In deze samenvatting heb ik hoofdstuk 9 en 10 van memo geschiedenis 5vwo samengevat, de hoofdstukken gaan onder andere over de industriële revolutie en verschillende maatschappelijke stromingen
H9 De economische sprong van Europa
§1 De industriële revolutie
KA: De industriële revolutie die in de westerse landen de basis legde voor een industriële revolutie
KA: De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en
feminisme
In de tweede helft van de 18e eeuw begon de Engelse economie sterk te groeien en veranderde de agrarisch-urbane
samenleving in een industriële samenleving.
Een aantal factoren zorgde voor een sterke economische groei:
- Sterke groei opbrengsten landbouw
- Bevolkingsgroei; gunstig voor boeren en handelaren
- Goedkopere grondstoffen uit koloniën
De winst uit de landbouw en handel werd gebruikt om de textielindustrie te verbeteren. Er kwamen betere
machines die een grotere hoeveelheid konden produceren. Die machines konden niet meer in huis staan, waardoor
er fabrieken werden gebouwd en de huisnijverheid verdween.
De ontwikkelingen in de textielindustrie hadden verschillende maatschappelijk gevolgen:
- De stoommachine werd toegepast in andere bedrijfstakken, waardoor er in gebieden met steenkool grote
fabriekssteden ontstonden.
- Er kwam een goede infrastructuur om de grondstoffen te vervoeren.
- De maatschappelijke indelingen veranderde, want er ontstonden grote verschillen tussen arm en rijk.
- Er ontstond een arbeidersklasse die in de fabrieken werkten. Deze groep ondervond slechte leef- en
werkomstandigheden (sociale kwestie)
- Er kwam een versterking van de middenklasse. Er was namelijk ook behoefte aan opgeleiden.
- De staat ging zich meer bemoeien met de samenleving: scholen oprichten en zorgen voor een betere leefbaarheid.
Tijdens de industriële revolutie ontstonden het modern kapitalisme en het economisch liberalisme.
Het modern kapitalisme is een systeem waarbij particuliere ondernemers goederen en diensten door middel van
vrije arbeid produceren en verkopen op de vrije markt met het doel om zoveel mogelijk winst te maken. Dit verschilt
dus met het oude handelskapitalisme, waarbij ondernemers winst willen maken door goederen te verhandelen.
Het economisch liberalisme is een economisch systeem waarbij de staat zich zo min mogelijk bemoeit met de
economie en de ondernemer maximale vrijheid heeft. Hiervoor was er het mercantilistische beleid, waarbij de staat
zoveel mogelijk profiteerde van de economie. Hier kwam in de 18e steeds meer kritiek op. Een criticus was Adam
Smith die in ‘The Wealth of Nations’ schreef dat de rol van de overheid zo klein mogelijk moet zijn. Vrije concurrentie
zorgt voor betere productie en lagere prijzen.
, §2 Nationalisme
KA: De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme
en feminisme
In de 19e eeuw kwam het nationalisme op: sterke voorliefde voor de cultuur van het eigen volk en het streven naar
de eenheid van dat volk binnen een nationale staat op basis van gemeenschappelijk taal en cultuur. Het nationalisme
komt deels uit de Verlichting en Franse Revolutie. Inwoners van het volk werden niet meer gezien als onderdaan,
maar als burger en lid van de gemeenschap. Hierdoor waren de burgers bereid om te vechten en belasting te
betalen.
Het nationalisme komt ook uit de Romantiek: een stroming in de kunst en literatuur die gevoel, persoonlijke
beleving en schoonheid belangrijker vond. Deze stroming ging dus in tegen de Verlichting (rationalisme). Er was veel
aandacht voor het volk, wat goed past bij de behoefte aan verbondenheid tussen burgers.
In de 19e eeuw kwam er veel aandacht voor het volk en werd er teruggekeken op heldendaden van voorouders,
waarop de burgers heel trots waren. In het onderwijs was er veel aandacht voor de vaderlandse geschiedenis. Dit
zorgde voor verbondenheid en eenheid.
Nationalisten streefden naar nationale staten: in één staat leeft er één volk. Dit was in de geschiedenis zeker niet
altijd het geval. Dit was bijvoorbeeld zo in het Duitse taalgebied. Toen Napoleon geen Duitse gebieden meer bezette,
was er een grote behoefte aan eenheid en er moest een grondwet komen. In 1848 leek het te lukken, maar de
Pruisen wilde geen democratische grondwet. In 1871 zorgde de Pruisische president Von Bismarck ervoor dat
Duitsland een eenheidsstaat werd, maar de keizer was oppermachtig. Ook Italië bestond uit veel verschillende
staten. Het Noorden was in handen van de Oostenrijkers en was katholiek. De Italianen wilden geen buitenlandse
invloed meer en uiteindelijk werden ze in 1870 een onafhankelijke eenheidsstaat.
Dit waren twee voorbeelden van eenwording door nationalisme, maar nationalisme kan er ook voor zorgen dat
staten uit elkaar vielen bij rijken waarin meerdere volken samenleefden. Dit gebeurde bij:
- Het Ottomaanse Rijk, waarin Grieken, Serviërs, Roemenen en andere volken woonden. Deze volken wilden geen
Turkse overheersing. De Grieken werden als eerst onafhankelijk en later volgden ook andere staten.
- Het Oostenrijkse keizerrijk;
- Het Koninkrijk der Nederlanden, dat ontstond in 1815. De Belgen wilden niet meer bij de Nederlanders horen. Zij
hadden bijvoorbeeld een andere taal (Frans), waren katholiek en hadden een andere geschiedenis. In 1830
scheidden de Belgen zich af.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper martijnvandam3. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.