Heel het deel van prof. Gerd Verschelden samengevat. Indien je het deel van prof. Piet Taelman, dan mag je me gerust een berichtje sturen! Ik zal je die dan toesturen!
Volledige samenvatting
Basisbegrippen van het recht DEEL IV Kennismaking met het burgerlijk procesrecht
Alles voor dit studieboek
(7)
Geschreven voor
Universiteit Gent (UGent)
1ste Bachelor Rechten
Basisbegrippen Van Het Recht (B001308A)
Alle documenten voor dit vak (53)
Verkoper
Volgen
studentinrechten1
Voorbeeld van de inhoud
DEEL 1: Wat is recht
1 Het recht als een geheel van gedragsregels
recht
® Een geheel van gedragsregelen en ermee samenhangende institutionele voorschriften,
uitgevaardigd en gehandhaafd door of krachtens het maatschappelijk gezag, met het
oog op een rechtszekere, rechtvaardige en doeltreffende ordening v/d maatschappij.
De kwaliteit vd ordening vd maatschappij is afhankelijk van 3 parameters:
1. rechtszekerheid ( juridische technische eisten vereist ) :
° voorspelbaarheid
è Nemo censetur ignorare legem -> Niemand wordt geacht de wet niet te
kennen
Iedereen wordt dus geacht de wet te kennen.
° vastheid
è De wet verandert steeds.
° algemeenheid
è Er zijn veel uitzonderingen.
° onderlinge consistentie
è De wetgever ziet soms zelf niet in dat als hij iets wijzigt het ander wat eraan
vasthangt ook moet wijzigen.
2. rechtvaardigheid :
Het kan evolueren, wat nu rechtvaardig is, gaat binnen 20 jaar niet meer
hetzelfde zijn. Het is tijds- en plaatsgebonden.
( voorbeeld : Oog om oog, tand om tand was vroeger de norm. Nu is dit niet meer
rechtvaardig )
3. doeltreffendheid :
We moeten ons afvragen of de wet werkt of de doelstellingen voldaan zijn, .. als
we een nieuwe wet invoeren. Een systeem van wetsevaluatie. Werkt de wet?
Uitvoerende macht -> de regering Rechterlijke macht -> De magistratuur
Als in strafrecht een regel niet gerespecteerd wordt zul je een klacht moeten indienen.
Bij privaatrecht moet je zelf optreden, bij publiekrecht doet de overheid dit.
We moeten kenners zijn van het recht, maar aanvullen waar onze cliënt ons nodig heeft.
We zijn conflictoplossers. Een akkoord kan soms beter zijn voor uw cliënt dan een vonnis.
Geschillenbeslechting moeten we niet naartoe streven, wel een geschillen oplossing.
Bronnen van Belgisch privaatrecht à art. 1.1 BW
Vervaging v klassieke onderscheiden:
• privaat en publiek
• materieel en formeel
,2 Basisbegrippen
objectief recht
® Het recht als geheel van gedragsregels met specifieke kenmerken.
subjectieve rechten
® Juridische bekrachtigde aanspraken en bevoegdheden die een rechtssubject op
bepaalde zaken of jegens bepaalde personen kan uitoefenen om zijn doelstellingen te
verwezenlijken.
publiekrecht
® Regelt de organisatie en het functioneren vd overheid en bepaalt de
rechtsverhoudingen tussen de verschillende overheden en tussen de overheid en de
burgers.
® Verticale verhouding, de overheid staat sterker dan de burger, zij moeten staatsgezag
ondergaan.
o grondwettelijk recht, bestuursrecht, strafrecht, fiscaal recht, …
privaat
® Bevat rechtsregels die de private rechtsverhoudingen tussen burgers onderling
regelen.
® Horizontale verhouding tussen gelijken.
o personenrecht, familierecht, huwelijksvermogensrecht, erfrecht, …
materieel recht
® Betreffen de inhoud van de gedragsregels die voor rechtssubjecten rechten en plichten
met zich meebrengen.
formeel recht
® Betreffen de handhaving vh materieelrecht.
® Heeft een secundaire, ondersteunende functie.
® Rechtshandhaving gebeurt pas als gedragsregels worden miskend en de vraag rijst
naar de afdwinging van subjectieve rechten. -> Toepassing procesrecht.
De lijn tussen privaat- en publiekrecht is aan het vervagen. De bron van privaatrecht wordt
meer en meer op internationaal & Europees niveau geregeld.
Bronnen van Belgisch privaatrecht:
• het Oud Burgerlijk Wetboek en het Burgerlijk Wetboek :
We mogen nooit spreken of schrijven over ‘ het nieuw Burgerlijk Wetboek ‘. ‘ het nieuw
Burgerlijk Wetboek ‘ wordt ‘ het Burgerlijk Wetboek ‘. En wat ‘ het Burgerlijk Wetboek
‘ was wordt ‘ het oud Burgerlijk Wetboek ‘.
• bijzondere wetten :
Tal van private rechten en plichten. Ze zijn even krachtig, dwingend en aanvullend.
• de gewoonte :
Gaan om ongeschreven dingen. Bindend karakter dat algemeen aanvaard wordt.
• de algemene rechtsbeginselen :
Het verbod van dwanguitvoering op personen. Behalve in context van strafrecht voor
bv in de gevangenis. DNA onderzoek kan niet worden verplicht, wil de betrokkene
geen, dan kan je dit niet afdwingen.
