Personen- en Familierecht || 2022/2023
Afstamming
Adoptie
Gezag
Kinderbescherming
Huwelijk/GP
Echtscheiding
Ouderschap na scheiding: gezag en omgang
Minderjarigheid
Naam
Nationaliteit
Partner- en kinderalimentatie
Bescherming meerderjarigen
Levenstestament
,Personen- en Familierecht || 2022/2023
Personen- en Familierecht
Personenrecht: de regels betreffende de rechtspositie van de persoon als zodanig, waartoe gerekend onderwerpen als begin en
einde van persoonlijkheid, naam, woonplaats etc.
Familierecht: de rechtsverhoudingen die uit samenlevingsvormen, te weten huwelijk en geregistreerd partnerschap en die uit
afstamming voortvloeien: het sluiten en ontbinden van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap, de rechtspositie van
kinderen, en het over hen uitgeoefende gezag.
Family life: het hebben van ‘familie- en gezinsleven’ met een ander, vaak een kind, een belangwekkend criterium geworden,
van belang en soms zelf bepalend voor de vraag of er familierechtelijke rechten en verplichtingen bestaan of kunnen bestaan.
Artikel 8 EVRM. In het algemeen: er moet voor familie- en gezinsleven wel een ‘wettig en serieus huwelijk’ zijn.
Vroeger: algemeen aanvaarde opvatting dat de eerbiediging van het familie- en gezinsleven alleen de bescherming van het
individu tegen willekeurige inmenging door de Staat in het familie- en gezinsleven impliceert.
Sinds het Marckx-arrest: staat vast dat de eerbiediging van het familie- en gezinsleven voor de Staat ook positieve
verplichtingen met zich brengt.
Family life aangenomen – capita selecta (uitgangspunten)
o Moeder en kind. Art.8 EVRM maakt geen onderscheid tussen de op het huwelijk gebaseerde en de buitenhuwelijkse
familie. Huwelijk niet van belang bij sprake van family life. (EHRM Marckx-arrest)
o Ouders en staande hun huwelijk geboren kinderen, ook al wonen de ouders op dat moment niet samen (EHRM
Berrehab t. Nederland).
o Een kind – geboren tijdens of na samenleving van niet gehuwde (bio) ouders – en diens biologische vader (EHRM
Johnsten t. Ierland) (EHRM Keegan t. Ierland)
o Idem, ook zonder samenleving mogelijk, maar wel langdurig affectieve relatie (EHRM Kroon t. Nederland)
o Enkel biologisch vaderschap is niet voldoende, ‘bijzondere of bijkomende omstandigheden vereist'
o Tussen nauwe verwanten – grootouders en kleinkinderen bijvoorbeeld – kan een band die ‘familie- en gezinsleven’
omvat, bestaan. Dan moeten er wel daadwerkelijk nauwe betrekkingen tussen deze personen zijn.
o Een adoptie leidt eveneens tot het bestaan van familie- en gezinsleven, mits de adoptie wettig is en het geen
schijnhandeling betrof.
o Tussen pleegouders en hun pleegkind bestaat geen bloedverwantschap, maar kan wel een zodanig nauwe band zijn
gegroeid dat familie- en gezinsleven moet worden aangenomen.
,Personen- en Familierecht || 2022/2023
Afstamming
Familierechtelijke betrekking (art.1:197 BW): kind, ouders en hun bloedverwanten staan in familierechtelijke
betrekking tot elkaar.
Bloedverwantschap (art.1:3 lid 1 BW) de betrekking tussen personen van wie de een van de ander afstamt –
bloedverwantschap in de rechte linie – of tussen personen die een gemeenschappelijke stamvader hebben –
bloedverwantschap in de zijlinie.
Juridische bloedverwantschap: het bestaan van een rechtsverhouding tussen de bloedverwanten, de familierechtelijke
betrekking. Het is een relatie tussen personen, die in beginsel gebaseerd is op een biologische betrekking: de
afstamming, de geboorte uit bepaalde ouders.
Aanverwantschap (art.1:3 lid 2 BW) berust op het huwelijk of het geregistreerd partnerschap: door het huwelijk of het
geregistreerd partnerschap ontstaat aanverwantschap tussen de ene echtgenoot/partner en de bloedverwanten van de andere
echtgenoot/partner.
De graad van aanverwantschap is gelijk aan de graad van bloedverwantschap tussen de andere echtgenoot/partner en
diens bloedverwant.
Graad berekenen: Geboorten tussen twee personen tellen in rechte lijn of in zijlijn.
BV: Neef = 4e graad bloedverwant in zijlijn. (kind-moeder/ moeder-oma/ oma-tante/ tante-neef.
Soorten ouders:
Juridisch ouders
Biologisch ouder: verwekker, donor of geboortemoeder.
Sociale ouder: degene die voor het kind zorgt.
Pleegouder: degen die in kader jeugdbeschermingsmaatregel voor het kind zorgt.
Stiefouder: echtgenoot/GP van ouder
Moeder (art.1:198 lid 1 BW)
a) De vrouw uit wie het kind is geboren.
b) De vrouw die tijdens de geboorte met bovengenoemde moeder is getrouwd + verklaring Stichting kunstmatige
donorbevruchting, waaruit anonimiteit donor blijkt
a. Indien bekende donor, dan moet duomoeder erkennen.
c) Door erkenning.
d) Door gerechtelijke vaststelling.
e) Door adoptie.
