Loopbaan en burgerschap – Extra vragen
Hoofdstuk 1 : Democratie en wetgeving
1. Wat betekent de zin ‘Nederland is een parlementaire democratie’?
Dat betekent dat het parlement, namens de bevolking, de regering controleert en samen
met de regering wetten maakt. Het parlement wordt ook wel de volksvertegenwoordiging of
de Staten Generaal genoemd.
Minimaal één keer in de vier jaar zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer. Dan wordt de
nieuwe volksvertegenwoordiging gekozen. Door te gaan stemmen, beslis je indirect mee
over zaken die het land aangaan.
2. Wat zijn de twee taken van de Tweede Kamer?
- Samen met de regering nieuwe wetten maken
- Controleren of de regering haar werk goed doet
3. Wat zijn de twee taken van de Eerste Kamer?
- Het goedkeuren of verwerpen van wetsvoorstellen die door de Tweede Kamer zijn
aangenomen. De Eerste Kamer kan het wetsvoorstel alleen goedkeuren of verwerpen. Zij kan
er geen wijzigingen in aanbrengen.
- Het controleren van de regering. Hier maakt de Eerste Kamer weinig gebruik van.
4. Wat is de Staten-Generaal?
De Staten-Generaal bestaat uit de Eerste en Tweede Kamer. In plaats van Staten-Generaal
wordt ook wel gesproken over het parlement.
5. Wie zitten er in de regering?
De regering bestaat uit de koning en de ministers.
6. Wie zitten er in het kabinet?
Het kabinet bestaat uit de minister-president, de ministers en de staatssecretarissen.
7. Hoe vaak zijn er gemeenteraadsverkiezingen?
Een keer in de vier jaar.
8. Wat moet je doen als je mag stemmen?
Als je mag stemmen, ontvang je een stempas. Om een stem uit te brengen ga je met je
stempas en identiteitskaart naar een stembureau. Het stembureau is geopend van ’s
ochtends 07.30 tot ’s avonds 21.00 uur. Als je zelf niet in staat bent je stem uit te brengen,
dan kun je iemand anders een volmacht geven om te stemmen. Op je stempas staat hoe je
dat kunt doen.
,9. Wat is een fractie?
Een fractie bestaat uit leden van een partij die tot volksvertegenwoordiger (Kamerlid,
statenlid, gemeenteraadslid) zijn gekozen.
Een fractie heeft o.a. als taak te bepalen met welke andere partij(en) zal worden
samengewerkt. Partijen (en dus ook fracties) die in het kabinet vertegenwoordigd zijn,
noemen we regeringspartijen. Partijen die dat niet zijn, heten oppositiepartijen.
10. Hoe komt het kabinet tot stand?
Na de verkiezingen begint de kabinetsformatie: Een informateur gaat dan kijken welke
partijen met elkaar zouden willen regeren. De kabinetsformatie moet een kabinet opleveren
dat het vertrouwen heeft van de meerderheid in de Tweede Kamer. Nadat de informateur
alle partijen heeft gesproken, brengt de informateur advies uit aan de koning.
De koning benoemt vervolgens een formateur. Deze gaat samen met de partijen die samen
willen reageren het regeerakkoord vaststellen. Ook zoekt de formateur kandidaten voor de
benodigde ministers- en staatssecretarisposten in het nieuwe kabinet. De formateur wordt
meestal de minister-president. Het kabinet wordt benoemd door de koning.
11. Wat is een politieke partij?
Een politieke partij is een groep mensen die dezelfde ideeën hebben over hoe het land, de
provincie of de gemeente bestuurd moet worden. Ook hebben zij dezelfde waarden.
12. Zou je lid willen zijn van een politieke partij? Waarom wel/niet?
Mijn eigen antwoord: Nee, ik zou dat niet willen, want politiek vind ik niet interessant.
Hier is natuurlijk geen goed of fout antwoord. Als je meer wilt dan alleen stemmen, kun je lid
worden van een politieke partij. Je kiest dan de partij die het beste aansluit bij je eigen
ideeën. Als lid kun je meediscussiëren over belangrijke onderwerpen, meedenken met het
partijprogramma en verkiezingsprogramma en je opgeven als kandidaat. Als je kandidaat
bent, kun je gekozen worden als gemeenteraadslid, lid van de Provinciale Staten of Tweede
Kamer lid en zo direct invloed uitoefenen.
13. Welk mensbeeld heeft de partij waar jij op stemt?
Politieke partijen met een positief mensbeeld worden ‘linkse partijen’ genoemd.
Voorbeelden van linkse partijen zijn: Socialistische Partij (SP); GroenLinks (GL), Partij van de
Arbeid (PvdA); Partij voor de Dieren (PvdD).
Rechtse partijen hebben een individualistisch, meer pessimistisch mensbeeld. Zij gaan ervan
uit dat de mens altijd handelt uit eigen belang. Talent is oneerlijk verdeeld. Sommige mensen
hebben meer talent dan anderen. Het is de taak van de overheid ervoor te zorgen dat
iedereen optimale vrijheid heeft, en mensen moeten hun eigen verantwoordelijkheid
nemen. Voorbeelden van rechtse partijen zijn: Partij voor de Vrijheid (PVV); Volkspartij voor
Vrijheid en Democratie (VVD).
, 14. Is de partij waar jij op stemt progressief of conservatief?
Partijen die meer conservatief zijn, zijn behouden en gericht op nu en vroeger. Ze willen het
liefste alles houden zoals het is, en niet te veel veranderen.
Meer progressieve partijen willen veranderen en zijn gericht op de toekomst. Ze kijken naar
wat er nog niet goed is in de samenleving, en willen dat veranderen.
De meeste politieke partijen hebben zowel conservatieve als progressieve standpunten. De
SP wil bijvoorbeeld de pensioenleeftijd het liefst houden zoals die is (conservatief) en
tegelijkertijd is ze progressief in het standpunt dat de kinderbijslag afhankelijk moet worden
van het inkomen.
15. In welke politieke stroming past de partij waar je op stemt?
1. liberalisme. Liberale politieke partijen zijn voor een kleine overheid en gaan ervan uit
dat iedereen streeft naar eigen belang. Voorbeelden zijn VVD en PVV;
2. confessionalisme. Confessionele partijen laten zich bij hun standpunten leiden door
hun godsdienst en godsdienstige waarden. Voorbeelden zijn CDA en SGP;
3. socialisme. Socialisten zijn voorstander van gelijkheid tussen mensen. Zij zien het als
de taak van de overheid om te komen tot een eerlijke inkomensverdeling. Socialistische
politieke partijen zijn bijvoorbeeld GroenLinks, PvdA en SP.
Hoofdstuk 2: Bestuur
1. Noem drie taken van de gemeente.
- burgerzaken
- ruimte en bereikbaarheid
- milieu en duurzaamheid
- afvalinzameling
- milieu
- leefomgeving
- veiligheid en openbare orde
- jeugd en onderwijs
- Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
- werk en inkomen
- lokale economie
- cultuur en sport
2. Noem drie taken van de provincie.
- ruimte en bereikbaarheid
- milieu en duurzaamheid
- ambulance
- toezicht op waterschappen
- toezicht op gemeenten
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper wunderschone. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.