Hoorcollege 1, Goederenrecht 2016
Onderwerpen hoorcollege
1. eigendommen van roerende zaken
2. eigendommen van onroerende zaken
3. eigendomsvoorbehoud
4. gemeenschap
5. mandeligheid
Een paar basisbegrippen:
1. eigendom 5:1 BW
2. Zaak 3:2 BW en over dieren artikel 3:2A BW
3: Roerend/onroerend 3:3
4. Gemeenschap 3:166 e.v. BW
5: Mandeligheid 5:60 e.v. : twee personen zijn eigenaar van een erf, er staat een muur, als scheidslijn
en hier zegt mandeligheid iets over, wie is de eigenaar van de muur?
Eigendom van roerende zaken: alle zaken die niet onroerend zijn.
Verkrijging: je kan goederen krijgen over bijzondere titel zoals overdracht (koop), ook kan het een
ander titel zijn zoals verkrijgende verjaring.
Daarnaast heb je een algemeen titel: erfenis, juridische fusie of een juridische splitsing/ afsplitsing.
Hier zie je regels ten aanzien van de algemene titel.
Je hebt ook nog een overige wijze van verkrijging 3:80: toe-eigening, vinderschat of schatvinding.
Toeeigening: dit vind je direct na de regels van algemene regels van eigendom 5:4. Je kan een
roerende zaak je zelf toe eigenen. Let wel, er staat eigendom van roerende zaken. Dus al deze
artikelen hebben betrekking op roerende zaken. Eigendom van onroerende zaken staat in artikel
5:20. Een aan niemand toebehorend goed, rest nulius. Je neemt iets in bezit, als iemand het
weggezet heeft. 3:13 zegt ook feitelijke macht verschaffen, nogmaals dit kan alleen bij roerende
zaken. Bij onroerende zaken kan dit niet, die hebben altijd een eigenaar!
Vinderschap: dit is meer een toeval, je vindt iets! Je ziet iets liggen, en neemt het mee. Artikel 5:5
BW. Er staat onbeheerd, je kan het gewoon meenemen, ligt ergens op straat . als je dit meeneemt,
moet je wel volgens de wet aangifte doen. Dit vind je in artikel 5:5. Mocht er ooit een eigenaar
komen, dan zegt de wet in 5:10, dan heb je ook recht op een redelijke vindersloon. Bijzondere is dat
je dat vinden met een iets andere idee doet van toe-eigening. Daar zegt je iemand heeft er afstand
gedaan, k neem het mee. Vindershap s bij toeval, je gaat dat aanmelden, en je was dus slechts
houder je nam het niet voor je zelf in bezit. Hierdoor geeft de wet een bijzondere wijze van
eigendomsverkrijging 5:6 lid 1
Schatvinding: hier gaat het om roerende zaak van waarde die lang verborgen is gebleven. Eigenaar is
niet meer te achterhalen, vaak is het onder de grond, maar kan ook in een huis verborgen zijn. Ook
hier moet je aangifte doen bij de gemeente, en de schat komt toe aan de ontdekker en de eigenaar
van de zaak waarin de schat wordt getroffen. 5:13. Dan krijg je dus een bijzondere vorm van
gemeenschappelijk eigendom. Uitzonderingen zijn monumenten, hier heb je ook een aparte regeling
voor, staat in monumentenwet.
Vruchttrekking:
Natuurlijke vrucht:
Als je kijkt naar artikel 3:8 zie je staan wat vruchten zijn. Het is eerst een bestanddeel van een ander
zaak, en die wordt door afscheiding een zelfstandige zaak. 3:9 lid 1 jo. 3:4