SK STATUS MENTALIS (onderdeel psychiatrisch b. Paniekklachten (eerst het cardiale 1. Exploratie van klachten en ervaringen van de patiënt
onderzoek) uitsluiten) tijdens de anamnese
c. Stemmingswisselingen (ook schildklier - Kwaliteit: aard van de klachten
Systematiek van het psychiatrisch onderzoek onderzoeken) - Kwantiteit: ernst van de klachten en invloed op
1. personalia; 13. Intoxicaties functioneren
2. hulpvraag: reden van verwijzing of contact zoeken a. Alcohol (vorm van zelfmedicatie voor - Chronologie: ontstaan en beloop klachten
met hulpverlening; sommige patiënten) - Setting: waar en wanneer zijn er klachten?
a. Behalve als een patiënt onder dwang wordt b. In welke hoeveelheid? Hoe vaak? - Beïnvloedbare factoren:
opgenomen (patiënten die buiten de Wanneer? uitlokkende/verminderende factoren
realiteit staan) - Begeleidende symptomen: symptomen die passen
3. speciële anamnese voor de DD; Emotionele problematiek/stoornissen in gedrag kunnen bij de klachten
4. status mentalis onderzoek; (naast psychiatrische problematiek) ook duiden op - Eigen visie van de patiënt: wat denkt de patiënt
5. psychiatrische voorgeschiedenis (eerdere neurologische problematiek: zelf dat er aan de hand is?
behandelingen of aandoeningen); Belangrijk omdat - Hersenziekten → verstoring hogere cerebrale o Afhankelijk van coping mechanismen
het verleden info geeft voor de diagnose: functies wordt iets een probleem of niet
a. Naast depressieve episodes ook vragen - Metabole stoornissen o Accent op subjectieve beleving
naar manische episodes (bipolaire stoornis)
b. Depressieve episode met eerdere KENMERKEN VAN HET STATUS MENTALIS ONDERZOEK 2. Observatie
depressieve episodes (depressieve stoornis) - leeftijd, uiterlijke kenmerken, zelfverzorging;
6. gebruik van middelen en geneesmiddelen; Hoofdordening psychische functies - gelaatsuitdrukking, contact maken, oogcontact;
a. Metoprolol (hier kun je een depressieve - houding, psychomotoriek, mimiek, gestiek, spraak;
stoornis van ontwikkelen) • Cognitieve functies (denken) = intellectuele functies - gedrag;
b. OAC i.e. waarnemen, geheugen, redeneren - motorische uitvalsverschijnselen;
c. Levodopa bij Parkinson (hallucinaties) • Affectieve functies (voelen) = stemmingen en - gevoelsexpressie bij de patiënt, gevoelsreacties
7. (psychiatrische en somatische) familieanamnese emoties van de arts;
(familiaire belasting); • Conatieve functies (willen) = motivatie, aandrift, - bewustzijn;
8. biografie (levensgeschiedenis) & sociale anamnese; initiatief, wilsbesluiten - aandacht, oriëntatie, geheugen;
a. Terugvragen tm beloop van zwangerschap - decorumbesef;
b. School beloop (einzelgänger, sociaal) Psychische functies beïnvloeden klachtenpresentatie en - - abstractievermogen, executieve (uitvoerende)
c. Wanneer zindelijk? beleving. functies;
d. Sociaal vangnet (werk, wonen, vrienden) - intelligentie, taalgebruik;
9. tractus anamnese en lichamelijk onderzoek; Techniek status mentalis onderzoek - samenhang en logica van het denken;
10. heteroanamnese (iemand anders die info geeft over - aard en expressie van het affect;
de patiënt, patiënten zijn soms niet in staat om Niet alleen luisteren naar wat de patiënt vertelt, maar - autonome angstequivalenten.
eigen verhaal te vertellen); ook hoe de patiënt de klachten bespreekt → opspeuren
a. Patiënt moet hier toestemming voor geven, van inconsistenties tussen verbaal en non-verbaal 3. Zelfobservatie (wat voor gevoel roept de patiënt bij
behalve in acute situatie gedrag. je op?)
