londen.
Braudels visie, dat dominantie ging van Venetië en Brugge → naar Antwerpen → naar Genoa → naar Amsterdam, is een simplistische
visie.
Stages of Antwerps rise and fall as a commercial metropolis
Voorafgaand
- Antwerpen was al meer dan een eeuw aan het voorbereiden op haar leidende positie
- Late 13e en vroege 14e eeuw: markten van Antwerpen en Bergen op Zoom die dienst deden als een link tussen de Brabantse
stoffen industrie en Engelse wol import
- 15e eeuw: populatie en belang van Antwerpen groeide snel
- 1450: precious metals werden toegevoegd aan de Antwerpse markt door zuid Duitsland
Toen Antwerpen eindelijk de positie van Brugge overnam was deze transitie beïnvloed door zowel politieke als structurele factoren.
De economische factoren speelden een rol op de lange termijn.
Economische factoren
- Toenemende competitie vanuit Engeland wat betreft de cloth production
- Brugges onhandige positie wat betreft de steeds belangrijker wordende markten in centraal en zuid Duitsland
- Brugges gelimiteerde toegang tot grotere schepen
, Tot de jaren 1480 bleef Brugge wel de overhand hebben.
Politieke factoren
- Conflicten en de heerschappij van Maximiliaan van habsburg
- Het politieke centrum van bourgondisch nederland was verplaatst naar Brabant
- Toenemende vraag naar producten van hoge kwaliteit, wat gunstig was voor de markt
- The Flemish Revolt, waarna een grote groep handelaren besloten naar Antwerpen te verhuizen
1490 markeerde het begin van de periode waarin Antwerpen een metropool was, dit duurde tot ongeveer 1565. Gedurende deze
periode van 70 jaar kan Antwerpen het stedelijke centrum van de Europese economie genoemd worden.
Pas in 1585, met de Dutch Revolt en na het afsluiten van de schelde, begon de echte daling van de economie. In die periode van 20
was deze echter al gedaald, maar was Antwerpen nog wel van belang. Alhoewel dit veel minder was dan Amsterdam in diezelfde
periode en ook veel minder dan de stad zelf voorheen was geweest.
In de jaren 1520 was er sprake van een moeilijke periode in Antwerpen. Daarom is de bloeiperiode van de stad onder te verdelen in
twee periodes van groei, met elk een eigen functie en dynamiek.
Naast de driehoeksverhouding tussen de Engelsen, zuid Duitsers en Portugezen,waren ook andere handelaren van belang op de markt
van Antwerpen en Bergen op Zoom.
- Duitsers van de Rijn
- Italianen, Fransen en Spanjaarden
- Hollanders, Vlamingen en Brabanders
Antwerpen had op de markt de rol van een transit market, transitiemarkt. (plek waar verschillende handelscentra samenkomen). In het
begin had deze markt een periodisch ritme. Maar dit ritme nam af in de 1520s, vanwege:
- Politieke moeilijkheden voor een tijdelijke afname: oorlog tussen Charles V en Francis I, conflict tussen Duitsland en
Denemarken, duitse boerenoorlogen,
- De commerciële situatie veranderde: de venetianen omzeilden de portugese specerijen monopolie
In de tweede fase van Antwerpens metropool periode, tussen 1530s en 1566, was de rol van de transit trade minder belangrijk dan
gedurende de eerste fase. In plaats daarvan werden import en export vanuit de Lage landen belangrijker
- De heropleving van de italiaanse handel en de groeiende import van Amerikaans zilver door Spanje waren dynamische
factoren hierin
- De zuidelijke Lage landen speelden ook zelf een belangrijke rol, met name vanwege hun hoge kwaliteit fabrikanten en luxe
industrie
Antwerpen werd een van de leidende financiële centra in Europa
- Eerst alleen handel
- Daarna ook politieke financiën middels leningen. Duitse banken speelde hier een belangrijke rol in. Vanwege dit financiële
netwerk neemt Antwerpen in de werken van Braudel en Wallerstein een belangrijke rol in.
Het Spaanse faillissement in 1557 vormde daarom een omslagpunt voor Antwerpen als urban pole. Alhoewel Antwerpen haar
economische dominantie tot 1560s behield, zorgde het verminderde belang van de Duitse financiers ervoor dat de financiële
markt van Antwerpen achteruit ging en de stad minder aantrekkelijk werd.
The Dutch Revolt markeerde het einde van de periode van economische boom in Antwerpen. Dit zorgde voor allerlei obstakels
waardoor Antwerpen geen voordelige plek meer had als markt plek. Dit betekende echter niet dat de stad gelijk helemaal niet meer
van economisch belang was. Alleen op Europees niveau had Amsterdam de overhand gekregen.
Improvements and innovations
De kwestie van economische prestatie is een centraal thema in de historiografie van Antwerpen. Of de gouden eeuw sociale voordelen
had is nog de vraag, maar de meeste onderzoekers zijn het erover eens dat de kwantitatieve groei van de Antwerpse markt leidden tot
belangrijke kwalitatieve verbeteringen in de organisatie en infrastructuur.