Alle thema’s van de landelijke
kennisbasistoets gezondheidszorg en
welzijn (thema 10 ontbreekt)
,Inhoudsopgave
2. dagelijkse werkelijkheid van het werkveld zorg en welzijn en organisatie van de gezondheidszorg .. 3
4. Doelgroepen ......................................................................................................................................... 8
5 gezondheid en ziekte 5.2 Anatomie en fysiologie ............................................................................... 20
6. zorgen voor jezelf en voor specifieke doelgroepen ........................................................................... 37
7 eigen voeding en het voedingsgedrag van specifieke doelgroepen ................................................... 46
8 leefstijl en zorgzelfstandigheid ............................................................................................................ 72
9 bevorderen van gezond gedrag .......................................................................................................... 80
,2. dagelijkse werkelijkheid van het werkveld zorg en welzijn en
organisatie van de gezondheidszorg
Gezondheidszorg en welzijn in Nederland
Vormen van fusies
- Verticaal (ongelijksoortige instellingen bijv. Verpleeghuis met thuiszorginstelling)
- Horizontaal (gelijksoortige instellingen bijv. Isala klinieken)
- Intersectoraal (verschillende sectoren bijv. een cure en een care verpleeghuis met ziekenhuis)
Grenzen vervagen. Zorg gaat over grenzen heen. Hoe verloopt dat?
Circuit van zorg: route waarin de zorg wordt afgelegd binnen een bepaalde sector
- Voorbeeld: extra naar intra, poliklinisch naar klinisch (en vice versa)
-Transmurale zorg: verbinden van eerstelijns en tweedelijnszorg (voorbeeld diabetesverpleegkundige)
- Transmurale zorg is niet hetzelfde als semimurale zorg!
Zorggroepen: fenomeen in de eerstelijnszorg
- Samenwerking tussen verschillende eerstelijnsdisciplines en zorgverzekeraars.
- Denk aan COPD, diabetes, hart en vaatziekten.
- POH, huisarts, fysiotherapeut, diëtist, apotheek, internist (tweedelijns).
- Geïntegreerde eerstelijnszorg
- Van monodisciplinair naar multidisciplinair
- Doel: kwaliteit, continuïteit
Ketenzorg: een verdergaande vorm van transmurale zorg. Doel is zorgcontinuüm. Verschillende
soorten. Estafette model (afnemende zorg) , orkestmodel verschillende zorg tegelijk (diabetes) ,
kluwenmodel (Toenemende zorg). De aaneenschakeling van diverse soorten zorg die verschillende
zorgaanbieders aan de patiënt verlenen waarbij zorg gedragen wordt voor een vloeiend verloop.
Uitleggen wat beroepen in de gezondheidszorg inhouden en onderscheiden in medische en
paramedische beroepen
Medische beroepen:
Huisartsen: ook wel poortwachters aan de frontlinie van de gezondheidszorg. Zij zetten de eerste
stappen met alles (behalve gebit).
- diagnose
- behandeling
- preventie
- langdurige of continue zorg
Tandarts: voor tandheelkundige zorg/orale gezondheid
Apothekers: ziekenhuisapothekers voor opgenomen patiënten, openbare apothekers voor de rest. Zij
geven advies, controle op gebruik door patiënten, inkoop van medicijnen, magistrale receptuur
(bereiding medicijnen). Word gezien als geneeskundige behandeling.
Verloskundige: vanaf begin van de zwangerschap tot en met de bevalling en het
kraambed.(prenatale, natale en postnatale zorg)
Geestelijke gezondheid beroepen:
pedagogen, (geestelijke) gezondheidskundige, medische beroepen (psychiaters), verpleegkundige en
agogische (maatschappelijk werkers, en activiteitenbegeleiders) en vak therapeutische (creatief
therapeuten) beroepen.
Psychotherapeut: intensieve hulp bij ernstige psychiatrische stoornissen. Kunnen ambulant of
poliklinisch zijn en zowel in dienstverband als zelfstandig.
gezondheidszorgpsycholoog: overal werkzaam in verpleeghuizen, revalidatie, gehandicapten en
jeugd hulpverlening. Behandelen van psychische stoornissen, problemen in de levenssfeer en
psychische gevolgen van lichamelijke ziekten of invaliditeit.
Paramedische beroepen:
Fysiotherapeut, oefentherapeut (mensendieck, Cesar), podotherapeut, ergotherapeut, logopedist,
diëtist, huidtherapeut, mondhygiënist, orthoptist, optometrist en radiodiagnostisch en
radiotherapeutisch laboranten.
,Fysiotherapeut: patiënten die belemmerd worden in het dagelijks leven bij het bewegen.
