Een samenvatting van hoofdstuk 2 t/m 8 van het boek Procesmanagement en de SqEME-benadering : een horizontale kijk op organiseren de derde druk.
De samenvatting bevat afbeeldingen uit het boek als voorbeeld.
,Inhoud
2. Methodiek ............................................................................................................................................ 4
2.1 Denkmodel ..................................................................................................................................... 4
2.2 principes ......................................................................................................................................... 4
3. Procesmanagement en de SqEME-benadering ................................................................................... 6
3.1 procesmanagement, het werken aan de organisatie .................................................................... 6
3.2 Processen, de werkwoorden van de organisatie ........................................................................... 6
3.3 Het beschrijven van processen ...................................................................................................... 6
3.4 Werken aan de ontwikkeling van de organisatie ........................................................................... 7
3.5 Architectuurbenadering: Taal en Tekens ....................................................................................... 7
3.6 Taal- en tekenconventies ............................................................................................................... 7
4. Blauwdruk ............................................................................................................................................ 9
4.1 Vormgeven van het bedrijfsvoeringsmodel ................................................................................... 9
4.2 Beschrijven van resultaatgebieden ................................................................................................ 9
4.3 Het ontwikkelen van de blauwdruk ............................................................................................. 10
4.4 Basismodel voor de gehele bedrijfsvoering ................................................................................. 11
4.5 Tips en trucs bij het blauwdrukvenster ........................................................................................ 12
4.6 Procesverantwoordelijkheid volgens dit venster......................................................................... 12
5. Berichtenverkeer ................................................................................................................................ 14
5.1 Specificeren van berichten ........................................................................................................... 14
5.2 Rekening houden met randvoorwaarden .................................................................................... 17
5.3 Universal data Element framework ............................................................................................. 17
5.4 tips en trucs bij het berichtenverkeervenster.............................................................................. 18
5.5 Procesverantwoordelijkheid volgens dit venster......................................................................... 18
6. bestek ................................................................................................................................................. 20
6.1 soorten spelers ............................................................................................................................. 20
6.2 Treffen van voorzieningen ........................................................................................................... 22
6.3 Tips en trucs bij het bestekvenster .............................................................................................. 23
6.4 Procesverantwoordelijkheid volgens dit venster......................................................................... 24
7 Bureaublad .......................................................................................................................................... 25
7.1 Beschrijven van processen ........................................................................................................... 25
7.2 Prestatiekenmerken ..................................................................................................................... 28
7.3 tips en trucs bij het bureaublad venster ...................................................................................... 28
7.4 Procesverantwoordelijkheid volgens dit venster......................................................................... 29
,8. omgaan met procesverantwoordelijkheid ......................................................................................... 30
8.1 Van processen als project naar procesmanagement ................................................................... 30
8.2 Waar mensen werken worden processen gemanaged ............................................................... 30
8.3 Er zijn verschillende stijlen van procesmanagement ................................................................... 30
8.4 Het is een keuze om de procesverantwoordelijkheid te formaliseren ........................................ 31
8.5 Verantwoordelijkheid voor processen organiseer je anders dan voor resultaten ...................... 31
8.6 De scope van een procesverantwoordelijke ................................................................................ 31
8.7 Procesrollen met een verschillende scope .................................................................................. 32
8.8 De focus van een procesverantwoordelijke................................................................................. 32
8.9 Bijzondere aandacht voor de ‘procesauditor’ ............................................................................. 32
,2. Methodiek
Het basisprincipe van de SqEME-methode is dat een organisatie primair een bundeling van processen
is, waar gedreven professionals uitvoering aan geven. Mensen staan centraal bij het organiseren van
werk. Dus organisatieontwikkeling gaat primair over het beïnvloeden van het collectief van
individuen.
2.1 Denkmodel
De SqEME-methode bestudeert een organisatie via de volgende vragen;
- Wat zijn de wezenskenmerken van de organisatie?
- Wat zorgt voor beweging in de organisatie?
- Hoe is de organisatie concreet vormgegeven?
- Hoe hebben wij een gezamenlijk beeld van de dynamiek in de organisatie?
Dit sociale systeemperspectief vereist in plaats van een deterministisch denkmodel, een denkmodel
met een meer holistische grondslag.
Holistisch => Gegrondvest op een leer ter verklaring van het leven, waarbij de nadruk wordt
gelegd op de totaliteit, de
onderlinge samenhang en de
samenwerking van delen.
Constitutie Chemie
Dit komt tot uiting in de tabel hiernaast.
Elk venster heeft een eigen verhaal en
kan niet los worden gezien van het
holistische geheel.
De vensters zijn aanvullend en leiden tot
een consistent, specifiek en verifieerbaar
Corrospondentie Constructie
begrip van de werkelijkheid.
Constitutie staat voor de hoofdlijnen, voor de ethiek en voor de wezenlijke kenmerken van de
organisatie. Ook vraagt het waarom iemand de organisatie “mooi” zou vinden. Het vormt het DNA
van de organisatie.
Chemie staat voor de communicatie intern en extern; het krachtenspel tussen belangen en
belanghebbende. Het stelt de vraag “waar zit de energie en wat betekend het voor jou?”
Constructie gaat om het tastbare deel van de organisatie en kijkt naar de inzet van mensen en
middelen, en de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden.
Correspondentie kijkt hoe de organisatie het doet. Het kijkt naar resultaten en doelen. Via hier
verkregen beelden kunnen initiatieven ontstaan om iets te kunnen ondernemen in de constitutie, de
chemie of de constructie van de organisatie.
