Week 1 Inleiding en consumentenkoop
Inleiding
In het consumentenrecht staat de relatie tussen de consument en de handelaar centraal. De consument
wordt beschouwd als zwakkere partij die moet worden beschermd.
Een van de centrale vragen van het consumentenrecht is of en op welke wijze de consument moet
worden beschermd. Om die bescherming te bewerkstelligen worden verschillende
(wetgevings)technieken gebruikt. Zo bestaan er dwingende regels waar partijen niet van af mogen wijken.
Een andere belangrijke vraag is wie wordt beschouwd als consument.
In art. 6:230g BW worden definities van de consument en de handelaar gegeven. De consument wordt
omschreven als een natuurlijk persoon die niet handelt voor doeleinden die buiten zijn beroep of bedrijf
vallen. Tegenover de consument staat de ahndelaar, een professionele wederpartij.
In Afdeling 2B, Titel 5, Boek 6 BW is een afdeling opgenomen die regels bevat voor overeenkomsten
tussen consumenten en handelaren. Daarnaast zijn bepalingen die betrekking hebben op consumenten
te vinden in Boek 3 BW, Boek 6 BW en Boek 7 BW; bijvoorbeeld de bepalingen in Boek 3 BW
betreffende oneerlijke handelspraktijken, in Boek 6 betreffende algemene voorwaarden en in Boek 7
betreffende de consumentenkoop.
Een groot aantal van deze bepalingen is het gevolg van omzettingen van Europese richtlijnen. Een
andere belangrijke onderwerp voor het consumentenrecht is de doorwerking van het Europese recht in
het nationale recht. De omschrijving van de consument, de handelaar zullen deze week aan de orde
evenals de doorwerking van een aantal Europeesrechtelijke leerstukken in het consumentenrecht.
Daarnaast zal de consumentenkoop worden behandeld in het licht van genoemde onderwerpen.
Leerdoelen
-De student heeft kennis van de verschillende wetgevingstechnieken op het gebied van het
consumentenrecht en kan deze technieken herkennen in wetgeving.
-De consument heeft kennis van Europeesrechtelijke leerstukken zoals geen horizontale directe werking
van richtlijnen en de invloed hiervan op het consumentenrecht.
- De student heeft kennis van de regels met betrekking tot consumentenkoop en kan deze toepassen op
een casus.
-De student heeft weet van de richtlijn consumentenrechten en op welke wijze deze geïmplementeerd
wordt in het Nederlandse recht.
- De student heeft kennis van de voorstellen van de Europese Commissie met betrekking tot
overeenkomsten met eendigitale inhoud.
Literatuur
* Asser 3-I, nr. 154, 155, 181-184.
* Asser (bzo) 7-1* Koop en ruil, nummers 72 tot en met 81 (3), de nummers 84, 89-92, de nummers 333-
344 en de nummers 494a, 498 a, b, c.
* V. Mak, Op weg naar een Europese ‘Digital Single Market’ Twee nieuwe richtlijnvoorstellen voor het
Europees contractenrecht, NJB 2016, afl. 8, p. 518-524. Lees niet paragraaf 3.1 en 4.
Jurisprudentie
* Zk C-404/06, Quelle AG v Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände, Hof
van Justitie 17 april 2008, Jur EG 2008, I-2685.
* Hof van Justitie, 16 juni 2011, Gevoegde zaken C-65/09 en C-87/09, ECLI:EU:C:2011:396 (Gebr.
Weber GmbH/Wittmer, en Putz/Medianess Electronics GmbH).
* Hof van Justitie, 4 juni 2015, zk C-497/13, ECLI:EU:C:2015:357 (Faber/Autobedrijf Hazet Ochten B.V.)
1