100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting HC's erfrecht II (JUR-4ERFR2) €6,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting HC's erfrecht II (JUR-4ERFR2)

 31 keer bekeken  2 keer verkocht

Samenvatting HC's erfrecht II, jaar 2023. Succes met leren!

Voorbeeld 4 van de 38  pagina's

  • 10 mei 2023
  • 38
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (8)
avatar-seller
s-kers
Sv erfrecht.
Week 1 (1 feb): inleiding en overgangsrecht.
Uitleg, art. 4:46 BW, nodig wanneer het testament is gemaakt onder oud erfrecht en de
testateur overlijdt onder nieuwe erfrecht.
- In de regel niet veel uitlegzaken, want de notaris stelt het testament op en schrijft
over het algemeen geen gekke dingen.
- HR Uiterste wilsbeschikking (11 oktober 2013) -> mevr. ongehuwd benoemd haar
broer tot enig erfgenaam. Door getuigenverklaringen bekend dat het doel van het
enig erfgenaamschap was dat haar ouders niet zouden erven. Werd uitgelegd als dat
de mevr. geen andere optie had om haar ouders impliciet te onterven maar nu wel
dus haar nieuwe echtgenoot kon daarom erven.

Stel A heeft bepaald dat kind B en C erfgenaam zijn en C is vooroverleden en heeft 2
kinderen achtergelaten, dan wast het deel van C aan bij B -> art. 4:48 BW. Indien een
beschikking van de erflater geen gevolg vindt, wast het deel van de vooroverledene aan bij
het achtergebleven kind.
- Plaatsvervulling hoort bij het versterferfrecht. Dus i.c. niet van toepassing want er is
een testament. In het testament staat niet dat de regels van plaatsvervulling van
overeenkomstige toepassing is. Dit is geen plaatsvervulling, maar subsidiaire
erfstelling. Staat dit in het testament dan is art. 4:48 BW n.v.t.

Stel C leeft nog wel. Als A overlijdt erven B en C. Dat A overlijdt vindt C niet fijn want hij is
bezig met overhevelen van vermogen. Had A hem maar overgeslagen en het gegeven aan
zijn kinderen = generation skipping. Want nu betalen ze 2x 10% belasting, dit is meer dan de
18% voor kleinkinderen. Testament in 1990 gemaakt waarin de regels van plaatsvervulling
van overeenkomstige toepassing zijn verklaard.
- Niet verwerping adviseren, want dan gaat alles naar B. Het testament is in 1990
gemaakt, dus voor 1 januari 2003. In oude art. 4:12 BW alleen plaatsvervulling voor
personen die waren vooroverleden. Dus verwerping maakt niet dat er
plaatsvervulling optreedt i.c.
- Indien C vooroverlijdt, dan benoem ik X en Y. Dit is niet het geval, dus bij verwerping
treedt aanwas op.

Art. 4:46 BW is ook een overgangsrechtelijk instrument. Nieuwe wet moet niet maken dat de
uiterste wil veranderd. Testament voor ogen gehad zoals dat toen ter tijd was opgesteld.
Leggen we uit door de bril van het destijds geldende erfrecht, mochten er bepalingen zijn die
onder oud recht een andere uitleg hadden.

Overgangsrecht:
1. Art. 68a Overgangswet = hoofdregel is onmiddellijke werking van het nieuwe recht.
Nieuwe erfrecht is dus eigenlijk van toepassing. Maar art. 4:46 BW, uitleggen naar de
omstandigheden waaronder het testament is gemaakt. Een omstandigheid is dat het
testament is gemaakt onder het oude erfrecht. Op de regel van onmiddellijke werking
zijn uitzonderingen:
a. Algemene overgangsrecht.
b. Bijzonder overgangsrecht -> art. 125 e.v. Overgangswet. Speciale spelregels
gemaakt om bij voorbaat al problemen te tackelen.
c. Art. 4:46 BW.

