4.3 Eukaryoten
Schimmels
Schimmels bezitten geen chlorofyl. Ze zijn heterotroof en belangrijk voor de afbraak van
organische stoffen in de natuur. Gisten zijn eencellige schimmels. Meercellige schimmels
zijn meestal opgebouwd uit lange schimmeldraden.
Schimmels kunnen voedsel doen bederven. Ook worden ze ingezet bij de bereiding van
voedingsmiddelen (bv; kaas, sojasaus, wijn, bier). Sommige schimmelsoorten veroorzaken
ziekten bij planten, dieren of mensen (bij de mens: zwemmerseczeem). Uit schimmels
worden ook geneesmiddelen bereid. Verschillende soorten penseelschimmel produceren
stoffen die worden gebruikt als antibiotica.
Meercellige schimmels planten zich voort door sporen. Bij eenvoudige schimmelsoorten,
zoals de penseelschimmel, ontstaan sporen aan de uiteinden van schimmeldraden die uit de
voedselbron omhoogsteken. Bij andere schimmelsoorten ontstaan de sporen in speciale
voortplantingsorganen de paddenstoelen.
Planten
Planten hebben celwanden om hun cellen. Dankzij de chloroplasten in hun cellen zijn ze
autotroof. Het plantenrijk wordt ingedeeld in groepen met verschillen in het aantal cellen, de
wijze van voortplanting en intern transport. Sommige eencellige eukaryoten hebben cel
kenmerken van planten, zoals bepaalde algen. Algen zijn eencellig wieren. Wieren, mossen,
paardenstaarten en varens planten zich voort door sporen. Deze vier groepen worden
samen sporenplanten genoemd. Paardenstaarten, varens en zaadplanten hebben
transportvaten, voor het vervoer van stoffen. Deze drie groepen worden samen vaatplanten
genoemd.
Dieren
Dieren hebben geen celwanden om hun cellen. Door het ontbreken van chlorofyl zijn ze
heterotroof. Criteria voor de indeling van het dierenrijk zijn een- of meercelligheid, symmetrie,
het soort skelet en resultaten van moleculair onderzoek.
Eencelligen
Sommige eencellig eukaryoten hebben cel kenmerken van dieren (bv; pantoffeldiertje en
amoebe). Een pantoffeldiertje heeft trilharen. Trilharen zorgen voor de voortbeweging en het
transport van voedsel naar de celmond. Aan het eind van de celslokdarm ontstaan
voedingsvacuolen, waarin het opgenomen voedsel wordt verteerd. Onverteerde
voedselresten worden verwijderd via de celanus.
Geleedpotigen
Het uitwendige skelet van alle geleedpotigen bevat chitine. Door de stijfheid van het skelet is
groei alleen mogelijk tijdens vervellingen. In de levenscyclus van insecten ziet het volwassen
stadium er vaak heel anders uit dan de larve (de vorm waarin het insect het ei verlaat). De
larven vervellen ongeveer 4x. De larve kruipt dan uit het chitinepantser. Voordat het
volgende chitinepantser is gevormd, groeit de larve snel. Als de larve is uitgegroeid, vindt
metamorfose (gedaantewisseling) plaats. De larve verandert dan in een pop en in een
imago (een volwassen insect). Na een paring worden eitjes gelegd en begint de cyclus
opnieuw.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper benteessens. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.