Aardrijkskunde Aarde
6 vwo – landschapszones
Paragraaf 1: het landschap als dynamisch systeem
Een bos als dynamisch systeem
In bron 5 zie je een gewoon beukenbos, een voorbeeld van een ‘zomergroen loofwoud’
zoals dat in Nederland voorkomt. Dit dichtbegroeide bos zal onder natuurlijke
omstandigheden tot in lengte van jaren blijven bestaan. Er zijn allerlei voedsel-,
energie- en waterstromen die ervoor zorgen dat de beukenbomen blijven leven. Bron 5
laat zien welke processen daartoe bijdragen.
De voedingsstoffen die de bomen nodig hebben, worden dankzij de voedselkringloop
continu gerecycled. Ze zijn opgeslagen op drie plaatsen: in het levende organisch
materiaal van de bomen, in het dode organisch materiaal op de grond en in de zwarte
humuslaag in de bodem. De bodem is het bovenste gedeelte van de grond waarin
planten wortelen en dat verkleurd is door bodemvormende processen zoals de
toevoeging van organisch materiaal en de in- en uitspoeling van infiltrerend water.
Bron 5: Een dynamisch systeem
,Aardrijkskunde Aarde
Bossen in verschillende klimaten
Naast de zomergroene loofwouden komen er op aarde nog andere bossystemen voor.
In de tropische regenwouden en de naaldwouden (bron 7) zorgen dezelfde processen
voor het in stand houden van de voedselkringloop. Toch zijn er door verschillen in
temperatuur, vochtigheid en plantensoorten ook veel dingen anders.
In de tropische regenwouden gaan de meeste processen veel sneller dan in het
zomergroen loofwoud. Dit komt door de hoge temperaturen, de hoge vochtigheid en
een permanent groeiseizoen. Opvallend is de rode bodem waarbij de laag zwarte
humus ontbreekt. De afbraak van organisch materiaal, de mineralisatie, verloopt hier
ontzettend snel. De voedingsstoffen die daarbij vrijkomen zullen, als ze niet direct
weer worden opgenomen door de planten, wegspoelen door de grote hoeveelheid
neerslag die de grond intrekt.
Dat verklaart ook waarom tropische bodems niet echt vruchtbaar zijn. De
voedingsstoffen in dit bossysteem zitten grotendeels opgeslagen in het levende
organisch materiaal, en dat is te zien! De rode kleur van de bodem wordt behalve door
de afwezigheid van humus vooral veroorzaakt door de zeer sterke chemische
verwering. Hierbij zijn ijzer- en aluminiumhoudende verbindingen ontstaan die de
grond de rode kleur geven.
Het naaldwoud wordt sterk beïnvloed door het korte groeiseizoen. Door de lage
temperaturen liggen de processen waarbij levende organismen een rol spelen een groot
deel van het jaar stil. Dit geldt zowel voor de vorming als voor de afbraak van
organisch materiaal. Hierdoor ontstaat een relatief dikke laag met organisch afval.
Door de lage verdamping zal een groot deel van de neerslag infiltreren en
voedingsstoffen uitspoelen. De grijze kleur geeft aan dat er weinig humus in de grond
zit en dat veel stoffen zijn uitgespoeld. De uitspoeling wordt nog versterkt doordat de
afbraak van naalden zorgt voor een zure bodem.
Het verkleuren van de ondergrond door humus of weggespoelde voedingsstoffen
gebeurt alleen wanneer een bossysteem lang, vele duizenden jaren, bestaat.
Bron 7: Verschillende bossen met verschillende bodems
, Aardrijkskunde Aarde
De geofactoren
In de voorbeelden van bossystemen heb je gezien hoe planten, dieren, bodem, water
en lucht op elkaar inwerken en samen bijdragen aan de voedselkringloop. Dat dit in
elk van de drie soorten bos anders verloopt, heeft vooral te maken met de verschillen
in klimaat. Alle processen in bron 5 worden door het klimaat beïnvloed. Zodra één
onderdeel van het systeem verandert, veranderen de andere onderdelen ook. Vandaar
dat in elk bossysteem de planten- en dierensoorten en de bodemeigenschappen
anders zijn.
Maar je weet ook dat in gebieden met hetzelfde klimaat, zoals Nederland met zijn
gematigd zeeklimaat, niet alle bossen er hetzelfde uitzien. Nog afgezien van de invloed
van de mens worden die verschillen veroorzaakt door verschillen in de ondergrond. De
grondsoort, de hoogteligging en het reliëf hebben ook invloed op de manier waarop de
geofactoren op elkaar inwerken (bron 6). Uit bron 6 kun je afleiden dat klimaat en
ondergrond onder natuurlijke omstandigheden de dominante geofactoren zijn.
Bron 6: De met elkaar samenhangende geofactoren