Psychologie: H7
Ontwikkelingspsychologie: Psychologie van groei, verandering en consistentie gedurende het hele
leven, er worden vragen gesteld over denken, voelen en gedrag tijdens de verschillende fases.
Invalshoeken: lichamelijke, emotionele, cognitieve & sociaal-culturele
Primaire vragen: welke voorspelbare veranderingen vinden gedurende het gehele leven bij
individuen plaats en welke rol spelen er erfelijkheid en omgeving bij deze veranderingen?
Nature= Erfelijk
Nurture= omgeving
Spelen allebei een rol: 1. Wat is het relatieve aandeel van elk van deze factoren, Op welke wijze
vertonen de 2 factoren interactie, zodanig dat uiteindelijk een bepaalde eigenschap ontstaat.
Tweelingonderzoek, wat is relatieve aandeel van elk van deze factoren op welke wijze vertonen deze
2 interactie, nature/nurture
Adoptieonderzoek: Eigenschappen van het geadopteerde kind worden vergeleken met de
eigenschappen van de biologische gezinsleden en die van geadopteerde gezinsleden.
Aangeboren vaardigheden: in genen
Prenatale periode: Periode tussen conceptie en de geboorte, nieuw organismen bereidt zich voor
op onafhankelijke leven buiten de baarmoeder, 3 fasen:
De germinale fase: Kort na conceptie begint de zygote door celdeling te groeien, tijdens de
germinale fase splitst eerst de ene cel zich in 2en, 2 worden er 4 en tegen de tijd dat het er 150 zijn
nestelt de zygote zich aan de wand van baarmoeder ongeveer 1 week. Na nesteling wordt zygote
embryo genoemd. ( nu verbonden met lichaam)
De embryonale fase, eerste 8 weken tijdens deze fase bepaalt de genetische aanleg op welke wijze
de organen die we in pasgeboren baby aantreffen, zich ontwikkelen. Er vindt een differentiatieproces
plaats ( cellen gaan zich specialiseren) en geslacht wordt bepaald (xx= meisje xy=jongen). 3 lagen
cellen, buitenste laag huid en zenuwstelsel, middelste botten bloedvaten organen etc, Binnenste
spijsvertering, longen, klieren.
Foetale fase: Spontane bewegingen en reflexen ontstaan. Tegen 16e week kan foetus pijn voelen,
Placenta voert barrière tussen bloedbanen.
Placenta: Orgaan dat later embryo en foetus scheidt van moeder. Kan wel schadelijke stoffen
uitfilteren maar niet alle
Teratogeen: Virussen, verschillende, drugs, alcohol ( de giftige stoffen)
FAS ( Foetaal Alcohol Syndroom) = Belangrijke Oorzaak zwakzinnigheid, Het leren van cognitieve en
lichamelijke functies en vaardigheden wordt belemmerd, fysieke en mentale problemen bij kind
7.1.2 Neontale periode= 1e maand na de geboorte
Sensorische vaardigheden van pasgeborene op volgorde
1. Reageren op smaak
2. Stemmen en gezichten
3. Nurture belangrijkst bij auditieve voorkeuren( stem herkennen moeder liever dan vader)
, Sociale vaardigheden
Spiegelneuron: Zenuwcel wordt geactiveerd als er een handeling wordt uitgevoerd, maar ook als je
iemand anders een handeling ziet uitvoeren, Imitatie
Synchroniteit: Nauwkeurige coordinatie van de kijkrichting, stemgebruik, aanrakingen en glimlach
baby en moeder etc.
Nature spiegelhormonen en Nurture imitatie is de basis voor empathie
Aangeboren reflex: was al aanwezig bij geboorte, houdingsreflex, grijpreflex, zuigreflex, loopreflex
7.1.3 Zuigelingentijd ( infancy ) 18 maanden tot 2 jaar oud, moment dat taalvaardigheid zich begint
te ontwikkelen.
- Taalvaardigheid ontwikkelt verder
- Tussen, neuronen die samenwerken worden verbindingen gevormd ( neurale ontwikkeling)
Gevoelige perioden: een periode waarin het organismen bijzonder gevoelig is voor bepaalde stimuli.
Organismen hebben vermoedelijk gevoelige perioden voor het ontwikkelen van gehoor en het
ontvangen van visuele stimulatie die nodig is voor de normale ontwikkeling van het zicht. ( Taal is
moeilijker te leren als je volwassenen bent dan een kind)
Ontwikkeling hersenen
Gedurende eerste 2 jaar neemt totale zenuwweefsel snel toe met 50%, 4 jaar 2x zo groot. Ervaringen
zullen bepalen welke gebieden en functies in hersenen het best worden ontwikkeld, door genetische
programma kan groei hersenbanen niet onnodig doorgaan, Groeisnelheid zenuwstelsel neemt
geleidelijk af tegen 11e levensjaar. Ongebruikte verbindingen die verloren gaan proces heet Synaptic
Pruning, neuronen worden zelf niet vernietigd maar keren terug naar ongedifferentieerde toestand,
wachten op functie.
Rijping en ontwikkeling
Rijping ook wel maturatie genoemd , proces waarbij het genetische programma in de loop van tijd
tot uiting komt, biologische ontplooiing.
Edward Wilson, noemt prinipe genetic leash: Beperkingen die erfelijke factoren opleggen aan
ontwikkeling, kind leert op natuurlijke wijze lopen op tijd geordend. Beschikbaar bij verschillende
patronen van menselijke ontwikkeling.
Contactsteun: Stimulatie en steun die wordt verkregen door fysieke aanraking van een verzorger,
aanraking.
Hechting: Langdurige sociaal-emotionele relatie tussen kind en ouder ( of vast iemand).
Imprinting: Fenoneem dat pasgeboren diersoorten zich sterk aangetrokken voelen tot het eerst
bewegende object of individu dat ze zien.
Hechtingsstijlen
Veilige hechting: Kinderen zijn ontspannen en op hun gemak bij hun verzorger en die zijn
verdraagzaam tegenover vreemde en nieuwe ervaringen.
Verlatingsangst: Bij 6-30 maanden Patroon van angst die worden gescheiden van verzorger.
Onveilig gehechte kinderen 2 categorieen: