Media-explosie – Kees van Wijk
Hoofdstuk 1
De media beïnvloedt heel sterk de maatschappij, maar aan de andere kant wordt de media ook beïnvloedt
door de maatschappij: het is een wisselwerking.
Cross mediale communicatie: een mix van verschillende media, zoals theater, film, televisie, radio, print,
internet, games, mobiele toepassingen en live-events waarbij elk medium wordt ingezet om voor zijn medium
met specifieke functies een boodschap tot zijn recht te laten komen. Denk aan een website waar wordt
verwezen naar Instagram, of het journaal (kort en bondig) dat gebruik maakt van een uitgebreid journaal op
sociale media.
De kenmerken van de media-explosie:
1. Groei van communicatiemiddelen & aanbod: een ontwikkeling die zowel kwantitatief, als kwalitatief
(toename tweerichtingsverkeer) is
2. Diversificatie/differentiatie: toename van de verscheidenheid aan mediaproducten (binnen tv bestaan
RTL4, SBS6 etc./onder de TV bestaat plasma, led etc.)
- Apparaten hebben een kortere levenscyclus
- Steeds meer keuzemogelijkheden (vanaf 1985 kwam er commerciële tv en werd dus op tv de
keuzemogelijkheid heel groot)
- steeds meer mediaproducten voor zeer specifieke doelgroepen
3. Digitalisering: iedereen kan overal informatie vandaan halen (toegankelijk), persoonlijke voorkeur
wordt bijgehouden (cookies), vervaging tussen de lijnen van mediaconsument en mediaproducent.
Alle informatie is elektronisch verwerkt.
4. Convergentie: heel veel dingen kunnen op één apparaat, oftewel het ineenvloeien van
informatiedragers, informatiekanalen en communicatiemedia. Ook de grenzen hiertussen vervagen.
5. Uitbreiding van zintuigelijke ervaring: de huidige multimedia spreekt al onze zintuigen aan door de
samenkomst van tekst, vormgeving, geluid en visueel beeld. De virtuele wereld vormt als het ware een
‘second life’ naast ons echte leven.
6. Verdwijnen van de scheiding tussen interpersoonlijke- en massacommunicatie:
- Interpersoonlijke communicatie: gelijktijdige communicatie
- Massacommunicatie: communicatie die openbaar is voor de hele wereld
7. Professionalisering: de mediabranche is professioneler geworden in de zin dat er meer banen zijn, er
wordt veel onderzoek naar gedaan en het wordt serieus genomen
Hoofdstuk 4
Interpersoonlijk Massa
Niet openbaar, via persoonlijke contact Openbaar, via openbare kanalen/massamedia
Tweerichtingsverkeer, directe beïnvloeding, Eenrichtingsverkeer, indirecte beïnvloeding,
feedback makkelijk feedback moeilijk
Klein bereik, goede afstemming op individu Groot bereik, slechte afstemming op individu
, Ontvanger bekend, ontvanger is ook zender, contact Ontvanger anoniem, ontvanger is geen zender,
moeilijk te verbreken contact makkelijk te verbreken
Gedragsverandering ontvanger makkelijk Gedragsverandering ontvanger moeilijk
Tamelijk goedkoop Vrij duur
Analyse-eenheden: alle elementen die een rol spelen bij het communicatieproces. Bij een onderzoek naar zo’n
proces zoek je naar de samenhang tussen elementen (wie, wat, waarom, via welk middel, met welk effect,
tegen wie en op welk tijdstip de verbanden tussen zender, ontvanger, boodschap, middel en effect).
In de huidige tijd is binnen de massacommunicatie nog maar één kernelement te onderscheiden: de openbare
vorm ervan. Dit is zo omdat er bij massacommunicatie via het Internet bijvoorbeeld wel mogelijkheid is tot
interactie.
Hoofdstuk 8
De prehistorie: de periode in de geschiedenis vóór geschreven bronnen, waar communicatie dus alleen
mogelijk was via spraak. De communicatie is dan gelijktijdig en kleinschalig en is gebaseerd op memoriseren en
imiteren. We noemen het een orale cultuur.
Orale cultuur
Memoriseren en imiteren
Samenleving: jagers- en landbouwsamelevingen
Cultuur: stenen tijdperk en bronstijd (grotschilderingen en piramides)
In China en Egypte ontwikkelen zich beeldtalen
Mesopotamië: invoering spijkerschrift
Local village
Connection oriented
De eerste mediarevolutie houdt het ontstaan van het schrift rond 60 v.C. in het westen in. In eerste instantie
waren deze tekens iconisch: uit het plaatje was af te leiden wat het inhield (rotstekeningen). Later werden deze
tekens abstracter en dus symbolisch: je kunt de tekens alleen ontcijferen door de bepaalde code erachter te
kennen, want uit het plaatje zelf is niet af te leiden waar het omgaat (het spijkerschrift en later het alfabet). De
communicatie is door het schrift ongelijktijdig geworden, maar nog steeds kleinschalig.
Point-to-point: kleinschalig
Broadcast: grootschalig
Semiotiek: de ‘tekenleer’ (iconische en symbolische)
Een foto is altijd iconisch omdat het een afbeelding is van de werkelijkheid.
Welke uitspraak is juist over deze foto
m.b.t. de semiotiek?
a. Alleen iconisch
b. Alleen symbolisch
c. Iconisch en symbolisch
d. Combinatietekens en
symbolisch
Het is beide: de letters zijn symbolisch,
maar de bomen, een mens, een fiets
en een afbeelding zijn allemaal
iconisch.
Wat zijn de gevolgen van de
introductie van het schrift?
, - Het geloof kon onder meer mensen verspreidt worden;
- Wetenschap en filosofie ontstaat omdat men zelf kan gaan nadenken en dit kan noteren;
- Individuele studie van teksten, waardoor men zelf meningen kon gaan vormen over bijvoorbeeld de
Bijbel;
- Alfabetisering van het schrift (waardoor geletterde mensen kunnen abstraheren en afstand kunnen
nemen van een concrete situatie);
- Connectionless communicatie en point-to-point
Eerste mediarevolutie: schriftcultuur en invoering alfabet
Samenleving: Griekse polis, Romeins wereldrijk en feodale middeleeuwen
Cultuur: bloei van Grieks-Romeinse literatuur, architectuur en kunst
Cultuur na 500: Romaanse en Gotische bouwkunst waar de kerk centraal staat
Gesproken tekst wordt direct vastgelegd in geschreven tekst
Het Christendom wordt verspreid d.m.v. spraak en tekst
Individuele studie van teksten initiatief, zelfstandigheid en rationaliteit
Global village
Connectionless communication
De tweede mediarevolutie betrof het ontstaan van de boekdrukkunst in Europa rond 1450 n.C. (door
Gutenberg, hij schreef de Gutenberg bijbel). De eerste werken werden vanaf 1600 op grote schaal verspreidt.
De pers werd door de drukpers accurater (minder foutgevoelig), het werd goedkoper en het vermenigvuldigen
van geschriften gaat veel sneller. Deze ontwikkeling liep tegelijk met het ontstaan van het ontstaan van het
handelskapitalisme in de 16e eeuw, wat het produceren en distribueren van geschriften bijstond. Er was voor
het eerst massacommunicatie en massaproductie mogelijk (connectionless en broadcast).
Gevolgen van de tweede mediarevolutie:
- Verspreiding nieuwe kennis en ideeën
- Lezen komt in ieders bereik
- Alfabetisering door het onderwijs
- Modernisering van de westerse maatschappijen
- Democratisering van de schriftcultuur
- Verspreiding boeken in landstaal
Vooral de katholieke kerk was niet blij met het ontstaan van de boekdrukkunst. Zij hadden vóór deze
uitvinding namelijk een informatiemonopolie, alle informatie die zij verspreidden werden altijd aangenomen
als ‘juist’. Na de uitvinding ontstond de mogelijkheid dat mensen met een ander idee hun verhaal de wereld
over lieten gaan (Luther en Calvijn) deze tijd noemen we de Reformatie. De kerk probeerde dit tegen te
gaan door boekverbranding en censuur, maar dit wekte juist meer belangstelling.
Ondanks de strenge censuur die kerk en overheid voerden, kon er door het vrije klimaat in Holland daar wel
veel geprint worden. Het printmedium werd daar ook goed ontvangen, omdat het goed was voor de handel.
Tweede mediarevolutie: ontwikkeling van de boekdrukkunst
Samenleving vanaf 1500: handelskapitalisme en vroeg modern Europa
Cultuur: Renaissance, Verlichting, Romantiek en Modernisme
Verbreiding van gedrukte media
Lezen en schrijven komt langzaamaan in ieders bereik
Alfabetisering via onderwijs
Typografisch tijdperk
Drukkers, uitgeverijen en winkeliers hebben een leidende positie
Broadcast communication