Samenvatting ‘Nieuwe Business Modellen’
Hoofdstuk 1-5 en 7-10
Hoofdstuk 1 Welkom bij de WEconomy
Het huidige economische system heeft zijn grenzen bereikt. We moeten op zoek naar nieuwe
verdienmodellen, naar nieuwe organisatiemodellen, om dat wat van waarde is te organiseren. Aan de hand
van zes stromingen wordt een economische en maatschappelijke transitie zichtbaar gemaakt.
1.1 Leven in een tussentijd
We leven in en spannende, tegenstrijdige, ‘vloeibare’ maar ook energieke en beloftevolle maatschappij. Een
maatschappij met een verwarrend aantal ontwikkelingen die elkaar vaak ook nog tegenwerken. Het huidige
economische system zit aan zijn grenzen. We moeten op zoek naar nieuwe verdienmodellen, naar nieuwe
organisatiemodellen om dat wat van waarde is te organiseren. Om innovatie te kunnen stimuleren is er meer
nodig dan geld. Er komen andere waarden in het spel, het gaat om het samen organiseren van welzijn en niet
alleen om welvaart.
We zitten in een crisis van waarden (vervuiling, vervreemding, schaarste, etc.). Een beetje anders helpt niet.
Het gaat om meer dan optimaliseren, (eco-efficiency) en besparen. De complexiteit van de maatschappelijke
vraagstukken vraagt om een transformatie van onze economie.
1.2 Een stille revolutie
Er is een stille revolutie gaande die de wereld een beetje bij beetje ter discussie stelt en op zijn kop zet. We
zien dit soort ontwikkelingen op allerlei terreinen: energie, gezondheidszorg, verzekeringen, landbouw en
voedsel, financiën, etc. Daarnaast neemt de hechting aan materiële welvaart af, zeker bij de jongeren
generatie, en gaat het primair om de diensten, de functies die deze spullen leveren. Niet het hebben van een
auto is bijvoorbeeld van belang, maar de mogelijkheid om van A naar B te komen.
Bedrijven en bottum-up initiatieven lopen tegen grenzen aan en beginnen zich te realiseren dat weliswaar het
spel nog wat beter, slimmer en groener te spelen is, maar dat om weer een paar stappen verder te komen ook
echt andere spelregels nodig zijn en dat de verhouding tussen de spelers daarmee ook radicaal verandert.
Een aantal maatschappelijke ontwikkelingen sluit niet meer aan bij de beweging van onderop:
• Financiering: klassieke financieringsmodellen passen niet goed bij nieuwe ‘grassroots’ benaderingen. Dat
geldt zowel voor private financiering (banken, verzekeraars) als voor financiering door overheden. Wat zijn
nieuwe modellen die wel passen?
• Organisatie, spelers: wie zijn eigenlijk de spelers die de beweging vormgeven? Hoe verhouden die zich tot
elkaar? Hoe kunnen conventionele partijen (overheden, bedrijven) zich verhouden tot die spelers?
• Institutionele infrastructuur: transitie vergt vernieuwing en ‘verslimming’ van de institutionele infrastructuur.
Dat kan beginnen met ‘probeerzones’ of ‘regelluwe’ gebieden, maar vraagt toch uiteindelijk om aanpassing
van regels en beleid, van fiscalisering en regulering. Wie doet de eerste stappen?
1.3 Werken aan de WEconomy
Onmiskenbaar zitten we middenin een transitie. Want veranderende spelregels en spelers vragen om het
heroverwegen van wat we als maatschappij samen willen regelen en dat geen enkele bedrijf geen initiatief of
individu, laat staan de overheid, zelfstandig kan regelen. Er zijn zes trens die we samen de WEconomy
noemen:
1. Circulaire economie de dominante economie kenmerkt zich door een lineair proces model (input,
transformatie, output, waste, partieel recyclen) met als output producten. Dit model is ongelofelijk inefficiënt
omdat het functioneert op basis van steeds weer nieuwe grondstoffen. In een circulair model staan niet de
producten maar de grondstoffen centraal. Kern is die grondstoffen steeds weer opnieuw te gebruiken.
2. Functionele economie kern is dat bedrijven verantwoordelijk blijven voor het functioneren van producten
ook nadat deze zijn geleverd; de consument koopt de functie, dus kilometers, warmte, zitcomfort, licht of
een wasbeurt. Cruciaal wordt het in goede staat houden van al geleverde producten teneinde de kosten
van onderhoud en hergebruik zo laag mogelijk te houden. Dat kan als producten worden ontworpen die
lang mee gaan en die gemakkelijk gerepareerd kunnen worden.
3. Bio-based economie gaat over de verschuiving van een economie die draait op fossiele grondstoffen
naar een economie die draait op biomassa als grondstof: van ‘fossil based’ naar ‘bio based’. In een bio
based economie gaat het dus over het gebruik van biomassa voor niet-voedsel toepassingen. Deze
toepassingen zijn bijvoorbeeld chemicaliën, materialen, transportbrandstoffen, elektriciteit en warmte.
1