Een samenvatting van de volledige toetsmatrijs voor het blok Werk, Sport, Hobby van fysiotherapie. Alle kennis die volgens de opleiding in de toets voorkomt uitgewerkt in een samenvatting.
Samenvatting Toetsmatrijs WSH
Anamnese
SCEGS
S = Somatiek (Loftig)
- Wat is de aard, de ernst, het beloop en de duur van de klachten?
- Lichamelijk onderzoek
C = Cognitief: het eigen idee en gedachten over de klachten
- Waaraan schrijft u de klachten toe?
- Heeft bepaald gedrag invloed op de klachten (leidt tot meer of minder klachten,
bewegingsangst)
- Welke verwachtingen heeft u over het beloop?
- Wat verwacht u van de huisarts?
E = Emoties
- Bent u wanhopig, angstig, boos, ongerust of moedeloos?
- Wat is de aanleiding van deze gevoelens?
G = Gedrag: actief in verband met de klachten
- Vermijdt u activiteiten? Wat is de reden? Helpt het?
- Gaat u zo gewoon mogelijk door met uw activiteiten? Is er een reden om de
activiteiten niet aan te passen? Helpt het?
- Is er sprake van werkverzuim?
Sociaal: Welke invloed is er op uw dagelijks leven?
- Wat wilt u graag doen en lukt het?
- Ligt de nadruk op fysieke beperkingen of psychologische problemen?
- Hoe belangrijk zijn de ervaren beperkingen?
- Hoe reageert de omgeving? (Bezorgd, onverschillig, negatief)
- Hoe gaat het op werk?
- Zijn er financiële consequenties?
5 W’s
1. Wie: Wie heeft het probleem?
2. Wat: Wat is het probleem?
3. Wat? Wat is de aanleiding van het probleem: hoe is het ontstaan?
4. Waar: Waar doet het probleem zich voor? (Probleemgebied)
5. Waarom: Waarom is het een probleem: Gevolgen?
6. Wanneer: Wanneer doet het probleem zich voor?
Vragenlijsten en klinimetrie fysiotherapeutische diagnose
Functiescore de Bie: functiescore om lichte en ernstige letsels te onderscheiden. Een score
boven de 40 punten na 5 dagen na het trauma betekent dat verwacht mag worden dat de
patiënt binnen 14 dagen in staat is om zijn normale alledaagse activiteiten weer uit kan
voeren. Doel functiescore de bie: Prognose voorspellen van het enkelletsel!
5 vragen van Leventhal: Wat heb ik? Hoelang gaat het duren? Wat zijn de consequenties?
Hoe kan ik het onder controle krijgen Wat is de oorzaak? (common sense model of sels-
regulation)
, - De antwoorden op de vragen van Leventhal bepalen het fysieke gedrag van de
patiënt. Het kan zijn dat dit gedrag herstelbevorderend of -belemmerend is.
PSK: wordt toegepast als meetinstrument om de functionele status van de individuele
patiënt in kaart te brengen. Patiënten met lichamelijke klachten die invloed hebben op ADL =
doelgroep PSK.
Vragenlijsten en klinimetrie fysiotherapeutische diagnose
Fysiotherapeutische diagnose volgens de KNGF-richtlijn therapeutische dossiervoering
- Inlichten over voorgenomen onderzoek en bijbehorende diagnostische verrichtingen
- Toestemming voor een voorbehouden behandeling of bijzondere handeling
- Voorbehouden handeling en bijzondere handeling
- Noteren fysiotherapeutische diagnose
- Indicatie voor fysiotherapie
- Behandelbare grootheden
Weefseldynamica
Definitie bindweefsel:
‘Een samenstel van gelijksoortig gedifferentieerde cellen, dus met gelijke of vergelijkbare
bouw en functie, die door intercellulaire contacten en extracellulaire tussenstof verbonden
zijn.’
