Domein A
Als je jou, financiële keuzes goed begrijpt, dan ben je financieel zelfredzaam, dit wordt financiële
zelfredzaamheid genoemd.
Als je, na je middelbare school kiest voor een opleiding dan kies je voor:
- Investering in jezelf: doordat je beter geschoold bent verdien je later meer geld
- Investering in het vestigingsklimaat van het land: De economie wordt verbeterd
Men verzekert zich omdat men een risico loopt, dit is de kans op een gebeurtenis met een negatieve
(financiële) afloop. Je kunt je hiervoor verzekeren, dan betaal je per periode een premie. Er zijn 2
soorten verzekeringen:
- Schadeverzekeringen: als je schade lijdt, keert de verzekeraar een bedrag uit die niet hoger is
dan de schade.
- Levensverzekering: Bij het bereiken van een bepaalde leeftijd of het overleiden wordt er
(periodiek) (een) bedrag(en) uitgekeerd.
Als je geld op de bank zet, dus spaart, dan ontvang je hierover rente. Maar dit is vrij weinig, al
helemaal omdat je geld minder waard wordt door de inflatie. In Nederland hebben we een
depositogarantiestelsel, hierdoor krijg je minimaal €100.000 van je geld terug als de bank failliet
gaat.
De rente is afhankelijk van:
- De looptijd, er zijn 2 soorten spaartegoeden:
- Direct opneembare spaartegoeden: je kunt je geld op elk moment opnemen
- Niet-Direct opneembare spaartegoeden: je kunt je geld niet op elk moment opnemen
Doordat de bank bij de eerstgenoemde altijd geld klaar moet hebben liggen ontvang je bij de
2e, waar dit niet zo is, meer rente.
- De hoogte van het bedrag: je ontvangt een percentage over je spaargeld
- Ontwikkelingen op de financiële markt: Als er veel geld beschikbaar is, dan daalt de rente, is
dit niet zo, dan stijgt de rente. Er kan meer of minder geld komen als de ECB, de Europese
Centrale Bank meer/minder geld beschikbaar stelt.
Dit noem je vrijwillig sparen, niemand dwingt jou, ook is er verplicht sparen. Je wordt verplicht om
te sparen zoals bij je bedrijfspensioen, de baas legt hierbij geld voor jou apart voor later.
Als je leent, krijg je vaak een rente- en aflossingsverplichting. Omdat jij jouw consumptie eerder
wilde moet jij in de toekomst zowel rente als aflossing aan de schuldeiser betalen. Een schuldeiser
vraagt rente omdat:
- Hij een vergoeding wil
- Als de lening niet terugbetaald wordt, krijgt hij wel geld door rente
- De kosten voor hem, zoals administratiekosten, worden gedekt
Er zijn 2 vormen van krediet:
- Consumptief krediet: om een consumptie te kopen, die niet als onderpand kan dienen. Er zijn
er verschillende:
-Doorlopend krediet: De rente en aflossingen staan niet vast
-Persoonlijke lening: De aflossingen staan wel vast en je mag geen nieuwe lening afsluiten
voordat de oude is afgelost
, - Koop op afbetaling: Je koopt een product en betaald de eigenaar in termijnen terug, in de
tussentijd is het product wel van jou
- Huurkoop: Je koopt een product en betaald de eigenaar in termijnen terug, in de tussentijd
is het product niet van jou
- Hypothecair krediet: een krediet met een onderpand
Er zijn 2 personen:
- De hypotheekgever, die het geld geeft
- De hypotheek nemer, die het geld krijgt
Er zijn 2 soorten hypotheken:
-Lineaire hypotheek: Je lost periodiek hetzelfde bedrag aan aflossing af, daarop komt nog
rente
-Annuïteiten hypotheek: Je lost periodiek aan rente en aflossing hetzelfde bedrag af
Bij het kopen van een huis komen verschillende partijen kijken:
- Makelaar: smeert je een huis aan
- Hypotheekadviseur: helpt je met het vinden van de juist hypotheek bij de juiste
hypotheekverstrekker zoals de bank.
- Taxateur: bepaald de (objectieve) waarde van de woning
- Notaris: registreert de hypotheek en het huis en stelt de officiële documenten op.
De hypotheekverstrekker kijkt of jij het kunt betalen, hij kijkt naar:
- Is je inkomen toereiken: heb je genoeg inkomen
- Is je inkomen vast
Zowel aan kopen als huren zitten voor- en nadelen. Zo kun je bij huren makkelijker verhuizen, weinig
onderhoud en minder belastingen maar de prijzen zijn hoger en je bouwt geen vermogen op.
Er zijn 2 soorten van rente, ofwel interest:
- Enkelvoudige interest: interest x aantal periodes
- Samengestelde interest: Je ontvangt rente over rente
interestaantal periodes
Stel, je hebt een bedrag dat je over een bepaalde periode wilt hebben, bijvoorbeeld €100.000 over
15 jaar. Dit bedrag noem je de contante waarde, de waarde van een bedrag over een bepaalde
periode. De interest is 2,4% per jaar. Hoeveel moet je dan vandaag storten. Dit bereken je door:
100.000 x 1,024-15
Er zijn verschillende samenlevingsvormen:
- Huwelijk: Je kunt met elkaar trouwen als:
- Je niet getrouwd bent
- Je meerderjarig bent
- Geen bloedverwant bent
- Je beide het huwelijk aan wilt gaan
Je huwelijk moet aangegeven worden bij de gemeente, dit is het ondertrouwen. Het echte
huwelijk wordt gedaan door de ambtenaar van de burgerlijke stand en minimaal twee