Samenvatting LP8 KT1 Klinisch
redeneren
Stappen ProActive Nursing met toelichting:
1. Oriëntatie op de situatie: wie is patiënt, wat is er aan de hand, SBAR:
- Situation: mentale en fysieke gezondheidssituatie
- Background: bestaande ziekten en voorgeschiedenis, behandelingen,
medicatie, allergie, NRNB, eventuele zwangerschap, huidige behandeling
- Assessment: meetgegevens, observatie, lab. Geef werk(diagnose) en de
urgentie
- Recommendation: welke aanbeveling doe je? Bv. consultatie aanvullend
onderzoek, beleid/behandeling, overplaatsing
2. Klinische problematiek: problematiek inzichtelijk maken aan de hand van de
zorgthema’s (zie tabel hieronder)
3. Aanvullend onderzoek: onderzoek nodig om probleem beter in kaart te brengen. Bv.
MRI, CT, X-ray, bloedonderzoek, urineonderzoek
4. Klinisch beleid: je bepaald welke zorg nodig is voor de patiënt op dat moment, interventies
5. Klinisch verloop: verwachting wil je uit kunnen spreken over prognose, gewenste en
ongewenste verloop korte en lange termijn, verloop ziekte, verwachtingen
6. Nabeschouwing: je kijkt vanaf een afstand naar de zorg en jezelf, reflecteert op jezelf
en situatie wat je geleerd hebt en wat beter zou kunnen, patiëntveiligheid, kwaliteit
Stap 2 Klinische problematiek thema’s:
Zorgthema’s Aandachtspunten Uitleg
Ademhaling 1. 1. Luchtwegen 1. 1. Hoge luchtweg (slikreflex, nekwervels,
2. 2. Ademprikkel 2. luchtconditie), lage luchtweg (weerstand,
3. 3. Ademarbeid 3. hoestreflex)
4. 4. Diffusie (gaswisseling) 4. 2. Ademcentrum (pCO2, pH, pO2),
5. 5. Perfusie (pulmonale 5. prikkelgeleiding
6. doorbloeding) 6. 3. Ventilerend volume, uithoudingsvermogen
7. 4. Zuurstofaanbod, longoppervlak
8. 5. Pulmonale bloedflow
Circulatie 1. 1. Veneus aanbod 1. 1. Totaal bloedvolume, flow, veneuze kleppen,
2. 2. Hartprikkel 2. zwaartekracht, vaattonus
3. 3. Pompfunctie 3. 2. Ritme, frequentie, geleiding
4. 4. Arteriële distributie 4. 3. Frank Starling-principe (hartspierkracht,
5. (arteriële vaatstelsel) 5. hartkleppen), rechts-linksverhouding
6. 5. Microcirculatie 6. 4. Systemische vaatweerstand, bloedverdeling
7. 5. Perifere doorbloeding, capillaire uitwisseling
8. (brein, hart, huid, spieren)
Zuurstofbalans 1. 1. Zuurstofaanbod 1. 1. Conditie coronairen, diastolische druk,
myocard/ 2. 2. Zuurstofbehoefte 2. hartfrequentie, Hb en SO2, viscositeit bloed
,zuurstofvoorziening van 3. 2. Veneus aanbod, hartweerstand,
het hart 4. hartfrequentie, contractiliteit
Vocht- & 1. 1. Inname/behoefte 1. 1. Zelfzorg verliezen en behoefte
elektrolytenbalans/ 2. 2.Osmolariteit 2. 2. Kristalloïde osmolariteit (natrium, glucose,
urogenitale functies 3. 3. Watermassa 3. ureum), colloïdale osmolariteit (albumine)
4. 4. Nierfunctie 4. 3. Totaal volume (60% lichaamsgewicht),
5. 5. Mictie 5. waterverdeling (bloedbaan, interstitium,
6. intercellulair)
7. 4. Nierperfusie, diurese, plasmaklaring, pH-
8. regulatie, erytropoëtine
9. 5. Aandrang, blaasontlediging, continentie
Bloed/ bloedwaarden 1. 1. Zuurbase-evenwicht o 1. Zuurproductie, bicarbonaat buffering,
2. 2.Zuurstoftransport o uitscheiding
3. 3. Stolling o 2. Zuurstofspanning, hemoglobine, HbSO2