3 onderdelen BW
- Cellen (fibroblast = vezelmaker) (stofwisseling)
Fabriek van het BW. Kan bindweefsel maken, maakt vezels en grondsubstantie.
- Vezels (mechanica)
o 2 soorten vezels:
Collagene vezels (pezen en ligamenten)
Elastine vezels: (arteriën, ligamenten)
- Grondsubstantie (kneedbaarheid en vormbaarheid)
Proteoglycanen / GAG’s en Water
Functies bindweefsel:
- Vormt geraamte lichaam
- Verbindt de verschillende lichaamsonderdelen
- Beschermt organen
- Metabole functie
- Opslag van energie
- Vorming littekenweefsel bij schade
4 soorten weefsel
- Spierweefsel (dwarsgestreept, glad en hartweefsel)
- Zenuwweefsel (sensorisch, motorisch en schakel)
- Epitheelweefsel
- Bindweefsel (vetweefsel, bloed, bot en kraakbeen)
Soorten collageen
- 1. Type 1 (90% van het bindweefsel, erg trekvast, het belangrijkste).
- 2. Type 2 (in kraakbeen, deze zijn dunner en kunnen goed tegen druk).
, - 3. Type 3 (wordt als eerst geplaatst na schade en bijvoorbeeld ook in lever, weinig
structuur).
- 4. Type 4 (bijvoorbeeld het bindweefsel rond spiercellen)
Halfwaardetijden
- Ligamenten: 300-500 dagen
- Huid: 14 jaar
- Bot: 10 jaar
- Kraakbeen: 100-200 jaar
Halfwaardetijden turnover:
- Fibroblast leeft een paar maanden en kan in 1-2 dagen delen als het nodig is
- Proteoglycanen: 1-14 dagen
- GAG: leeft 4-10 dagen
Ergotroop: ergotrope processen zorgen voor actie
- Bereiden het lichaam voor op actie. De bloeddruk stijgt, glucose wordt gemobiliseerd
onder invloed van cortisol en adrenaline, de ademhaling wordt intensiever, de
spierspanning stijgt en de prikkelbaarheid van de hersenschors neemt toe waardoor
iemand bijvoorbeeld meer alert is.
Trofotroop: trofotrope processen zorgen voor rust
- Zorgen voor herstel en rust van het lichaam en energie opbouw. Deze functies
(parasympatische effecten) zijn vooral actief in rust en ontspanning. Voorbeelden
zijn: lage hartfrequentie en bloeddruk, toename van beweging en opname en
uitscheiding in het maagdarmkanaal (spijsvertering), spierontspanning en loomheid.
Anabool en katabool
Anabool: opbouwende processen. Deze processen zorgen o.a. voor minder vet en meer
spiermassa. Wanneer je lichaam in anabole staat verkeert, verbruik je energie om spieren op
te bouwen.
Katabool: afbrekende processen en doen het tegenovergestelde. In katabole staat verbrand
je spierweefsel om op korte termijn meer energie vrij te maken.
Wet van Wolff en Davis (adaptatie): de wet van Wolff beschrijft dat als je een bot niet
belast, het bindweefsel wordt afgebroken. Als je het veel belast wordt het BW opgebouwd.
Je BW kan wennen aan wat je moet doen en past zich daarop aan. Davis = zelfde maar ook
met andere weefsels. Grotere belasting = meer weefsel. Onderbelasting = meer weefsel
afgebroken (atrofie)
Sterker worden Bindweefsel:
Bindweefsel wordt sterker doordat nieuwe fibrillen een grotere diameter krijgen en doordat
er meer crosslinks komen. Hierdoor wordt de pees/ligament dikker en sterker. Crosslinks zijn
verbindingen die beweging beperken.
Immobilisatie:
Is soms noodzakelijk. Immobilisatie leidt tot een zwak litteken met volledig willekeurig
georiënteerde collagene fibrillen. Verschillende lagen die normaal langs elkaar horen te
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper daanvandieren. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,79. Je zit daarna nergens aan vast.