LF 4
THEMA 1 INTERNE GENEESKUNDE (20 VRAGEN)
HEMATOLOGIE
Medisch specialisme dat zich bezighoudt met afwijkingen van het bloed, de bloedvormende
organen en de lymfeklieren.
ALGEMENE BELANGRIJKE BEGRIPPEN
Trombo(cyto)penie; er zijn te weinig trombocyten
Leuco(cyto)penie; er zijn te weinig witte bloedcellen
Trombocytose; er zijn teveel trombocyten
Leukocytose; er zijn teveel witte bloedcellen
Hemoglobine; Eiwit dat zuurstof en koolstofdioxide door je lichaam vervoert. HB waarde
laat zien hoeveel hemoglobine er in je bloed zit.
Hematocriet; is het percentage van rode bloedcellen in de totale hoeveelheid bloed. (geeft
de bloeddikte aan)
Plasma; Zorgt voor het transport van de bloedcellen, bloedplaatjes en stoffen. Bestaat
voornamelijk uit water met daarin opgelost voedingsstoffen, vitamines, hormonen,
mineralen en eiwitten.
Serum; Het vloeibare deel van bloed nadat het bloed gestold is, en bestaat uit water met
daarin opgeloste zouten en eiwitten.
Anticoagulantie; of antistollingsmiddelen. Voorkomen het stollen van bloed door effectief te
verdunnen.
Reticulocyten; zijn jonge, nog onrijpe, rode bloedcellen
BSE (bezinking) of CRP; meten de onstekingswaarden
VOLWASSEN MENS HEEFT +/- 5L BLOED.
Bloed bestaat uit bloedplasma + bloedcellen.
VERSCHILLENDE OORZAKEN ANEMIE
Is een tekort aan rode bloedcellen in het bloed ook wel bloedarmoede genoemd.
Symptomen; toenemende en soms ernstige vermoeidheid, kortademigheid, duizeligheid,
hartkloppingen, opgezwollen voeten, oorsuizen en pijn op de borst met name bij
inspanningen.
Oorzaken;
1. Tekort aan ijzer
Dit tekort komt vooral voor bij overmatig bloedverlies uit de maag of darm, bijvoorbeeld een
maagzweer, middenrifbreuk, poliepen of een ontsteking. Soms ontstaat er een tekort door
onvoldoende ijzer in de voeding.
2. Tekort aan vitamine B12 of Foliumzuur
Bij een tekort hiervan komt dat meestal door een fout in het lichaam, dit wordt dan niet
goed opgenomen. Dit wordt vaak verholpen doormiddel van pillen of een injectie.
3. Erfelijk
Bijvoorbeeld door thalassemie.
4. Gevolg van een andere ziekte bijv. beenmergziekten, nierziekten, reuma, sommige
vormen van kanker, hemolyse, vergrote milt waardoor bloedarmoede ontstaat.
,HEMOLYSE
In het geval van hemolyse (heem=bloed, lysis=uiteenvallen) worden de rode bloedcellen
versneld afgebroken.
Symptomen; Door een tekort aan rode bloedcellen kun je last krijgen van vermoeidheid,
kortademigheid, zwakte en bleek zien.
Bij afbraak komt het ijzerhoudende eiwit hemoglobine en het afbraakproduct bilirubine vrij,
hierdoor kan de urine donker kleuren en de huid en oogwit geel kleuren.
Oorzaken; Er zijn veel mogelijke oorzaken bijv. sikkelcelziekte (erfelijke afwijkingen), auto-
immuun hemolytische anemie (immunologisch) of medicijnen kunnen ook voor hemolyse
zorgen.
TROMBOCYTOPENIE
(penie betekent altijd dat er te weinig van is)
Betekent te weinig bloedplaatjes, deze zijn nodig voor de bloedstolling.
Bij een tekort aan bloedplaatjes kan het bloed niet goed stollen bij een verwonding of het
kan ook tot spontane bloedingen leiden.
Oorzaken; verstoorde aanmaak, verhoogd verbruik of het wegvangen van bloedplaatjes.
Chemotherapie is ook een veelvoorkomende oorzaak omdat dit de aanmaak van bloedcellen
in het beenmerg remt.
Daarnaast kan het ook nog veroorzaakt worden door medicijngebruik of alcohol misbruik.
Symptomen; bloed in je urine, zwarte ontlasting, snel blauwe plekken, lange en hevige
menstruatie, puntbloedinkjes (petechiën) of blauwe plekken (purpura).
VIT K DEFICIENTIE
Een tekort aan een werkzame hoeveelheid vitamine K, die nodig is voor een normale stolling
van het bloed.
Symptomen: Een tekort van vitamine K geeft meer kans op bloedingen, vertraagde
bloedstolling, snel en vaak blauwe plekken en zwarte ontlasting.
Oorzaak; voornamelijk komt het voor bij mensen die langdurig antibiotica nemen, omdat
antibiotica darmbacteriën vernietigen, hierdoor maakt het lichaam zelf niet voldoende
vitamine K aan.
STOLLINGSSTOORNISSEN
Is een bloedziekte waarbij het bloed niet (goed) stolt.
Patiënten hebben een verhoogde kans op bloedingen.
ANTISTOLLINGSMIDDELEN
Medicijnen die de stolling van het bloed verminderen of vertragen, of ook wel
bloedverdunners genoemd.
Voorgeschreven; bij hartritmestoornissen (AF), trombosebeen, longembolie, na een hart- of
herseninfarct of bij vaatlijden.
Voorbeelden; subcutane toediening van fraxiparine – vaak gegeven na een ingreep ter
voorkoming van trombose. (de werkzame stof is nadroparine)
Vitamine K Antagonist – acenocoumarol, gaat de werking van vitamine K, dat door de lever
gebruikt wordt om stollingsfactoren te maken, tegen.