Let op: Duomoederschap
1:198 lid 1 sub B: 2 vrouwen juridisch samen ouder > vanaf 2014 = duomoederschap
Vader (art.1:199 lid 1 BW)
a) De man die op tijdstip geboorte met (geboorte)moeder is getrouwd.
b) Bij de geboorte na ontbinding huwelijk door overlijden: 306 dagen-regel.
c) Door erkenning.
d) Door gerechtelijke vaststelling.
e) Door adoptie.
Ontkenning ouderschap:
Vaderschap art.1:200 BW > ogv 1:199 sub a of sub b BW
o Door juridisch vader of moeder > Niet, indien man voor het huwelijk of GP kennis had of ermee heeft
ingestemd.
Moeder (1:200 lid 5 BW): 1 jaar na geboorte kind.
o Door kind
(1:200 lid 6 BW): binnen 3 jaar nadat kind bekend is geworden met biologische vader, tenzij
minderjarigheid dan 3 jaar na meerderjarig worden.
Duomoederschap art.1:202a BW (moeder niet biologische moeder)
o Moeder 1:198 sub a en sub b (beide moeders). > Niet, indien moeder voor het huwelijk of GP kennis
had of ermee heeft ingestemd.
Moeder (1:202a lid 3 BW): binnen 1 jaar na geboorte kind.
o Kind
(1:202a lid 4 BW: binnen 3 jaar na meerderjarig worden.
Rechtsgevolgen (1:202 BW): Geacht nooit familierechtelijke betrekking te zijn geweest.
, Personen- en Familierecht || 2022/2023
Erkenning (art.1:203 BW)
Vereisten:
Akte door ambtenaar burgerlijke stand of notaris;
Bij notariële akte.
Werking (vanaf tijdstip erkenning is gedaan (1:2 BW voor geboorte, dan vanaf geboorte familierechtelijke betrekking).
Erkenning is onherroepelijk
Nietige erkenning (art.1:204 BW)
Erkenner is een te nauwe bloedverwant, zie 1:41 sub a BW.
Erkenner moet 16 jaar of ouder zijn (sub b).
Het kind is nog geen 16, dan toestemming moeder (of vader) vereist (sub c).
Het kind is 12 jaar of ouder, kind ook toestemming voor erkenning geven (sub d).
Erkenning nietig en onmogelijk als er al twee ouders zijn (sub e).
Vervangende toestemming (art.1:204 lid 3 BW)
Toestemming moeder (kind <16) of toestemming kind 12 jaar of ouder.
Toestemming RB vervangt toestemming moeder of kind 12 jaar of ouder, tenzij de belangen van de moeder bij een
ongestoorde verhouding met het kind schaadt of ontwikkeling van het kind in het gedrang komt.
Door wie?
o Lid 3: Verwekker van het kind
o Lid 3: Biologische vader geen verwekker (= donor) + NPB
o Lid 4: Levensgezel moeder die met de daad tot verwekking heeft ingestemd. (belang kind)
HR Vervangende toestemming tot erkenning
A wordt zwanger van B, beiden minderjarig. Relatie verbroken en kind C geboren. A trouwt later met D.
Alleen A is ouder. Geen juridisch vader.
B en D zijn geen juridisch ouder geworden, want buiten huwelijk.
B wil erkennen, maar geen toestemming van A.
o Klacht 1 bij HR: Verwekker alleen recht om erkenning te verzoeken, indien sprake is van family life.
HR: wetgever wel bewust afgezien van family life tussen verwekker en kind. Als verwekker ben je
ontvankelijk in je verzoek.
o Klacht 2 bij HR: RB had relatie moeder-kind voorop moeten stellen en vervolgens belang van vader.
HR: niet waar. Uitgangspunt kind en verwekker hebben aanspraak op hun relatie rechtens wordt
erkend als een familierechtelijke rechtsbetrekking. Mits niet de verhouding van het kind-moeder zou
schaden. (Moeder al een nieuw gezin begonnen is niet voldoende).
o Klacht 3: Neerslag relatie nieuwe echtgenoot + kind
HR: niet aanvaard. Kind enige weerslag ondervindt tussen hem en echtgenoot moeder, schade aan
zijn belangen als bedoeld in art.1:204 lid 3 oplevert is niet voldoende.
HR toestemming voorwaardelijk I
A wordt zwanger, half jaar voor geboorte relatie verbroken. A weigert toestemming, B wil erkennen.
Lopende de procedure geeft A aan de nieuwe partner toestemming om het kind te erkennen. >> Dus 2 ouders.
HR: Moeder kan vervangende toestemming door de rechter niet blokkeren door een ander toestemming voor erkenning
te verlenen, d.w.z.:
o Vanaf moment indienen verzoek tot vervangende toestemming tot aan de definitieve beslissing, kan de
moeder aan een ander slechts voorwaardelijke toestemming geven. Deze heeft alleen gevolg indien de
vervangende toestemming wordt geweigerd.
HR toestemming voorwaardelijk II
Verwekker heeft nog geen verzoek bij RB ingediend, maar wel laten weten dat hij wil erkennen via vervangende
toestemming.
Voorwaardelijke toestemming werkt vanaf moment ontvangst brief van verwekker aan moeder/advocaat met
verzoek om toestemming. Vanaf dan is toestemming aan een ander voorwaardelijk.
Verwekker heeft na versturen brief 3 maanden om verzoek vervangende toestemming bij RB in te dienen.