,gewoonterechtelijke regel
® Een regel die voortvloeit uit een bestendig gebruik, waarvan het bindend karakter
steun vindt in de algemene overtuiging.
rechtssubject
® Een persoon voor wie de rechtsnorm rechten en plichten meebrengt. Het kan een
rechts- of natuurlijke persoon zijn.
rechtsfeiten
® Feiten waaraan de rechtsregel gevolgen verbindt. Iets wat gebeurt.
rechtshandeling
® Een of meer personen die de bedoeling hebben om rechtsgevolgen te doen ontstaan.
Een menselijke wilsverklaring ( een procedure inleiden ).
( voorbeeld : ik herken een kind, ik treed in het huwelijk, ik koop een huis, … )
juridische persoonlijkheid
® Het geheel van rechten en plichten v/e rechtssubject.
2 facetten:
o staat vd persoon
o bekwaamheid vd persoon
staat van de persoon
® Het geheel v bepaalde hoedanigheden v/e persoon die zijn rechtspositie in de
maatschappij en de familie bepalen en hem onderscheiden v andere personen.
® 3 elementen:
o staat in de maatschappij :
hoogste niveau; nationaliteit ( elk heeft eigen rechten en plichten )
o staat in de familie :
tussen niveau; gaat over afstamming ( adoptie ) en partnerschap ( trouwen of
echtscheiding )
o staat als enkeling :
het individuele niveau;
§ fysieke elementen : Leven of dood zijn, je gaat van handelingsbekwaam
naar volledig handelingsonbekwaam. En leeftijd.
§ psychische elementen : Je gezondheidstoestand kan ook je rechten
beïnvloeden. Meerderjarige kunnen ook handelingsonbekwaam zijn
door bv een vonnis.
§ civielrechtelijke elementen tot identificering vd persoon : bv Je naam,
je hebt een familienaam om je te plaatsen in een familiestamboom. De
voornaam is er om je te onderscheiden met de anderen uit de familie.
ð Heeft allemaal invloed op je rechtspositie ( = status ).
® De verkrijging v elementen vd staat vd persoon is afhankelijk van:
o rechtsfeiten ( je geboorte )
o materiële rechtshandelingen
o rechterlijke uitspraken ( een echtscheidingsvonnis )
o een wet ( de overheid kan de nationaliteit v/e persoon veranderen naar een
Belg als die dat wilt.
, Burgerlijke staat en de burgerlijke stand is niet hetzelfde! Burgerlijke stand is erop gericht van
rechtshandelingen te administreren. Gemeentelijke administratie, wat er met je staat gebeurt
door rechtshandelingen of rechtsfeiten. Het ene is de administratie van de ander.
bezit van staat
® Bewijst naar het feitelijk gedrag. Gaat over sociaal gedrag dat een persoon stelt tov de
andere persoon. Sociaal gedrag, ‘ zich gedragen ‘ als.
( voorbeeld : Er kan een man bezit van staat hebben over een kind, waar hij niet de
biologische vader van is. Hij gedraagt zich als bezit van staat. Het moederschap wordt
ook bewezen als bezit van staat.
Bij lesbische vrouwen kan je bij bezit van staat hebben als moeder en meemoeder.
ð enkelvoudig karakter )
feitelijk bekwaamheid
® De feitelijke mogelijkheid die een persoon bezit om een bepaalde daad te stellen.
rechts- of genotsbekwaamheid
® De bevoegdheid om titularis te zijn van rechten en plichten.
handelingsbekwaamheid
® De bevoegdheid om rechten en plichten zelfstandig uit te oefenen.
2.1 Natuurlijke / fysieke personen
natuurlijke / fysieke personen
® Elk levend en levensvatbaar geboren mens, zonder uitzondering.
Dieren hebben gevoelens en kunnen rechten hebben ( dierenrechten ), ze hebben geen
juridische plichten. Dieren zitten tussen de categorie van mens en voorwerpen.
Een embryo heeft geen rechten en plichten. Het wordt wel beschermd door de strafrecht. Je
kan abortus plegen, MAAR tot 12 weken.
Je bent pas drager van rechten en plichten vanaf de levende en levensvatbare geboorte ( niet
vanaf de verwekking ).
Een verwerkt kind geniet rechten, maar heeft geen plichten, dus geen juridische
persoonlijkheid.
Wanneer er een kind dood wordt geboren heeft die geen juridische persoonlijkheid. Geen
titularis v rechten en plichten. Er kan wel een akte worden gemaakt v/e levenloos kind.
minder dan 140 dagen -> geen mogelijkheid
tussen de 140 en 180 dagen -> mogelijkheid, maar is een keuze
na de 180 dagen -> de akte wordt gemaakt
De moeder heeft wel recht op sociale zekerheid en moederschapsverlof etc.
Een verwekt kind kan dus genieten van erfrecht, schenkingen, erkenning, schadevergoeding
etc.
Verwekt kind 180 dagen in buik -> kon nooit levend en levensvatbaar ter wereld komen, 300
dagen is een hele lange zwangerschap.
vermoeden juris tantum -> tegenbewijs kan worden geleverd
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studentinrechten1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €15,48. Je zit daarna nergens aan vast.