Samenvatting aardrijkskunde van hoofdstuk 2 van het boek 'De wereld van' uit VWO 6. Onderwerp is het Middellandse Zeegebied en verschillende sociale en geografische verschijnselen. Zelf heb ik hier een 7,1 voor gehaald.
D6 - Middellandse Zeegebied
H2.1 - Gebergtevorming en aardbevingen
Aardbevingen in het Middellandse Zeegebied
ontstaan door de plaatbewegingen in dit
gebied. De belangrijkste beweging is de
Afrikaanse plaat richting de Euraziatische plaat.
Er zijn voornamelijk convergente plaatgrenzen
in het Middellandse Zeegebied, wat zorgt voor
subductie en vulkanisme. Subductie ontstaat
als de zwaardere (vaak oceanische, anders oudste) plaat onder de lichtere (continentaal) plaat duikt.
Er ontstaat bij convergentie explosief vulkanisme (stratovulkaan). In Midden-Italië duikt de Apulische
plaat naar beneden en daar zijn recent veel aardbevingen geweest. Door convergentie kan ook
plooiingsgebergte ontstaan, waarbij de platen deels met elkaar samengaan en hierdoor een gebergte
vormen.
Bij divergente plaatgrenzen bewegen de platen van elkaar af en stolt het omhooggekomen magma
tot basalt. Er komen minder zware aardbevingen voor dan bij transforme plaatgrenzen, waar veel
druk opgebouwd wordt. De Anatolische breuklijnen in Turkije zijn transforme plaatgrenzen. Bij
divergentie ontstaat effusief vulkanisme (schildvulkaan) en breukgebergte met slenken en horsten.
De subductie in het Middellandse Zeegebied wordt gedeeltelijk aangestuurd door het rollback-
principe: door de zwaartekracht zakt de onderduikende plaat eerder naar beneden en rekt de
overschuivende plaat zich uit om de ruimte te vullen. Bij Sardinië en Corsica ontstaat er door het
uitrekken van de overschuivende plaat een divergente breuk, waar slenken en horsten ontstaan.
Aan het einde van het Perm brak het oercontinent Pangea in verschillende stukken. De latere
Afrikaanse plaat en de Euraziatische plaat braken los en in het gebied hiertussen ontstond de
Tethyszee. Vanaf de naastliggende landgebieden zijn dikke lagen sediment in de zee afgezet. In de
eerste helft van het Krijt convergeerde de Afrikaanse en Euraziatische plaat weer. De sedimenten op
de bodem van de zee werden steeds verder in elkaar gedrukt en op verschillende plaatsen geplooid
en omhooggeduwd, waardoor plooiingsgebergten ontstonden. Er vindt ook breukvorming plaats in
de gesteenten, waardoor breukgebergte ontstaat. Het Alpine plooiingsgebied loopt van Noord-Afrika
langs de Pyreneeën en de Alpen tot de Karpaten in Europa.
De toekomst van de Middellandse Zee is te vergelijken met die van het gebied dat vroeger tussen
India en het Aziatisch continent lag. Door de convergerende platen ontstond het Himalayagebergte.
Zo zal ook de Middellandse Zee verdwijnen en de Straat van Gibraltar afsluiten. De vorming van
gebergten in het Alpine plooiingsgebied zal doorgaan zolang de platen convergeren.
Er zijn 3 plooiingsfasen:
De Caledonische fase
De Herognische fase
De Alpiene fase
H2.2 - Vulkanisme
Een schildvulkaan ontstaat bij divergente plaatbewegingen en bij hotspots. Het magma is relatief
vloeibaar en niet zo gasrijk, wat voor rustige uitbarstingen zorgt. Bij de Etna in Italië zijn door
, rollback-subductie rekbreuken in de plaat ontstaan, waardoor effusief vulkanisme ontstond. Maar
later waren uitbarstingen veel explosiever, waardoor een stratovulkaan vormde. Dit kan doordat de
Etna light op een plek waar subductie van twee microplaten plaatsvinden en waar verschillende
breuklijnen liggen. Op verschillende diepten zijn meerdere magmakamers die met elkaar in
verbinding staan, wat zorgt voor magma dat bij zowel explosief als effusief vulkanisme voor kan
komen.
In het Middellandse Zeegebied komt momenteel alleen actief vulkanisme voor door subductie.
Stromboli en Vulcano zijn actieve stratovulkanen, die gevormd zijn door explosief vulkanisme. Door
convergente plaatbewegingen komen vooral stratovulkanen voor.
Een caldera ontstaat als een lege magmakamer in elkaar stort of als de top van de vulkaan door de
uitbarsting wegschiet.
Griekenland ligt op zijn eigen microplaat, de Egeïsche plaat. Veel van de Griekse eilanden zijn
ontstaan door subductie van de Afrikaanse plaat onder de Eigeïsche plaat. Ten noorden van de
Helleense trog zijn in de Egeïsche Zee meerdere vulkanische eilanden ontstaan door explosief
vulkanisme.
Turkije ligt op de Anatolische plaat, die tussen 5 verschillende platen ligt. De transforme plaatgrenzen
veroorzaken heftige aardbevingen in het gebied. Langs de convergente plaatgrenzen ontstaan
stratovulkanen.
Na een vulkanische uitbarsting is er los materiaal (verwering) nodig voor een bruikbare bodem.
De hoofdsoorten gesteenten zijn:
Stollingsgesteente (vulkanisch)
- Dieptegesteente (graniet)
- Uitvloeiingsgesteente (basalt)
Metamorf gesteente: verandert door hoge druk en temperatuur (leisteen, diamant)
Sedimentgesteente
- Klastisch sediment: één soort sediment samengeperst (zandsteen)
- Chemisch sediment: door chemische reactie ontstaan (dolomiet)
H2.3 - Klimaten
Grote delen van het Middellandse Zeegebied hebben het Middellandse Zeeklimaat (Cs-klimaat) met
warme en droge zomers en natte en milde winters. Delen van Spanje en Turkije hebben droge
gebieden met een BS-klimaat (steppeklimaat). Grote delen in het zuiden van Noord-Afrika hebben
het BW-klimaat (woestijnklimaat). In het noorden van het Middellandse Zeegebied is sprake van een
Cf-klimaat (gematigd zeeklimaat) en in de hogere delen van de Pyreneeën en de Alpen het EH-
klimaat (hooggebergteklimaat).
De droge zomers worden veroorzaakt door de verschuiving van de luchtdrukgebieden in de loop van
het jaar. De stand van de zon zorgt voor een zone met lage luchtdrukgebieden rond de evenaar, de
ITCZ. Parallel hieraan liggen hogedrukgebieden. De ITCZ verschuift mee met de loodrechte
zonnestand en ligt hierdoor in juli ten noorden van de evenaar en in januari ten zuiden. Het weer in
het Middellandse Zeegebied wordt in de zomer voornamelijk bepaald door de ligging van het
subtropische hogedrukgebied boven de Azoren. De dalende lucht wordt warmer, waardoor
eventuele bewolking oplost en er een aflandige, droge wind richting de ITCZ in het zuiden ontstaat,
wat ervoor zorgt dat het van mei tot oktober droog is. De ITCZ ligt dan boven de Atlantische Oceaan
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper roosbreedveld. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.