Hoofdstuk 1 De betekenis van bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie
1.1 Bedrijfseconomie
Productieorganisatie: een organisatie die productiemiddelen omzet in goederen en/of diensten. Een
organisatie is financieel-economisch zelfstandig als de ingaande geldstromen (die voortvloeien uit de
betalingen van klanten voor de geleverde producten en/of diensten) meer bedragen dan de
uitgaande geldstromen (die nodig zijn om deze producten en/of diensten te kunnen leveren).
Bedrijfseconomie gaat met name over bedrijven met de naam bedrijfshuishoudingen.
Bedrijfshuishoudingen kunnen we onderverdelen in ondernemingen en overheidsbedrijven.
Belangrijke kenmerken van een onderneming zijn:
- De gelduitgaven en geldontvangsten in verband met het omzettingsproces zijn onzeker.
- Er wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke winst.
Overheidsbedrijven voldoen in principe niet aan deze twee kenmerken.
Onder overheid verstaan we gemeenten, provincies en het Rijk (de Nederlandse Staat). Het
omzetten van productiemiddelen in producten of diensten is niet alleen voorbehouden aan
bedrijfshuishoudingen in de particuliere sector. Het omzettingsproces (=transformatieproces) kan
ook door de overheid worden uitgevoerd. We spreken van een overheidsbedrijf als het
transformatieproces door de overheid op financieel-economisch zelfstandige wijze plaatsvindt. Naast
overheidsbedrijven zijn er ook overheidsdiensten. De lasten worden geheel of grotendeels gedragen
door de overheid (politie, brandweer): deze diensten zijn dan ook financieel-economisch
onzelfstandig.
In de particuliere sector zijn er ook productieorganisaties die economisch onzelfstandig zijn en niet
naar winst streven. Dit zijn non-profitorganisaties (scholen, bibliotheek).
Onderneming: bedrijven die streven naar winst.
Privatiseren houdt in dat de particuliere sector de exploitatie van overheidsbedrijven van de
overheid overneemt (het overheidsbedrijf wordt een onderneming).
Economie gaat over het maken van keuzen. De financiële middelen schieten doorgaans tekort om
alle wensen in vervulling te laten gaan en in alle behoeften te voorzien.
Economie wordt vaak in verband gebracht met welvaart. Welvaart is de mate waarin we in onze
behoeften kunnen voorzien en hangt niet alleen af van materiële zaken. Tot deze behoeften behoren
voeding, onderdak, kleding en vervoer, maar ook de behoefte aan gezond klimaat, saamhorigheid en
liefde. Welzijn maakt onderdeeld uit van het begrip welvaart. Welzijn heeft betrekking op de niet-
materiële zaken.
De bedrijfseconomie houdt zich bezig met het maken van
keuzes binnen een bedrijf, waarbij financiële aspecten (geld)
een rol spelen. Hiernaast het keuzevraagstuk. De
bedrijfseconomie richt zich op keuzevraagstukken waarbij
met name materiële zaken een rol spelen.
,Verschillende onderwerpen van bedrijfseconomie:
1. Financial accounting: het verstrekken van (financiële) gegevens aan belangstellenden buiten de
eigen organisatie (externe belangstellenden). Ook wel externe verslaggeving.
- Het is van groot (maatschappelijk) belang dat de financiële gegevens die bedrijven
publiceren correct en tijdig bekend gemaakt worden. De Autoriteit Financiele Markten (AFM)
controleren of accountants hun taak goed uitvoeren.
2. Management accounting: het verstrekken van financiële informatie aan managers om beslissingen
binnen een organisatie te onderbouwen, behoort tot het werkterrein van de interne verslagggeving.
3. Financiering: houdt zich bezig met de verschillende vormen van eigen en vreemd vermogen en de
financiële vergoedingen die de verstrekkers van dit vermogen eisen. Het vermogen afkomstig van de
eigenaren van een bedrijf heet eigen
vermogen. Ook kunnen niet-eigenaren, zoals
banken, vermogen beschikbaar stellen. Dit is
een voorbeeld van vreemd vermogen.
Onderwerpen zoals eigen en vreemd
vermogen van een organisatie vallen onder
het vakgebied financiering.
1.2 Het bedrijf en zijn omgeving
Een bedrijf leidt geen geïsoleerd bestaan maar maakt deel uit van de maatschappij. De bedrijfsleiding
moet rekening houden met individuen en instanties buiten de organisatie. Om een onderneming te
mogen beginnen zal men aan bepaalde wettelijke eisen moeten voldoen. Bovendien zal men
rekening moeten houden met de belangen van de maatschappij als geheel. Voorbeelden van externe
relaties: de contacten tussen de onderneming en haar omgeving is een tweerichtingsverkeer.
1.3 Bedrijfsadministratie en bedrijfseconomie
Bedrijfsadministratie: het vastleggen en verwerken van financiële en niet-financiële gegevens.
Financiële gegevens vastleggen noemen we financiële administratie of boekhouden. Andere
gegevens zoals ziekte registreren, verjaarden etc. zijn voorbeelden van niet-financiële gegevens.
Schematisch de administratieve vastleggingen van de
logistieke processen binnen een productiebedrijf. In
de financiële administratie worden de
goederenstromen op de voet gevolgd.
De debiteurenadministratie houdt bij van welke
afnemers welke bedragen zijn te vorderen en
wanneer de betalingen zijn ontvangen.
Relatie tussen bedrijfsadministratie en bedrijfseconomie
Boekhouding: vastlegging van alleen financiële gegevens terwijl
de bedrijfsadministratie zowel het vastleggen van financiële als
niet-financiële gegevens omvat. Het begrip bedrijfsadministratie
is ruimer dan het begrip boekhouding.
, 1.4 Doelstelling van een organisatie
De persoonlijke belangen van individuele medewerkers mogen de realisatie van de doelstelling van
de organisatie niet in de weg staan. De doelstelling van een organisatie moet regelmatig en duidelijk
met alle participanten worden gecommuniceerd. De doelstelling van de organisatie is de leidraad
voor ieders handelen binnen de organisatie. Communicatie over de doelstellingen van de organisatie,
coördinatie van de activiteiten en samenwerking tussen de verschillende medewerkers zijn
noodzakelijk om een organisatie als samenhangend geheel te laten werken. Ook moet er rekening
worden gehouden met de belangen van andere groeperingen in de maatschappij (omgeving).
De ondernemer moet steeds reageren op veranderingen in de markt, wijzigingen in de wet- en
regelgeving en kostenveranderingen. Soms zijn ingrijpende maatregelen nodig en dan spreekt men
van een reorganisatie.
1.5 Het besturen van een organisatie
Als de doelstelling van een organisatie bekend is en helder is geformuleerd kan het management
(directie en leidinggevenden) beginnen met het ontwikkelen van een beleid dat erop is gericht de
doelstelling te realiseren.
Planning- en control cyclus: na vaststelling en vergelijking van de verschillende mogelijkheden moet
de onderneming een keuze maken. Het gekozen alternatief moet daarna omgezet worden in plannen
voor de lange termijn. De lange termijn plannen (3-5jaar) worden in algemene bewoordingen
weergegeven en moeten daarom worden uitgewerkt in concrete plannen voor de korte termijn. De
plannen voor de korte termijn hebben meestal betrekking op een volledig, toekomstig jaar en zijn
veel gedetailleerder dan de lange termijn plannen.
Budget: ingediende begrotingen door de leiding van de organisatie worden goedgekeurd. In een
budget staat aangegeven welke activiteiten uitgevoerd moeten worden en welke kosten daarvoor
mogen worden gemaakt. De budgethouder is verantwoordelijk voor het (laten)
uitvoeren van de activteiten die in het budget staan vermeld.
Vier onderdelen van de planning- en controlecyclus:
1. Beleid en strategie: topmanagement een beleid en strategie ontwikkelen dat de
uitvoering ervan zou moeten leiden tot de realisatie van de doelstelling. Het formuleren van de
ondernemingsdoelstelling en het uitwerken ervan in plannen voor de lange termijn.
2. Inrichting: de organisatie inrichten (organiseren), dat de taken op een efficiënte wijze over de
medewerkers worden verdeeld. De taken worden verdeeld over de medewerkers.
3. Uitvoering: de lange termijn plannen die door het management zijn uitgewerkt in concrete
budgetten worden door de medewerkers op een lager niveau in de organisatie uitgevoerd. Na
uitvoering worden de werkelijke resultaten in bedrijfsadministratie vastgesteld.
4. Toetsing en evaluatie: de werkelijke resultaten vergeleken met de beoogde resultaten (de
doelstelling). Als die verschillen, wordt onderzocht wat daarvan de oorzaken zijn (evaluatie). Een
evaluatie van de verschillen tussen gerealiseerde en beoogde resultaten kan aanleiding zijn de
uitvoering van de werkzaamheden aan te passen, het planning-en-control-proces anders in te richten
en/of het beleid en de strategie aan te passen.
De activiteiten die in de planning-en-controlcyclus zijn beschreven vormen een samenhangend
geheel van activteiten die elkaar over en weer beïnvloeden en elkaar steeds weer opvolgen.
1.6 Waarom is het belangrijk iets van bedrijfseconomie te begrijpen?
Voor het uitvoeren van de planning-en-controlcyclus moet veel informatie verzameld, verwerkt en
geanalyseerd worden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kimherbrink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,09. Je zit daarna nergens aan vast.