- Manueeltherapeut houd zich bezig met onderzoek en behandeling van klachten van de wervelkolom
en gewrichten in armen en benen.
- Oedeemfysiotherapeut houd zich bezig met problemen van de lymfevaten bij oedeem en abnormale
vochtophoping.
- Bekkenfysiotherapeut houd zich bezig met problemen met het bekken, lage rug, buik en
bekkenbodem.
- Kinderfysiotherapeut houd zich bezig met kinderen van 0-16 jaar met motorische achterstand.
- geriatrische fysiotherapeut houd zich bezig met ouderen met problemen in beweging.
Oefentherapeuten: houden zich bezig met verbeteren van de houding en bewegingsgewoonten.
Verkeerde belasting wel of niet als gevolg van een aandoening.
Podotherapeut: voetklachten en klachten in bewegingsapparaat als gevolg van niet goed
functioneren van de voeten. Stand afwijkingen, overbelasting, vermoeidheidsklachten, sport
blessures, suikerziekte en reuma. Maken van hulpstukken behoort tot de werkzaamheden.
Ergotherapeut: door lichamelijke of psychische klachten een tekortkoming van bepaalde dagelijkse
handelingen. Oefenen van dagelijkse activiteiten als jas dichtknopen of op een andere manier
uitvoeren aanleren.
Logopedist: spraak en taalontwikkeling en problemen met slikken.
Diëtist: advies over voeding bij gezondheid of ziekte.
Huidtherapeut: bij behandeling van beschadigde huid bij brandwonden, littekens, acne, overbeharing
of oedeem.
Mondhygiënist: preventie van gaatjes en tandvleesaandoeningen. Taken zijn:
- mondonderzoek eventueel maken röntgenfoto’s en gebitsafdrukken
- voorlichting over ontstaan van problemen en goede gebitsverzorging
- uitvoeren gebitsreiniging waarbij plaque, aanslag en tandsteen worden verwijderd
- preventieve behandelingen zoals aanbrengen van fluoride, aanbrengen laklaag of polijsten
- mits bekwaam en bevoegd in opdracht van de arts verdoving geven en met aanvullende opleiding in
opdracht van de arts kleine gaatjes vullen.
Orthoptist: betekend recht kijken. bij afwijkingen aan oogstand of samenwerking tussen de ogen.
Scheelzien, lui oog, brilafwijkingen en dubbel zien. doet oogonderzoek en kan bril of lenzen
aanmeten.
Radiodiagnostisch laborant: maken van röntgenfoto’s, CT-scan, MRI, echografie etc.
Radiotherapeutisch laborant: bestraling voorbereiden en uitvoeren, werken op nucleaire afdelingen
waar afbeeldingen worden gemaakt van de werking van organen met behulp van een radioactieve
stof.
Internationale gezondheidszorg en welzijn
Globalisering is een toenemend proces van economische, culturele en politieke integratie op
mondiaal niveau. Door de openstelling van grenzen tussen landen, kunnen goederen en diensten zich
gemakkelijker verplaatsen.
Organisaties, beleidsterreinen en beleidsmakers
patiënt organisaties
- Algemene patiëntenorganisaties: deze patiëntenorganisaties richten zich voornamelijk
op de verbetering van de positie van de patiënt en daarnaast proberen ze de
betrokkenheid van de mensen bij hun eigen gezondheid te stimuleren.
- Categoriale patiëntenorganisaties: bij deze patiëntenorganisatie zijn mensen die
dezelfde handicap of ziekte hebben verenigd. Het gaat bij deze organisaties dan ook
vooral om lotgenotencontact.
- Thematische patiëntenorganisaties: deze patiëntenorganisatie richt zich op een bepaald
probleem binnen de gezondheidszorg dat je niet direct kunt relateren aan een ziekte of
handicap. In dit soort organisaties spelen ook professionele hulpverleners een
belangrijke rol.
- Organisaties voor mensen met een beperking: deze patiëntenorganisaties vallen deels
onder de categoriale patiëntenorganisaties, maar toch doen ze meer als alleen het
behartigen van belangen van patiënten.
- Ouderenorganisaties: deze patiëntenorganisaties bestaan uit de ouders van kinderen
die dezelfde problematiek van een lichamelijke of verstandelijke handicap hebben of
,van een chronische ziekte. Belangrijke bezigheden zijn onderlinge hulpverlening,
voorlichting en belangenbehartiging. Naast deze ouderenorganisaties bestaan er ook
nog verwantenorganisaties.
formele zorg = zorg door mensen die daar een diploma voor hebben
informele zorg = zorg door mensen zonder diploma
Intramuraal: - letterlijk: zorg binnen de muren. Gezondheidszorg die gedurende een
onafgebroken verblijf van meer dan 24 uur geboden wordt in een
zorginstelling
- Verzorgen en verplegen
- Ziekenhuizen, verpleeghuizen, inrichtingen voor verstandelijk gehandicapten
- begeleiding, verzorging, behandeling
Extramuraal: - zorg die de zorgvrager op afspraak in de praktijk van de hulpverlener krijgt,
of die de hulpverlener bij de cliënt aan huis levert.