2.2 principes
Er zijn 4 principes leidend binnen de SqEME-methode:
Resultaatgericht management in de context van inclusief denken en opensysteemdenken.
Informatievoorziening als aanjager voor het horizontaal organiseren
Bouwstenen en patronen voor het ordenen van processen
, De vakvolwassen medewerker als uitgangspunt
Resultaatgericht management in de context van inclusief denken en opensysteemdenken.
Inclusief denken betekend dat men pas tot volle ontplooiing komt als hij niet alleen op zichzelf blijft
en zijn persoonlijke doelen nastreeft, maar juist moet zoeken naar een steeds grotere samenwerking
met anderen. Hierbij volgt de SqEME-methode de aanwijzingen;
Men moet zich ervoor behoeden zichzelf superieur te achten boven de anderen en moet
‘self-righteousness’ vermijden.
Men moet ervan uitgaan dat de ander ernst is met zijn mening.
Men moet bereid zijn naar de ander te luisteren en zich rekenschap te geven van de eigen
overtuiging.
Men moet oppassen voor stereotyperingen.
Men moet een vorm vinden om samen te werken en samen te leven door elkaar te helpen
en aan te moedigen, met waar nodig duidelijke kritiek en als het moet verzet.
Informatievoorziening als aanjager voor het horizontaal organiseren
De SqEME-methode gaat er van uit dat een organisatie vooral aankomt op de onderlinge
communicatie. SqEME legt dan ook vooral nadruk op de informatie/communicatie processen en op
de juistheid en compleetheid van de informatie. De informatie moet aanzetten tot actie.
Bouwstenen en patronen voor het ordenen van processen
Ieder proces is uniek en zal nooit meer in precies de zelfde vorm worden uitgevoerd, SqEME ziet de
beschrijvingen hiervan dan ook meer als een hulpmiddel om patronen te ontdekken en ordenen.
De vakvolwassen medewerker als uitgangspunt
Voor SqEME zijn organisaties in de eerste plaats mensen. De kwaliteit van een organisatie wordt in
grote maten bepaald door de kwaliteit van de individuen die er werken. Vakvolwassenheid duidt op
zowel vaardigheden, ervaring en competenties ook op een vorm van maturiteit, betrokkenheid en
gedeelde waarden. Een vakvolwassen medewerker is iemand die in staat is de consequenties van
zijn eigen handelen te overzien, en daardoor van de regels durf af te wijken als dat nodig is.
, 3. Procesmanagement en de SqEME-benadering
3.1 procesmanagement, het werken aan de organisatie
Procesmanagement gaat over het geschikt maken voor gebruik, door het inrichten en continu
verbeteren van een organisatie.
Procesmanagement vormt de brug tussen organisatiegebieden en resultaatgebieden. Wederkerig
vormen de resultaten aanleiding voor een heroverweging van de organisatie. Het model vormt zo
een PDCA-cyclus, ofwel plan do check act cyclus.
Naast modellen zijn er in kwaliteitsmanagement een aantal normseries van grote waarde. Veel
organisaties hebben het kwaliteits-, milieu-, of veiligheidsmanagementsysteem via processen
beschreven en geïmplementeerd.
Kenmerkend voor kwaliteitsdenken is het Richten
abstractieniveau waarop procesmanagement visie, missie,
beleidsstrategie
wordt opgepakt. Deze zijn;
Inrichten en instant houden
“Framing” ofwel “Richten” Werken aan de
bedrijfsvoering
“Alignment” ofwel “inrichten en
instant houden” Verrichten
“Deployment” ofwel “verrichten” Werken met de bedrijfsvoering
3.2 Processen, de werkwoorden van de organisatie
Processen – Werkwoorden
Informatievoorziening – Zelfstandige naamwoorden
Veelgebruikte combinaties van werkwoorden en zelfstandige naamwoorden leveren een patroon van
werken op. Dit patroon geeft zicht op de essentie van de organisatie en is dus interessant bij het
inrichten van de organisatie.
Wanneer processen worden beschouwt in hun abstractie kunnen zij worden gebruikt als de
bouwstenen van de organisatie -> Een clustering van van werkwoorden en zelfstandige
naamwoorden vormt de abstracte beschrijving van de wijze waarop professionals resultaten leveren.
De processen zijn als bouwstenen ‘implementatievrij’ en voor mensen uit verschillende organisaties
herkenbaar. Het begrip van processen wordt hierdoor op abstractieniveau uitwisselbaar, waardoor
andere organisaties hiervan kunnen leren en beter kunnen aansluiten bij samenwerking.
Bouwstenen kunnen gezien worden als grote brokken of juist als een hele rij kleine brokjes
bedrijfsvoering.
Wanneer bouwstenen als grote brokken worden ingevoerd of verandert zal men spreken van een
reorganisatie of organisatie-uitbreiding, Wanneer ze gezien worden als een rij kleine brokjes die
continu veranderen wordt een meer incrementeel verbeterperspectief gehanteerd.
3.3 Het beschrijven van processen
In SqEME worden processen weergegeven in een procesarchitectuur. Hierin wordt beschreven om
welke processen het gaat, hoe die met elkaar samenhangen en hoe ze elkaar beïnvloeden.
Wanneer gekeken wordt naar tot hoever je moet gaan bij het beschrijven van processen, stelt de
SqEME methode dat dit bekeken moet worden op het niveau “inrichten en tot stand houden” want
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MiekevCorven. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.
