Aan de hand van deze samenvatting heb ik een 7 weten te behalen. Het is een samenvatting waarin alle theorie en formules uitgebreid staan verwerkt. Dit is gedaan aan de hand van de colleges en het boek.
Hoorcollege 1: Basiskennis Statistiek ............................................................................................................................... 0
Hoorcollege 2: Eigenschappen van tests en items ........................................................................................................... 0
Hoorcollege 3: Bewerkte scores en normen ..................................................................... Error! Bookmark not defined.
Hoorcollege 4: Betrouwbaarheid, klassieke testtheorie ................................................... Error! Bookmark not defined.
Hoorcollege 5: Bepaling van de betrouwbaarheid in de praktijk ...................................... Error! Bookmark not defined.
Hoorcollege 6: Invloeden op de betrouwbaarheid............................................................ Error! Bookmark not defined.
Hoorcollege 7: Invloeden op de betrouwbaarheid............................................................ Error! Bookmark not defined.
Hoorcollege 8: Begripsvaliditeit ......................................................................................... Error! Bookmark not defined.
Hoorcollege 9: Criteriumvaliditeit .................................................................................................................................... 0
Hoorcollege 10: Introductie item-responstheorie............................................................................................................ 0
Hoorcollege 11: IRT in de praktijk..................................................................................................................................... 0
Hoorcollege 12: Test Fairness & Bias ................................................................................................................................ 0
, Hoorcollege 1: Basiskennis Statistiek
Zorgen voor goede psychologische tests is essentieel. Zonder goede tests is psychologie nauwelijks een
wetenschap en kan psychologie weinig bijdragen aan de maatschappij. Er is een heel vakgebied binnen
psychologie gewijd aan de vraag hoe we de kwaliteit van tests kunnen onderzoeken en verbeteren:
testtheorie (ook wel psychometrie genoemd). Vrijwel alle psychologische theorieën zijn tot stand gekomen
dankzij testtheorie (bijv. Big Five).
Voor het meten bij individuen gebruik je meestal een test met veel items. Je gebruikt deze items als
indicatoren voor een construct (niet direct te observeren psychologische eigenschappen, bijv.
perfectionisme). Het idee is dat de reactie van een proefpersoon op de vragen (de indicatoren) een
indicatie geven van het te meten construct. Stappen:
1. Aan antwoorden worden scores toegekend (itemscores).
2. Itemscores worden verwerkt tot testscore (meestal optellen).
3. Testscores worden geïnterpreteerd.
Wat kun je zeggen over iemands perfectionisme op basis van de testscores?
- Zijn de testscores zinvol te interpreteren?
- Meet de test wel perfectionisme? Hoe kom je daar achter?
- Zijn de vragen/opdrachten wel van goede kwaliteit?
- Zijn er wel genoeg vragen in de test?
- Iemand heeft een score 14 en een ander heeft een score 15. Is dit verschil groot genoeg om te
concluderen dat ze verschillen in perfectionisme?
Positie-driehoek over psychologische testen
De eerste houding is de ongeïnteresseerde, die tref je soms
aan bij mensen die van de exacte wetenschap houden zoals
fysica studenten. Die geloven niet in de relevantie van de
sociale wetenschap. Een andere houding is de doemdenker,
die zegt Ik geloof er gewoon niet in dat je aan de hand van
een psychologische test die onobserveerbaren
eigenschappen toch nog bloot kan leggen. Een andere
houding is de gelovige (goedgelovige) dit is een persoon
die graag met psychologische test aan de slag gaat en de
kritische houding achterwege laat. Beide extremen zijn niet
wenselijk. De sweetspot zit precies in het midden. Een
kritische houding ten opzichte van testen, maar wel duidelijk
zicht op wat er daadwerkelijk met de test gedaan kan worden
Tests worden veel gebruikt om te meten in de psychologie, meestal de handigste manier om aan gegevens
te komen. Als je goed en nauwkeurig wilt meten heb je een goede test nodig, anders doe je aan sloppy
science! Voor het maken van een goede test zijn helaas geen kant-en-klare regels. Het vereist voortdurend
goed nadenken, goede kennis van de te meten eigenschap, goed gebruik van statistische methoden. Er
zijn wel handvatten: die worden behandeld in testtheorie.
Variabele:
- Een variabele is iets wat meerdere waardes aan kan nemen. Het is letterlijk iets wat varieert.
- In dit college wordt er gewerkt met een voorbeeld van tentamen scores van 5 respondenten op 3
tests (X - tentamenscore, Y-score van één specifiek vraag in het tentamen en goed is één punt, W-
IQ-score). Dit wordt weergegeven in een datamatrix.
o In de rechtse kolom worden de variabelen weergegeven en in de linkse kolom staan de
respondenten (personen) weergegeven waarvoor je een score op die variabele ziet.
, Gemiddelde en deviatiescore:
Gemiddelde: optellen van de scores en vervolgens delen door N (steekproef grote).
Optellen
Streep =
gemiddelde
o Bijvoorbeeld: = =8
Deviatiescore: hierbij haal je het gemiddelde af van de score. Deviatie score vertelt dus iets over hoeveel
mensen afwijken van het gemiddelde.
testscore
gemiddelde
o Bijvoorbeeld: 6 − 8 = −2
- Gemiddelde van een deviatiescore zal altijd op 0 komen. We hebben nu de verdeling gecentreerd.
We hebben er namelijk voor gezorgd dat de verdeling een gemiddelde krijgt van 0. Dit is altijd handig
om te doen, zodat jezelf kan controleren of je een fout hebt gemaakt.
- Let op: de deviatiescores geven we meestal aan met een kleine letter, terwijl de variabelen met een
hoofdletter worden aangegeven.
Je hebt een referentiekader nodig om bijvoorbeeld bij respondent 1 die 2 punten onder het gemiddelde
haalt te kunnen interpreteren. In hoeverre is dit erg slecht of een beetje slecht.
Variantie en standaarddeviatie: Deviatiescore kwadrateren.
Bijvoorbeeld bij respondent 1,
zal dit 2x2= 4. (variantie)
Variantie: variantie word altijd aangegeven met een S tot de macht 2 als het om
een steekproef gaat. We tellen nu de gekwadrateerde afwijkingsscores bij elkaar
op en deze delen we door N. Variantie zegt ons iets over de mate waarin mensen
variëren en de mate waarin scores van elkaar afwijken. Als iedereen dezelfde
score heeft, is er geen afwijking ten opzichte van elkaar en heb je een variantie
van 0.
- Je werkt met gekwadrateerde deviatie score.
Voorbeeld:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Britt457253. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.