- ambulant (in maatschappelijke omgeving en thuissituatie)
- huisartsenzorg, thuiszorg, sociaal pedagogische hulpverlening, tandarts,
paramedici
- ambulante verslavingszorg
- Semimurale zorg wordt geboden in bijvoorbeeld een beschermde
woonvorm, een dagverblijf of een gezinsvervangend tehuis.
- Transmurale zorg of ketenzorg is multidisciplinaire zorg door meerdere
hulpverleners, doorgaans geboden door verschillende zorgaanbieders,
volgens een onderling afgestemd plan.
Sectoren in de zorg
Cure (curatie) Care (verpleging, GGZ MGZ
verzorging,
gehandicaptenzorg)
Curatieve zorg = behandeling en - ouderenzorg. - Psychiatrie Maatschappelijke zorg
genezing van acute en - Verzorgingshuizen - Psychotherapeuten - Kwetsbare groepen
chronische aandoeningen - Verpleeghuizen - Gerontologen laten deelnemen aan een
- Intramuraal, ziekenhuizen, - Thuiszorg - Pedagogen normaal sociaal leven.
revalidatiecentra - Gehandicaptenzorg - Psychologen - Algemeen
- Extramuraal (huisarts, tandarts, - Voorzieningen en - Intramuraal, maatschappelijk werk
paramedici hulpmiddelen extramuraal, - Daklozenopvang
- geneesmiddelenvoorzieningen, - Semimuraal: vb semimuraal - Vrouwenopvang
ziekenvervoer gezinsvervangend - residentiële
- Poliklinisch en klinisch tehuis voorzieningen: bed, bad
brood.
Eerstelijns zorg: - Generalistische zorg (algemeen)
- Ambulant
- Zorg dicht bij de mensen in hun woonomgeving
- Laagdrempelig, zonder verwijzing toegankelijk
- Huisarts, tandarts, maatschappelijk werk, thuiszorg,
eerstelijnspsycholoog
Tweedelijns zorg: - Specialistische zorg
- Verwijzing van (meestal) huisarts
- Intra, extra en semimuraal
- Algemeen ziekenhuis
- Polikliniek
- APZ/PAAZ/RIBW
- Verpleeghuis
Overheid en wetgeving
7 rechten
- recht op beschikbare en bereikbare zorg - recht op keuze en keuze informatie
- recht op informatie, toestemming en dossiervorming - recht op verantwoorde zorg
,- recht op medezeggenschap en goed bestuur - recht op privacy
- recht op klachten en geschillenbehandeling
wgbo (wet op de geneeskundige behandelovereenkomst)
rechten van de patiënt: informatie, inspanning van hulpverlener, second opinion, patiëntendossier
(privacy geregeld in de wet bescherming persoonsgegevens)
wet klachtenrecht zorgsector (WKCZ) Plichten patiënt
doel: kwaliteitsverbetering - medewerkingsplicht
aanbevelingen kunnen overgenomen worden - informatieplicht
ernstige situaties melden bij de inspectie
wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ)
- verplicht tot vormen patiënten raad
- verzwaard advies: voeding
- veiligheid, hygiëne
- ontspanning en gezondheid
- geestelijke gezondheid
Wet medisch wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMWO)
- het is verboden iemand verplicht deel te laten nemen aan wetenschappelijk onderzoek
- toestemming moet schriftelijk vastgesteld worden
- alle informatie moet zijn verstrekt door een onafhankelijke arts
- niet gericht op wetenschappelijk onderzoek, maar op toetsing en toezicht van de medische en
ethische commissies
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen die niet op eigen kracht
zelfredzaam zijn. Mensen moeten zo lang mogelijk thuis kunnen wonen. Het gaat bijvoorbeeld
om:
- begeleiding en dagbesteding
- ondersteuning om de mantelzorger tijdelijk te ontlasten
- plaats in beschermd wonen voor mensen met psychische stoornis
- opvang in geval van huiselijk geweld.
