Hoofdstuk 1
Het recht is een instrument, een middel om de samenleving te ordenen.
Publiekrecht: alle verhoudingen tussen overheid en burger, en overheidsorganen onderling.
Privaatrecht: alle verhoudingen tussen burgers onderling, rechtspersonen zoals bv’s en
stichtingen onderling, en tussen natuurlijke personen enerzijds en rechtspersonen
anderzijds.
Bijna al het publiekrecht is dwingend recht. Voorschriften waarvan niet mag worden
afgeweken. (belastingrecht en verkeersregels etc.)
Aanvullend recht, ook wel regelend recht is voornamelijk te vinden in het privaatrecht.
Regels van het dwingende recht gelden, tenzij men onderling iets anders heeft afgesproken.
Voorbeeld: erfrecht. Maakt iemand geen testament, dan bepaalt de wet hoe de erfenis moet
worden verdeeld. Bij testament kan men een andere verdeling regelen.
Grammaticale methode van de interpretatie van de wet: hierbij wordt er simpelweg
gekeken naar wat er in de wettelijke regels staat.
Jurisprudentie is de verzamelnaam voor eerder gedane rechterlijke uitspraken.
Jurisprudentie is een rechtsbron die niet in de wet is terug te vinden en behoort tot de
ongeschreven rechtsbronnen. Een rechter gaat na wat rechters eerder in eenzelfde soort
zaak besloten hebben.
Codificeren: het in een wet(boek) vastleggen van het recht.
Wat is de definitie van een ‘staat’:
- Afgebakend grondgebied;
- Bepaalde gemeenschap van mensen;
- Gezag uitgeoefend door een organisatie, die het machtsmonopolie heeft.
Autonomie v. medebewind: Krijgt het lagere orgaan de zelfstandige bevoegdheid tot
bestuur (autonomie) of wordt het het lagere orgaan toegestaan om hogere regelingen
zelfstandig uit te voeren (medebewind)
Monisme v. dualisme: Tussen wetgevende en uitvoerende macht. Onafhankelijk van elkaar
(dualisme) of afhankelijk/volgend (monisme)
, Hoofdstuk 2
Legaliteitsbeginsel: alle mensen die bij de overheid werken moeten van iedere beslissing
die zij nemen, precies kunnen aangeven waar zij dat op baseren en waar dat is vastgelegd.
Tweewegenleer: het is de overheid toegestaan gebruik te maken van het privaatrecht, tenzij
voor de behartiging van het overheidsbelang een uitdrukkelijke publiekrechtelijke regeling
aanwezig is en deze daardoor op onaanvaardbare wijze wordt doorkruist.
Nederland is een monarchie. In een monarchie is het staatshoofd (koning of keizer) formeel
een alleenheerser, die door erfopvolging de macht heeft gekregen. In sommige landen is
ook inderdaad sprake van een absolute monarchie waar de koning vrijwel alle macht bezit
maar in Nederland is de macht van de monarch nogal beperkt. De feitelijke macht ligt meer
bij het parlement en het kabinet.
Constitutionele monarchie: een monarchie waarin de macht van de koning beperkt is door
de Grondwet.
Republiek: het staatshoofd is een gekozen persoon.
Sommige landen hebben een sterk centraal gezag: alle belangrijke beslissingen voor het
hele land worden op één plaats genomen.
De vier onderdelen van het publiekrecht:
1. Het staatsrecht;
2. Het bestuursrecht;
3. Het strafrecht;
4. Het internationaal recht.
Trias politica (Montesquieu):
- De wetgevende macht; het parlement Provinciale Staten en gemeenteraad;
- De uitvoerende macht; ministers op rijksniveau, Gedeputeerde Staten op provinciaal
niveau en het college van B&W op gemeentelijk niveau.
- Rechtsprekende macht; de Hoge Raad, de Gerechtshoven, de rechtbanken en de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Organieke wetten: wetten die de wetgever verplicht bepaalde onderwerpen in een wet
verder uit te werken.
De regering / de Kroon: koning + ministers
Kabinet: ministers + staatssecretarissen
Staten-Generaal: Tweede Kamer (150 leden) + Eerste Kamer (75 leden)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LiannePunt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,49. Je zit daarna nergens aan vast.