Psychodiagnostiek - II
Chloè Palte
,Inhoudsopgave
SPW (Schaal voor Persoonlijke Waarden) 4
1. Wat is de meetpretentie van de test? 4
2. Voor welke doelgroep is deze test gemaakt? 4
3. Hoe is de test opgebouwd/wat is de inhoud van de schalen? 4
SIW (Schaal voor Interpersoonlijke Waarden) 5
1. Wat is de meetpretentie van de test? 5
2. Voor welke doelgroep is deze test geschikt? 5
3. Hoe is de test opgebouwd/wat is de inhoud van de schalen? 5
NPV2 (Nederlandse Persoonlijkheids Vragenlijst) 6
1. Wat is de meetpretentie van de test? 6
2. Voor welke doelgroep is deze test geschikt? 6
3. Hoe is de test opgebouwd/wat is de inhoud van de schalen? 6
CBSA/K (Competentiebelevingsschaal voor Adolescenten/kinderen) 8
1. Wat is de meetpretentie van de test? 8
2. Voor welke doelgroep is deze test geschikt? 8
3. Hoe is de test opgebouwd/wat is de inhoud van de schalen? 8
ABIV (Amsterdamse Beroepen Interesse Vragenlijst) 9
1. Wat is de meetpretentie van de test? 9
2. Voor welke doelgroep is deze test geschikt? 9
3. Hoe is de test opgebouwd/wat is de inhoud van de schalen? 9
PMT (Prestatie Motivatie Test) 11
1. Wat is de meetpretentie van de test? 11
2. Voor welke doelgroep is deze test geschikt? 11
3. Hoe is de test opgebouwd/wat is de inhoud van de schalen? 11
UCL (Utrechtse Coping Lijst) 12
1. Wat is de meetpretentie van de test? 12
2. Voor welke doelgroep is deze test geschikt? 12
3. Hoe is de test opgebouwd/wat is de inhoud van de schalen? 12
DAT (Differentiële Aanleg Test) 13
1. Wat is de meetpretentie van de test? 13
2. Voor welke doelgroep is deze test geschikt? 13
3. Hoe is de test opgebouwd/wat is de inhoud van de schalen? 13
NEO 14
1. Wat is de meetpretentie van de test? 14
2. Voor welke doelgroep is deze test geschikt? 14
3. Hoe is de test opgebouwd/wat is de inhoud van de schalen? 14
SCL-90 (Symptom Checklist Klachtenlijst) 16
1. Wat is de meetpretentie van de test? 16
2. Voor welke doelgroep is deze test geschikt? 16
3. Hoe is de test opgebouwd/wat is de inhoud van de schalen? 16
DBI (Back Depression Inventory) 17
1. Wat is de meetpretentie van de test? 17
2. Voor welke doelgroep is deze test geschikt? 17
3. Hoe is de test opgebouwd/wat is de inhoud van de schalen? 17
WIMAS 18
2
, 1. Wat is de meetpretentie van de test? 18
2. Voor welke doelgroep is deze test geschikt? 18
3. Hoe is de test opgebouwd/wat is de inhoud van de schalen? 18
UBOS (Utrechtse Burnout Schaal) 19
1. Wat is de meetpretentie van de test? 19
2. Voor welke doelgroep is deze test geschikt? 19
3. Hoe is de test opgebouwd/wat is de inhoud van de schalen? 19
HIT (Hogere Beroepen Interesse Test) 20
1. Wat is de meetpretentie van de test? 20
2. Voor welke doelgroep is deze test geschikt? 20
3. Hoe is de test opgebouwd/wat is de inhoud van de schalen? 20
WISC (Weschler Intelligent Scale for Children) 21
1. Wat is de meetpretentie van de test? 21
2. Voor welke doelgroep is deze test geschikt? 21
3. Hoe is de test opgebouwd/wat is de inhoud van de schalen? 21
MCT (Multiculture Capaciteiten Test) 22
1. Wat is de meetpretentie van de test? 22
2. Voor welke doelgroep is deze test geschikt? 22
3. Hoe is de test opgebouwd/wat is de inhoud van de schalen? 22
Verschillende scores 23
C-Score 23
Staninescores/normscores 23
Casussen 24
Lay-out probleemanalye 24
Maak een probleemanalyse 24
Casus mevrouw Pietersen 25
Powerpoint Dia’s 28
Het Diagnostisch proces 28
De Gouden Drie 28
Observatieformulieren 29
Observatieformulier 1: turflijst 29
Observatieformulier 2: Kwalitatief 30
3
,SPW (Schaal voor Persoonlijke Waarden)