Wetten die marktwerking reguleren
- Zorgverzekeringswet (iedereen is verplicht te verzekeren, zorgverzekeraars hebben acceptatieplicht
voor basisverzekering, zorgplicht en contracteert zorgverlener)
- Wet Marktordening Gezondheidszorg (regels voor doelmatig en doeltreffend stelsel van de zorg,
ontwikkeling van de kosten van zorg in de greep houden, regels ter bescherming en bevordering van
positie van patiënten en verzekerden)
- Wet toelating zorginstellingen (bepaalt of een instelling door de zorgverzekering betaalde zorg mag
verlenen)
- Doel: stimuleren van doelmatig, efficiënt en zuinig gedrag in de gezondheidszorg
- Hoe: concurrentie tussen verzekeringsmaatschappijen en tussen zorgverleners
Marktfalen: onzekerheid. Welke zorg heb ik nodig in de toekomst en welke behoefte heb ik dus aan
zorg? Verzekering leidt tot toename consumptie “ik heb er toch voor betaald”. Vermijden van
risicomijdend gedrag (no claim risico autoverzekering).
risico’s: - Consument niet geïnformeerd
- Minder risicomijdend gedrag
- Irrationele consument: gebrek aan inzicht kwaliteit/prijs
- Ziek = nu zorg willen, geen uitvoerig onderzoek
Nederlandse zorgautoriteit
- Voert toezichthoudende taak van de overheid uit (solidariteit en rechtvaardigheid)
- Bepaalt de condities voor concurrentie en vrije prijsvorming
- Voorkomt machtsvorming (monopolieposities)
- Ziet toe op informatievoorziening
- Waar tarieven niet zijn vrijgegeven bepaalt NZA deze
,Wet LIZ (Wet langdurig intensieve zorg)
BOPZ = voor onvrijwillige opname
WOD = wet opdonorregistratie (iedereen die 12 jaar of ouder is mag ja of nee kiezen)
Overig
PDCA cyclus
, 4. Doelgroepen
Zuigeling (0-1,5) jaar
fundamentele reflexen
Reflex Leeftijd van Beschrijving Mogelijke functie
verdwijnen
Zoekreflex 3 weken Neiging om het hoofd in de richting te Inname van voedsel
draaien van dingen die de wang raken
Stapreflex 2 maanden Beweging van de benen wanneer de baby Voorbereiding op
rechtop wordt gehouden en de voeten de onafhankelijke
grond raken voortbeweging
Zwemreflex 4-6 maanden Neiging om zwembewegingen te maken Vermijden van
met de armen en benen als de baby met gevaar
zijn gezicht naar beneden in water ligt
Oro-reflex 6 maanden Wordt geactiveerd als ondersteuning voor Bescherming tegen
de nek het hoofd plotseling verdwijnt. De vallen
armen spreiden zich en lijken zich
vervolgens ergens aan vast te klampen
Babinski- 8-12 maanden Spreiden van de tenen in reactie op Onbekend
reflex aanraking van de buitenkant van de voet
Schrikreflex Blijft in andere In reactie op een plotseling geluid worden Bescherming
vorm de armen en vingers gespreid en de rug
overstrekt
Knipperreflex Blijft Snel sluiten en openen van de ogen bij Bescherming van het
blootstelling aan direct light netvlies
Zuigreflex Blijft Neiging om te zuigen aan dingen die de Inname voedsel
lippen raken
Kokhalsreflex Blijft Keel vrijmaken Voorkomen van
stikken
Leeftijd Cognitieve Voorbeeld Psychoseks Voorbeeld Psychoso Voorbeeld Deugd
periode Piaget uele fase probleem op ciale fase Erikson Erikson
(Piaget) (Freud) latere (Erikson)
leeftijd (persoonli
(Freud) jkheidso)
0-2 Sensomotor Reflexen, Oraal (eten, Autisme, vertrouwen Vertrouwen Hoop
isch duim in de bijten) hechtingssto vs door steun,
mond steken, ornis, wantrouwe angst en
objectperman rookverslavin n zorgen over
entie (iets g anderen
bestaat ook
als je het niet
ziet)
2-3 Pre- Ontwikkeling Anaal Smetvrees Autonomie Onafhankelijk Wil
operationee taal en (zindelijkheid vs als
l symbolisch en ) schaamte onderzoek
egocentrisch en twijfel word
denken gestimuleerd,
twijfels over
zichzelf
3-6 Pre- Ontwikkeling Fallisch Seksuele Initiatief vs Ontdekken Doelgericht
operationee taal en (interesse ongeremdhei schuldgev van manieren heid
l symbolisch en genitaliën, d, overdreven oel om dingen in
egocentrisch identificatie feminisme, gang te
denken met ouder extreem zetten,
van zelfde onderdanige schuldgevoel
sekse) vrouw, over daden
extreme en gedachten
ambitie man
6-11 Concreet- Concepten Latentie Leerproblem Vlijt vs Meer besef Competenti
(school) operationee zoals aantal, (seksualiteit en, minderwaa van e
l lengte, antisociaal rdigheid competenties