4. 4. Klinische chemie o 3. Primaire hemostase, secundaire hemostase,
o fibrinolytisch systeem
o 4. Elektrolyten, glucose, enzymen,
o bloedgasanalyse
Neurologisch systeem/ 1. 1. Zintuiglijke input 1. 1. Prikkelvormen en impulsgeleiding
neurologische functies 2. 2. Hogere cerebrale 2. (sensoren, evenwichtsorgaan, interne
3. functies 3. organen, gewrichten, ogen, oren)
4. 3. Motorische output 4. 2. Bewustzijn, cognitie, emotie (verwerking en
5. opslag, hersenstam, ruggenmerg)
6. 3. Aansturen van skeletspieren en interne
7. organen (effectoren, spieren, klieren)
Thermoregulatie/ 1. 1. Warmteproductie 1. 1. Centrale regulatie, spieren en organen,
thermoregulatiesysteem
2. 2. Warmteafgifte 2. gedrag
3. 2. Centrale huid, gedrag (omgevingsfactoren,
4. koud, wind, nat)
Afweersysteem/ huid- 1. Huid en slijmvliezen 1. Fysieke afweer (ogen, oren, longen,
en afweerfuncties 2. Bloed en lymfe darmen, geslachtsorganen)
2. Algemene afweer (leukocyten),
specifieke afweer (lymfocyten,
immunoglobulinen)
Mentaal functioneren/ a. 1. Algemene functies a. 1. Bewustzijn, oriëntatie, slaap, energie en
mentale functies b. 2. Specifieke functies b. driften, persoonlijkheid
c. 2. Aandacht, geheugen, stemming, denken,
d. rekenen en taalfuncties
Stem & spraak 1. Taalproductie 1. Spraakcentrum Broca (formuleren,
2. Spieren articuleren)
3. Strottenhoofd 2. 2. Ademhalingsspieren, lippen, tong,
4. Stemgebruik wangen, keel)
5. Spraakperceptie 3. Epiglottis, stembanden
4. Spreken, zingen
, 5. Spraakcentrum Wernicke (akoestische
verwerking, ontleden, begripsvorming)
Sensorische functies & 1. 1. Sensorische functies 1. 1. Visus, gehoor, vestibulair, smaak,
pijn 2. 2. Pijn reuk, tast, propriocepsis
2. 2. Nociceptie (oor, oog, huid, gewricht),
3. prikkelgeleiding (neuropatische pijn),
4. perceptie (emotioneel, cultureel)
Bewegingsapparaat 1. 1. Aansturing 1. 1. Motorische cortex, cerebellum, thalamus,
2. 2. Spieren 2. hersenstam, ruggenmerg, perifere zenuw,
3. 3. Botten, pezen, 3. synaps
4. gewrichten 4. 2. Tonus, kracht, uithoudingsvermogen
5. 4. Bewegingsfuncties 5. 3. Mobiliteit, stabiliteit
6. 4. Motorische reflexfuncties, gangpatroon,
7. (on)willekeurige bewegingen,
8. gewaarwording spier- en bewegingsfuncties
Verband ProActive Nursing en verpleegkundig proces (klinisch redeneren):
Verpleegkundi Klinisch NNN OMAHA ProActive
g proces redeneren Nursing
Anamnese Risico Anamnese Verzamel en Oriëntatie op
inschatting/ Gordon, onderzoek situatie
vroegsignalering NANDA gegevens
domeinen
Diagnose Probleem- NANDA Stel Klinische
herkenning aandachtsgebie problematiek &
d vast aanvullend
klinisch
onderzoek
Resultaat Resultaatbepaling NOC Meet stand van Aanvullend
zaken per klinisch
gebied, aanvang onderzoek
zorg
Interventies Interventies NIC Plan en voer Klinisch beleid
actie uit
Evalueren Monitoring Evalueer Meet per Klinisch verloop
meetcriteria gebied, evalueer &
resultaat uitkomst per nabeschouwing
gebied
Bloeddruk: (= tensie of RR)
- Bloeddruk is de druk die wordt uitgeoefend op de wanden van de bloedvaten
- Bepaald door hart dat pompt, weerstand van de vaten, toename bloedvolume
- Bloeddrukregulatiesysteem: