Beste 4 en 5 HAVO-leerlingen,
Graag wil ik jullie meenemen op een reis door de geschiedenis van de mensheid, vanaf het ontstaan van de eerste mens tot aan de modernere tijd. In de samenvatting van Tijdvak 1 tot en met 10 die ik voor jullie heb gemaakt, zullen jullie kennismaken met de belangrijk...
Tijdvak 1: De tijd van jagers en boeren
-3000 voor christus, prehistorie
De prehistorie bespant een lange periode doordat we er weinig over
weten. Het schrift was nog niet uitgevonden, dus alle bronnen die
we uit deze tijd hebben zijn primair en ongeschreven. We noemen
het de prehistorie (=voorgeschiedenis) omdat we niet weten wat de
mensen destijds dachten, voelden en belangrijk vonden.
Door klimaatverandering verwoestijnde de leefomgeving van de
jagers en verzamelaars. Jagen en verzamelen werd lastiger. In de
vruchtbare halve maan begon men over te gaan op landbouw. Rond
10.000 voor christus werd voor het eerst voedsel verbouwd. Men
woonde voorheen overal en nergens. Dat nomadische
bestaan betekende dat ze weinig bezittingen hadden en hun tenten
met zich mee verhuisden van plek tot plek. Landbouw begon steeds
belangrijker te worden en de samenleving werd complexer toen
mensen samen op een vaste plek gingen wonen (sedentair). Met de
neolithische revolutie bedoelen we de eerste landbouwrevolutie
die de overgang vormde naar een sedentaire agrarische
samenleving. Het aantal bezittingen steeg en er ontstonden kleine
dorpen. Mensen begonnen anders met elkaar om te gaan en dit
was onder andere te zien aan hoe met lijken omgegaan werd.
Namelijk, jagers en verzamelaars lieten overledenen gewoon
achter. Toen de landbouw op begon te komen begon men doden te
begraven met grafgiften en toen bijna iedereen boer was werden
doden begraven met grafgiften en een grafmonument.
Irrigatie vereenvoudigde de landbouw en als gevolg hiervan steeg
de voedselproductie. Niet iedereen hoefde meer in de landbouw te
werken, waardoor gespecialiseerde beroepen ontstonden
(nijverheid). Dit zorgde voor sociale verschillen tussen bijvoorbeeld
bakkers, boeren, pottenbakkers en handelaren.
Niet alleen de samenleving werd complexer, ook religie. Religie
werd tevens invloedrijker. Men was polytheïstisch (ofwel, ze
geloofden in meerdere goden) en brachten de goden offers in de
vorm van bijvoorbeeld dieren en voedsel. Godsdienst zorgde er ook
voor dat de samenleving in bedwang bleef en er dus geen chaos
uitbrak.
De vroege stedelijke beschavingen van Mesopotamië en Egypte
kenden veel overeenkomsten. Op economisch gebied draaide het in
,beide steden vooral om akkerbouw, veeteelt, handel en ambachten.
Ook de sociale vlakken kwamen overeen, aangezien in beide
steden mensen in grote groepen (±10.000 mensen) leefden en er
een hiërarchische opbouw was van samenleving in sociale klassen.
Met hiërarchie bedoelen we het classificeren van mensen, niet
iedereen was dus gelijk. Wat cultuur betreft kennen Mesopotamië
en het oude Egypte ook overeenkomsten: beide geloofden in
polytheïsme en beoefenden magische rituelen in tempels. Er was
overigens wel een verschil in politiek, in Mesopotamië werden
steden namelijk bestuurd door priesters en koningen en er
ontstonden stadstaten. In Egypte daarentegen, stond een farao aan
het hoofd van de natiestaat. Egypte was dus een eenheid in plaats
van een collectie stadstaten.
Kenmerkende aspecten bij jagers en boeren:
1a: de leefwijze van jagers-verzamelaars
1b: het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
1c: het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Tijdvak 2: De tijd van Grieken en Romeinen
3000 voor christus – 500, oudheid
Griekenland kende veel stadstaten (zij noemden dit poleis).
Stadstaten worden zo genoemd omdat het gebieden met vaste
grenzen en een eigen bestuur waren. Ze waren klein van
oppervlakte en inwonersaantal. Stadstaten waren autarkisch,
zelfvoorzienend dus. Ook waren de stadstaten autonoom wat
betekent dat ze hun eigen bestuur en regels hadden.
Staatsvormen stadstaten:
Monarchie: bij een monarchie ligt de macht legitiem bij één
persoon. Het is een alleenheerschappij met erfelijke vorsten
(koning of keizer). De wil van de vorst was wet.
Tirannie: staatsvorm waarbij de macht in handen ligt van één
persoon. Een zogenaamde tiran heeft de macht op een niet-
legitieme manier verkregen, bijvoorbeeld door een
staatsgreep.
Aristocratie: regering van een kleine groep adellijken.
, Oligarchie: regering van een klein groep mensen die niet
perse van adel zijn. Zij waren bijvoorbeeld de rijksten of de
meest slimme.
Theocratie: regering gevormd door religieuze leiders.
Democratie: regering door bevolking met burgerrecht. Een
relatief groot deel van de bevolking had inspraak in het
bestuur. De eerste democratie was Athene.
Vanaf ongeveer de 700 e eeuw voor christus kwam de filosofie op
gang. Filosofen probeerden de wereld op rationele wijze te
verklaren. Bij bepaalde (natuur-)verschijnselen werd voorheen vaak
gewezen naar goden die deze verschijnselen zouden veroorzaken.
Filosofen wilden verschijnselen verklaren door zelf te onderzoeken
hoe dingen gebeurden. Filosofie vormt het begin
van wetenschap aangezien wetenschap het opdien van kennis of
theorie is op basis van experimenten, het verstand en
waarnemingen. Mythologie maakte plaats voor logica.
Er ontstond een heuse Griekse beschaving. Griekenland werd
dichtbevolkt en dat resulteerde in volksverhuizingen. De Griekse
cultuur werd verspreid naar omringende gebieden. In 338 voor
christus werd Griekenland binnengevallen en veroverd door de
Macedoniërs. Alexander de Grote veroverde een enorm gebied en
zorgde er voor dat Griekse kennis en cultuur een groot gebied
bereikten.
Het Romeinse gebied kende meerdere bestuursvormen:
Koningstijd: 753 voor christus – 509 voor christus
Van deze periode is niet zo veel bekend. Er zijn weinig historische
bronnen over. De laatste koning zou zijn macht misbruikt hebben en
om er voorkomen dat er weer een alleenheerser kwam die zijn
macht misbruikte, werd te republiek ingesteld.
Republiek: 509 voor christus – 27 voor christus
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tijlmooren. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,48. Je zit daarna nergens aan vast.