Anatomie: H13
Pathologie: H6.1 t/m 6.5
Bij 6.4 alleen perifeer vaatlijden & aneurysma
Cardiologie 1: Vaataandoeningen (8 sep)
13,1 Verschillen tussen typen bloedvaten op basis van structuur en functie
Arteriën → voeren bloed altijd van het hart weg (arteriolen – capillairen)
- (Bijna) altijd O2 rijk – behalve de aa. Pulmonalis (longslagader)
Venen → voeren bloed altijd terug naar het hart toe (venule)
- (Bijna) altijd O2-arm – behalve vv. pulmonalis (longader)
- Boven = vene cava superior, onder = v. c. inferior
o Komen binnen in de rechterkamer
Beide wanden bestaan uit 3 lagen:
- Tunica interna (laag endotheel, contact met bloed)
- Tunica media (glad spierweefsel, regelt RR)
- Tunica externa (bindweefsel, voor stevigheid)
Verschil tussen de venen en arteriën:
- De tunica media is bij de venen veel dunner
- Arteriën gaan van het hart weg en venen naar het hart toe
- Arteriën worden aan een hogere druk blootgesteld, waardoor ze dit moeten kunnen
opvangen en de spierlaag hierdoor dus een stuk dikker wordt.
Capillairen:
- Dit zijn haarvaten en dit zijn de enige bloedvaten waarbij uitwisseling tussen het
bloed en omliggend weefsel plaats vindt
o Dit komt doordat deze bestaat uit een hele dunne laag endotheelcellen
o Zuurstof en voedingsstoffen kunnen hier dus makkelijk door heen
o Het is afhankelijk van de bloeddruk - deze is te meten
o Een precapillaire sfincter (Ring van glad spierweefsel) kan de bloedtoevoer
naar de capillairen regelen. De bloedstroom van de capillairen verandert
wanneer vasomotorische activiteit plaatsvindt.
, Anatomie: H12
Pathologie: H6.1 t/m 6.4..6.3 en 6.6.6
Cardiologie 2: Ischemische hartziekten en levensbedreigende
hartritmestoornissen (15 sep)
12.1 Anatomie van het hart
- Het hart is omgeven door het pericardium dat met het sereuze pericardium is
bekleed. De viscerale laag van het sereuze pericardium (epicardium) bekleedt het
binnenste oppervlak. De parteriëtale laag van het sereuze pericardium bekleedt het
buitenste oppervlak van het firbreuze pericardium.
- Bloed stroomt van het rechteratrium naar het rechterventrikel door drieslipigge klep.
Deze opening wordt begrensd door drie slippen van vezelig weefsel die door de
pezige chorae tendineae wordt verstevigd. Deze zijn met papilspieren verbonden.
- Nadat het bloed door de pulmonalisklep is gepasseerd komt het vanuit het
rechterventrikel in de truncis pulmonalis (longslagader) → verdeelt zich in de linker
en rechter a. pulmonalis. De linker en rechter v. pulmonalis (longader) voeren
zuurstofrijk bloed terug naar het linkeratrium, dit stroomt vervolgens door het
linkerventrikel door de mitralisklep. Bloed dat het linkerventrikel verlaat, stroomt via
de halvemaanvormige klep van de aorta de grote bloedsomloop in.
- De coronaire circulatie voorziet in de grote behoefte van hartspiercellen aan zuurstof
en voedingsstoffen. De aa. Coronariae ontspringen aan de basis van de aorta.
Arteriële anastomosen (verbindingen tussen arteriën) zorgen voor een voortdurende
bloedtoevoer. De v. cordis magna en de v. cordis media voeren bloed uit de
coronaire capillairen naar de sinus coronarius.
12.2 De gebeurtenissen tijdens een actiepotentiaal,
geleidingssysteem, ECG
Het geleidingssysteem bestaat uit nodale cellen en
geleidende cellen. Het geleidingssysteem initieert en
geleidt elektrische impulsen in het hart. Nodale cellen
bepalen de frequentie van de hartcontracties;
gangmakercellen zijn nodale cellen die het eerst de
drempelwaarde bereiken. Geleidende cellen geleiden
de contractiele prikkel naar het hartspierweefsel
De hartspier trekt zich samen zonder prikkeling van het
zenuwstelsel of het hormoonstelsel. Onder normale
omstandigheden bepalen gangmakercellen in de SA-
knoop de frequenties van de contracties. Vanuit de SA-
knoop verplaatsen de impulsen zich naar de AV-knoop
en van daaruit naar de bundel van His, die zich splitst in
bundeltakken. Vanuit daar geleiden Purkinjevezels
impulsen naar het myocardium van de ventrikels.
Een registratie van de elektrische activiteiten van het
hart is een elektrocardiogram ECG. Belangrijke
onderdelen zijn de P-golf (polarisatie arteria), QRS-
complex (depolarisatie ventrikels) en de T-golf
(repolarisatie ventrikels)
Vitale functiekunde Airway & Breathing (29 sep)
15.1 Functies van het ademhalingsstelsel
- 1) Vorming groot oppervlak voor gasuitwisseling (lucht en bloed)
- 2) Verplaatsen lucht naar gasuitwisselingsoppervlak
- 3) Bescherming van het alveolaire oppervlak (uitdroging, temperatuur, ziekteverwekkers)
- 4) Vorming van geluiden
- 5) Bevorderen van reuk (reukcellen in neusholten)
15.2 Transport van lucht naar de longen en de functie
- De respiratoire mucosa (epitheel en onderliggend los bindweefsel) bekleedt het
geleidende deel van de luchtwegen.
- Bekercellen maken slijm aan in de luchtpijp, het slijmlaagje beschermt het epitheel
tegen binnendringers, de cellen hebben trilharen dat het slijm omhoog bewegen.
15.3 Anatomie van alveoli en de uitwendige anatomie van de longen
- Enige slagader in het lichaam die zuurstof arm O2 vervoert (hart --> longen)
o A. pulmonalis mondt uit in de capillairen (haarvaatjes)
- Elke terminale bronchiole voert lucht naar een longtrechtertje, hierin vertakt de
bronchiole in bronchioli respiratorii --> monden uit in ductulia alveolares die in
alveoli eindigen. In elk longtrechtertje zijn vele alveoli met elkaar verbonden.
- Het respiratoire membraan bestaat uit: (1) een enkelvoudig plaveiselepitheel, (2) het
endotheel van de capillairen, (3) versmolten basaalmembranen van de eerste 2 lagen
o De cellen in het alveolaire plaveiselepitheel worden ook wel pneumocyten
type 1 genoemd. Pneumocyten type 2 vormen surfactant, een olieachtig
klierproduct dat verhindert dat de alveoli worden ineengedrukt.
- De longen bestaan uit 5 kwabben: 3 in de rechterlong en 2 in de linkerlong.
- Elke long is omgeven door een afzonderlijke pleuraholte die bekleed is met pleura.
o Viscerale pleura = de binnenste laag Pariëtale pleura =buitenste laag
15.4 Processen van externe en interne respiratie
- Externe respiratie → alle processen die zijn betrokken bij de uitwisseling van O2 en
CO2 tussen interstitiële vloeistoffen in het lichaam en externa milieu (binnen/buiten)
- Interne respiratie → de opname van O2 en de afgifte van CO2 door dezelfde cellen
(binnen/binnen)
- Hypoxie of een lage zuurstofconcentratie in de weefsels vormt een ernstige
beperking voor de stofwisselingsactiviteiten van een bepaald gebied.
- Als de toevoer van zuurstof volledig wordt afgesneden ontstaat anoxie, gebrek O2.
15.5 Verplaatsing van lucht in en uit de longen --> longventilatie
- De functie van ademhalen is het handhaven van voldoende alveolaire ventilatie.
- Het borstholtevolume verandert door bewegingen van het diafragma/borstkast.
- De compliantie van de longen is de mate van de elasticiteit en het vermogen tot
uitzetting van de longen. Bij emfyseem (beschadiging) wordt de compliantie verhoogd.
- De vitale capaciteit bestaat uit het ademvolume plus het respiratoir reservevolume
en het inspirator reservevolume. De lucht die aan het einde van een maximale
uitademing in de longen achterblijft, is het residuvolume.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper indykeetman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.