1. Wat is de meetpretentie van de test?
Het meten van waarden die betrekking hebben op het individu, met name tot hun
bezigheden (werk, studie en vrije tijd). Deze normen en waarden kunnen in belangrijke mate
van invloed zijn op wat iemand doet of hoe iemand presteert.
2. Voor welke doelgroep is deze test gemaakt?
16 jaar en ouder.
3. Hoe is de test opgebouwd/wat is de inhoud van de schalen?
Praktische instelling (PI): Altijd waar voor zijn geld krijgen, goed voor zijn bezit zorgen,
optimaal gebruik maken van zijn eigendommen, dingen doen die wat opleveren, erg
voorzichtig zijn met geld.
Prestatiemotivatie (PM): Aan lastige problemen werken, uitdagend werk hebben, ernaar
streven voor zichzelf iets belangrijks te bewerkstelligen, de hoogste eisen aan zichzelf
stellen, streven naar perfectie in alles wat men doet.
Variëteit (V): Nieuwe en afwisselende activiteiten hebben, verschillende ervaringen hebben,
de mogelijkheid hebben veel te reizen, naar vreemde of ongebruikelijke plaatsen gaan, een
beetje gevaar ervaren.
Besluitvaardigheid (B): Sterke en standvastige overtuigingen hebben, snel beslissingen
noemen, altijd direct ter zake komen, zijn stellingname erg duidelijk maken, een besluit
nemen en daaraan vasthouden.
Orde & Netheid (ON): Georganiseerde werkmethoden hebben, dingen op hun plaats
houden, een erg ordelijk persoon zijn, een systematische aanpak volgen, dingen doen
volgens een schema.
Doelgerichtheid (D): Een duidelijk doel hebben om naar toe te werken, aan een probleem
blijven werken tot het is opgelost, zijn inspanningen richten op welomschreven
doelstellingen, precies weten wat men wil bereiken, het doel duidelijk voor ogen houden.
4
, SIW (Schaal voor Interpersoonlijke Waarden)
1. Wat is de meetpretentie van de test?
De schaal voor Interpersoonlijke Waarden (SIW) heeft als doel het meten wat mensen
belangrijk vinden in hun sociale verkeer met andere mensen.
2. Voor welke doelgroep is deze test geschikt?
De SIW is ontworpen voor een doelgroep van zestien jaar of ouder.
3. Hoe is de test opgebouwd/wat is de inhoud van de schalen?
Sociale Steun (S): Met begrip worden behandeld, aanmoediging krijgen van anderen,
vriendelijk worden bejegend.
Conformiteit (C): Doen wat sociaal gezien juist is, nauwgezet bepalingen en regels volgen,
doen wat algemeen geaccepteerd is, zich conformeren.
Erkenning (E): Aanzien genieten en bewonderd worden, belangrijk geacht worden, goed
bekend staan, erkenning krijgen.
Onafhankelijkheid (O): Het recht hebben te doen wat men wil, vrij zijn eigen beslissingen te
nemen, in staat zijn dingen op een eigen wijze te doen.
Altruïsme (A): Dingen doen voor andere mensen, begaan zijn met anderen, ongelukkige
mensen helpen, vriendelijk zijn.
Leiderschap (L): De leiding hebben over anderen, overwicht hebben over anderen, een
leidinggevende of machtige positie bekleden.
5