11. eventueel aanvullend (laboratorium, beeldvormend - Uit angst bepaalde vragen mijden die wel
en (neuro)psychologisch) onderzoek Tijdens status mentalis onderzoek ben je met 3 dingen belangrijk zijn
12. Lichamelijk onderzoek bezig:
a. Hartklachten
1
, Begrippenbetekenis & verwijzing naar ziektebeelden beïnvloedingswanen, schizofrenie (bv concentratie - Subcomateus: patiënt reageert alleen op
op stemmen, autisme pijnprikkels
EERSTE INDRUKKEN
Houding Stupor = vermindering bewustzijn/cognitieve functies +
Uiterlijke kenmerken
Wijst op pathologie wanneer er een inconsistentie is onbeweeglijkheid → wel reactie op pijnprikkels. Deze
1. Zelfzorg
tussen klachtenpresentatie enerzijds en vorm van toestand is een aanwijzing voor:
- Verminderde zelfzorg kan duiden op depressieve
beweging/positionering/gedrag anderzijds. - Meestal sprake van organische oorzaak:
stoornis, alcoholverslaving of negatieve
- Katatonie kan een aanwijzing zijn voor hersentumor, CVA, encefalitis of metabole
symptomatologie passend bij schizofrenie
schizofrenie, pervasieve ontwikkelingsstoornissen, stoornis?
- Verminderde zelfzorg bij dementie kan duiden op
zwakzinnigheid of hysterie - Schizofrenie, kortdurende psychose, depressieve
apraxie (alledaagse activiteiten niet meer kunnen
stoornis, paniekstoornis, conversiestoornis en
uitvoeren) of decorumverlies (iemand weet niet
Klachtenpresentatie simulatie
meer hoe zich te gedragen op een manier die bij
Inconsistenties tussen wat de patiënt voor klachten
de gelegenheid past)
presenteert en hoe de patiënt zijn klachten presenteert Vernauwd bewustzijn = patiënt is geconcentreerd op
- Overdreven nette zelfzorg + rode droge handen
kunnen wijzen op persoonlijkheidspathologie, bepaalde ervaring en is afgesloten van prikkels van
kan wijzen op wasdrang bij OCD
pseudologica fantastica, dissociatie, fugue of buitenaf
- Opvallende kleding/make up kan wijzen op manie,
voorgewende psychopathologie. - Epileptische schemertoestanden (door reeks
maar ook op schizofrenie als de kleding een
absences), intoxicaties, trance-ervaringen, acute
symbolische betekenis heeft
Gevoelens en reacties opgewekt bij jezelf psychosen en dissociatieve stoornissen
- Irritatie oproepen bij de omgeving = bv
2. Leeftijd: verschil tussen biologische en
persoonlijkheidspathologie (narcisme of Lichte bewustzijnsdaling = sufheid/dromerigheid
kalenderleeftijd kan wijzen op dementieel
borderline)
syndroom, depressieve stoornis, alcoholverslaving,
- Drukker en vrolijker worden bij een patiënt met Observeren: reageert iemand op vragen?
chronische stress of een lichamelijke aandoening
eufore manie
- Trager of somber worden bij een patiënt met Aandacht
3. Gewicht
depressieve stoornis Vertraagde reactie op nieuwe prikkels
- Opvallend ondergewicht: anorexia nervosa,
- Angststoornis, depressieve stoornis, schizofrenie,
alcoholverslaving, kanker, hyperthyreoïdie, DM
COGNITIEVE FUNCTIES cognitieve stoornissen
- Opvallend overgewicht: slechte
voedingsgewoonten, te weinig beweging, Bewustzijn
Verhoogde reactie op nieuwe prikkels (= verhoogde
bijwerking medicatie (!) Psychiatrische stoornissen komen meestal alleen voor
afleidbaarheid)
bij helder bewustzijn
- Manie
4. Huid en ledematen: littekens t.g.v. automutilatie of
geamputeerde ledematen kunnen wijzen op Bewustzijn: ontvangen en reageren op externe en
1. Aandacht trekken
dissociatie of zelfverminkend gedrag, passend bij bv interne prikkels
2. Aandacht vasthouden
borderline of psychotische stoornis
3. Aandacht verplaatsen
Stoornissen in bewustzijn (EMV)
Contact - Somnolent: patiënt antwoordt alleen nog na
Concentratie
- Doordringend oogcontact & vaak om zich heen krachtig aanspreken
Concentratiestoornis als patiënt de draad kwijtraakt bij
kijken (beperkte aandacht): manie - Soporeus: patiënt geeft geen antwoord maar voert
lange antwoorden. Te testen door 100 -7 -7 -7 te laten
- Afwezig oogcontact: verlegenheid/schaamte, opdrachten wel uit
angst, somberheid, paranoïde wanen of
2