Deze samenvatting is speciaal geschreven voor het scheikunde examen van 4 havo en 5 havo. Alle stof van hoofdstuk 2 t/m 13 komt aan bod. Het is kort er krachtig, zeker goed om nog even door te nemen voor het examen. Er staan voorbeeldvragen in, zodat je kunt zien hoe je de stof kan toepassen. Neem ...
Hoofdstuk 2
Paragraaf 1:
Alles wat je kunt waarnemen is op macroniveau, alles wat wordt bestuurd met moleculen en
atomen is op microniveau. Een atoommodel bevat een geladen atoomkern met daaromheen
bewegende negatief geladen elektronen. Deze elektronen vormen een elektronenwolk. De
atoomkern bestaat ui de deeltjes protonen en neutronen. Protonen zijn positief geladen en
neutronen zijn neutraal. Het aantal protonen wordt aangegeven door het atoomnummer, het
aantal protonen bepalen de atoomsoort. De som van het aantal neutronen en protonen in de
atoomkern is het massagetal. De lading van een proton is +1 e en de lading van een
elektron is -1 e. Voor elk atoom geld dat het aantal protonen gelijk is aan het aantal
elektronen. Isotopen zijn atomen van hetzelfde element met een verschillend aantal
neutronen. In het model van Bohr bevinden zich elektronen in banen rondom de kern, de
banen heten de elektronenschillen.
Schil K L M N O P Q
Nummer 1 2 3 4 5 6 7
Max. 2 8 18 32 32 32 32
verdeling
Paragraaf 2:
Als een atoom 1 of meer elektronen afstaat, dan wordt dit atoom positief geladen. Dit noem
je dan een positief ion. Als een atoom 1 of meer elektronen opneemt, dan is het atoom
negatief geladen. Dit noem je dan een negatief ion. De elektronen in de buitenste schil heten
valentie-elektronen, deze elektronen bepalen de chemische eigenschappen van een stof.
Paragraaf 3:
Het massagetal is het totaal aantal deeltjes in de kern, de neutronen en protonen samen.
Een ion ontstaat doordat een atoom elektronen opneemt of afstaat. Het massapercentage
pereken je door de massa atoomsoort te delen door de massa molecuul x 100%.
Paragraaf 4:
Iets wat je kunt uitdrukken en meeten in een getal noem je een grootheid, hierachter zet je
een eenheid. Met de dichtheid kun je het volume van een stof omrekenen in de massa en
andersom. De dichtheid bereken je door de massa te delen door het volume.
Paragraaf 5:
De mol is de hoeveelheid stof, de massa van een mol is de Molaire massa enn wordt
uitgedrukt in gram.
, Hoofdstuk 3
Paragraaf 1:
Om stroom te kunnen geleiden moeten er deeltjes aanwezig zijn die vrij kunnen bewegen.
Stroomgeleiding is een eigenschap op macroniveau, om stroomgeleiding te verklaren kijk je
naar de deeltjes op microniveau.
Er zijn 3 soorten stoffen die elektrische stroom kunnen geleiden:
1. Stoffen die in de vaste én in de vloeibare fase elektrische stroom kunnen geleiden.
(Metalen).
2. Stoffen die alleen in de vloeibare fase elektrische stroom kunnen geleiden. (Zouten).
3. Stoffen die nooit elektrische stroom kunnen geleiden. (Moleculaire stoffen).
Stoffen waarin alleen metaalatomen in voorkomen zijn metalen. Stoffen met een combinatie
van een metaalatoom en een niet-metaalatoom zijn zouten. Stoffen waarin alleen
niet-metaalatomen in voorkomen zijn moleculaire stoffen.
Paragraaf 2:
Als bouwstenen van een stof in een regelmatig patroon zijn gestapeld, vormen ze een
kristalrooster. Het kristalrooster van metalen is een metaalrooster dat ontstaat doordat de
metaalatomen elektronen loslaten. De atomen veranderen dan in positieve ionen. De
elektronen bewegen langs de positieve ionen. De aantrekkingskracht tussen de positief en
negatief geladen deeltjes noem je een metaalbinding. Een zout is opgebouwd uit naast
elkaar geplaatste positieve ionen en negatieve ionen. De binding tussen de ionen is sterk en
dit noem je een ionbinding. Het kristalrooster van een zout wordt een ionrooster genoemd.
Een zoutkristal breekt als je er kracht op uitoefend, dit komt doordat de positieve ionen dan
naast de positieve ionen (of andersom) komen te staan. Een zout noem je ook wel bros.
Metalen kun je wel buigen zonder dat ze breken. Tijdens een vorming van een zout
veranderen de metalen en niet-metalen in positieve en negatieve ionen.
Paragraaf 3:
Het kristalrooster bij moleculaire stoffen is een molecuulrooster. Moleculen hebben geen
lading, daardoor geleiden ze geen elektrische stroom. De naam van een moleculaire stof
heet de systematische naam. De atomen in een molecuul hebben een sterke binding. Bij
een atoombinding binden er twee niet-metalen aan elkaar. Een atoombinding noem je ook
wel een covalente binding. Het aantal bindingen dat een atoom kan vormen heet de
covalentie van een atoom. De samenstelling van een molecuul geef je aan met de
molecuulformule en de bouw geef je aan met een structuurformule.
Paragraaf 4:
De coëfficiënten uit een reactievergelijking geven de molverhouding aan waarin de stoffen
reageren en ontstaan. Het rendement van een proces is het percentage van de theoretische
opbrengst dat bij het proces ontstaat. Het endement bereken je door werkelijke opbrengst
gedeeld door de theoretische opbrengst keer 100%.
Hoofdstuk 4
Paragraaf 1:
In de vaste fase en de vloeibare fase zitten de moleculen dicht op elkaar, doordat ze elkaar
aantrekken. Deze aantrekkingsrkacht heet de vanderwaalskracht, hierdoor ontstaat er een
binding die de vanderwaalsbinding wordt genoemd. Moleculen gaan sneller bewegen als de
temperatuur stijgt. Als een stof verdampt, dan wordt de vanderwaalsbinding verbroken. Hoe
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisamarjolein. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.