,TROMBOSEDIENST
Een instelling die patiënten begeleidt die in opdracht van een behandelend arts VIT-K
antagonisten voorgeschreven krijgen, omdat regelmatige controle van de antistolling (INR)
en een aanpassing van de dosering antistollingstabletten nodig is.
ANTICOAGULANTIE (ANTISTOLLINGSMEDICIJNEN)
Zijn medicijnen die de stolling van het bloed verminderen of vertragen, ook wel
bloedverdunners genoemd.
Werking; hebben rechtstreeks invloed op een van de stollingseiwitten (trombine en
stollingsfactor Xa).
Soorten; dabigatran, rivaroxaban, apixaban, edoxaban.
SIKKELCELZIEKTE
Is een erfelijke ziekte van de rode bloedcellen, ook wel chronische bloedarmoede genoemd.
Wordt veroorzaakt door een afwijking op het hemoglobine-gen.
Sikkelcellen kunnen minder goed zuurstof verplaatsen en worden sneller afgebroken dan
gezonde rode bloedcellen. Deze cellen zijn minder soepel waardoor ze gemakkelijk kunnen
klonteren en de bloedvaten verstoppen.
Een gezonde rode bloedcel leeft 120 dagen, een sikkelcel maar 30 dagen.
Behandeling; bestaat uit het aantal crisen zo laag mogelijk te houden, beschadiging van
organen te voorkomen en de pijn zo goed mogelijk te bestrijden.
1. Hydrea – is een cytostaticum wat celgroei en celdeling remt, het vermindert het aantal
sikkelcelcrisen.
2. Foliumzuur – stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen. Als uit het bloedonderzoek
blijkt dat er een tekort is, wordt dit in tabletvorm voorgeschreven.
3. Bloedtransfusie – bij klachten van bloedarmoede, acute chest syndroom, bepaalde
operaties en ernstig verminderd zuurstofgehalte in het bloed.
4. Ontijzering – patiënten die chronisch bloedtransfusie krijgen kunnen ontijzerd worden
met een infuus (desferral) of met tabletten.
THALASSEMIE
Is een erfelijke bloedziekte waarbij het lichaam niet genoeg en afwijkend hemoglobine
aanmaakt waardoor rode bloedcellen snel afgebroken worden (bloedarmoede).
Meest voorkomende vormen zijn; alpha-thalassemie en beta-thalassemie.
Hemoglobine is opgebouwd uit vier grote bouwstenen; twee alpha-globuline ketens en twee
beta-globuline ketens. Als het alpha-globuline ontbreekt heet dat alpha-thalassemie en
andersom hetzelfde.
, NEUTROPENIE
Een tekort aan een bepaald type witte bloedcellen (neutrofielen). Neutrofielen spelen een
cruciale rol bij de afweer tegen bacteriële infecties. Een tekort aan neutrofielen lijdt dus tot
een verhoogd risico op bacteriële infecties. Normaal gesproken zitten er tussen de 1.800 en
8.000 neutrofielen in een microliter bloed. Als het onder de 1.800 zit wordt er gesproken van
neutropenie.
Symptomen; een tekort maakt je vatbaarder voor allerlei infecties, je kunt koorts, hoofdpijn,
spierpijn hebben en algemeen onwel zijn.
Oorzaak; Aandoeningen van het beenmerg, Infecties, Gebruik van geneesmiddelen,
stofwisselingsziekten, vitamine-tekorten, erfelijke afwijkingen of vergiftigingen.
Behandeling; Als de onderliggende oorzaak niet goed behandeld kan worden, is het mogelijk
om te behandelen met G-CSF (eiwit dat voorkomt in ons lichaam), dit is een middel dat de
aanmaak van neutrofielen in het beenmerg stimuleert.
LEUKEMIE
Vorm van kanker, die veroorzaakt wordt door een woekering van afwijkende kwaadaardige
witte bloedcellen (leukocyten) in het beenmerg.
Bij leukemie gaat er iets mis bij de ontwikkeling van witte bloedcellen in je beenmerg.
Symptomen; blauwe plekken, kans op bloedingen, vermoeidheid door bloedarmoede,
grotere kans op infecties.
Presentatie; omdat de witte bloedcellen niet goed functioneren is er een verhoogde kans op
infectie. Door een verhoogde productie van witte bloedcel is de productie van erythrocyten
en trombocyten verlaagd, waardoor anemie ontstaat en bloedingen kunnen optreden.
Behandeling; chemotherapie
ABOSYSTEEM
Is een systeem om de bloedgroepen in te delen. Het onderscheidt bloedgroep A, B, AB en O.
Bloedgroepen worden bepaald door de antigenen (suikerstructuur) op de membraan van de
rode bloedcellen.
Bloedgroep A-positief kan bloed geven aan A-positief en AB-positief.
Bloedgroep A-negatief kan bloed geven aan A-positief, AB positief en A-negatief en AB
negatief.
Bloedgroep B-positief kan geven aan B-positief en AB positief
Bloedgroep B negatief kan geven aan B-positief, AB positief en B-negatief en AB-negatief.
Bloedgroep AB-positief kan geven aan AB-positief geven.
Bloedgroep AB negatief kan geven aan AB-positief en AB-negatief.
Bloedgroep O-positief kan geven aan O-positief, A-positief, B-positief en AB-positief.
Bloedgroep O-negatief kan geven aan alle bloedgroepen.
RESUS SYSTEEM
Is een eiwit dat op de oppervlakte van de rode bloedcellen kan zitten en daarmee je
bloedgroep bepaald. Als de rhesusfactor op je bloedcellen zit ben je positief