,2. Art. 69 Overgangswet = eerbiedigende werking (uitzonderingen op onmiddellijke
werking).
3. Art. 79, 80, 81 jo. 127 Overgangswet = geldigheid, vernietigbaarheid en nietigheid.
a. VB: verboden beschikkingen. Bijv. art. 4:59 BW, beroepsbeoefenaren
benoemen mag, maar zijn in bepaalde gevallen vernietigbaar (bijv. niet als
een legaat is voor een geleverde dienst). Onder oud recht waren die nietig.
b. Adagium (bij deze artikelen) = alles wat geldig was blijft geldig, en voor het
overige geldt het nieuwe recht.
c. OBV is een voorbeeld van iets wat niet meer kan nu, maar wel geldig blijft als
die is gemaakt onder het oude recht. A getrouwd met B en kinderen C en D.
A zei ik benoem jullie niet alleen als erfgenaam, ik ga ook de nalatenschap
verdelen. Alle goederen aan B, C en D krijgen erfdeel in de vorm van een
geldbedrag (horizontale OBV). Voor 2003:
i. Hadden legitimarissen namelijk recht om erfgenaam te zijn. Was dan
deelgenoot. Art. 3:170 jo. 3:182 jo. 2:189 BW. Beheer van de
nalatenschap komt toe aan de gezamenlijke deelgenoten.
1. Art. 3:182 BW = alle deelgenoten moeten meewerken aan de
verdeling.
ii. Hadden ook recht op goederen van de nalatenschap in natura en vrij
en onbezwaard.
d. OBV was de enige uiterste wilsbeschikking waarmee je het recht van
legitimarissen op goederen van de nalatenschap uit kon sluiten (HR
Meerzicht). Art. 4:1167 Oud BW = kon het recht om zeep helpen.
i. ‘Langstlevende in de spulletjes kon blijven’. Hiermee wordt de LL dus
beschermd/verzorgd achtergelaten.
ii. Kinderen konden hun aanspraak omzetten in een geldaanspraak.
Recht op natura kon met de OBV dus worden ontnomen.
iii. Kregen deze niet hun geld, dan moest de LL nog het huis uit om deze
te verkopen. C en D kregen dan wel pas hun geld als B er niet meer
was. In principe was dit in strijd met hun legitieme portie. Maar in HR
De Visser/Harms (1945) werd gezegd dat de verzorging van de LL
voor ging op de aanspraken van legitimarissen. Als A voldeed aan
een dringende morele verplichting om B verzorgd achter te laten dan
voldeed A daarmee aan een verplichting/schuld die hij had jegens B
en die schuld soepeerde eigenlijk die nalatenschap op. C en D
moesten dan maar blij zijn dat ze überhaupt nog wat kregen. Die
niet-opeisbaarheid moeten zij dulden omdat A daarmee voldoet aan
een dringende morele verplichting om B verzorgd achter te laten. Als
A vele miljoenen had en B ook verzorgd kon achterblijven wanneer C
en D werden uitgekeerd, dan geen verzorgingsbehoefte en moeten ze
worden uitgekeerd.
1. Zo worden de kinderen dus in de erfrechtelijke wachtkamer
gezet.
iv. OBV -> B kan alles opmaken.
v. Gesloten stelsel van uiterste wilsbeschikking -> art. 4:42 BW. OBV
past hier niet in, sanctie i.b. nietigheid.
vi. OBV i.b. nietig o.g.v. art. 68 Overgangsrecht, maar geëerbiedigd o.g.v.
art. 69a BW.

, vii. Van rechtswege = verdeling van de OBV werkt van rechtswege. Huis
van A is dan zonder dat daar levering of toedeling voor nodig is van B.
1. Dit is hetzelfde als bij de wettelijke verdeling.

Executeur kan niet na overlijden worden benoemd, moet bij uiterste wilsbeschikking. Art.
4:97 BW, mag niet bij codicil.

Wat is de nieuwe OBV?
- Art. 4:82 BW -> hiermee kun je legitiemes niet-opeisbaar maken. OBV zette je
vroeger in om legitimarissen zo veel mogelijk op afstand te houden, dit kan nu met dit
artikel.

Sleutelen aan wettelijke verdeling -> WORST + 1.

Waarom wettelijke verdeling uitgesloten en toch in testament een soortgelijke situatie
gecreëerd?
- Termijn van ongedaanmaking, art. 4:18 BW.
- Voordeel wettelijke verdeling = werkt van rechtswege, hoeft geen verdeling meer
plaats te vinden. Dit is ook het nadeel, want het zit op slot. Met art. 4:18 BW kan je
de wettelijke verdeling ongedaan maken, maar moet je dit wel binnen 3 maanden
doen.
- Wetgever heeft niet gewild dat mensen de termijn kunnen verlengen zoals dat kon bij
de OBV.

Hof Amsterdam 8 juli 2014 = testament onder oud erfrecht, valt open onder nieuw erfrecht.
Clausule = erfdeel van kind zou worden beperkt tot zijn of haar legitieme portie als het
betreffende kind de verdeling niet zou bekrachtigen.
Vraag -> is oud of nieuw erfrecht van toepassing? Niet de juiste vraag. Nieuwe legitieme is
van toepassing. Art. 68 en 128 Overgangswet. Nieuw erfrecht is van toepassing.
Correcte vraag -> wat heeft de erflater bedoeld met deze bepaling/clausule? Wat heeft de
erflater willen toekennen aan de betrokkenen?
Minister = heeft erflater bijv. vererving volgens de wet of een vergelijkbare clausule
opgenomen, dan moet er i.b. van worden uitgegaan dat is bedoeld die wet die van kracht
was ten tijde van het maken van het testament. Hetzelfde moet voorts worden aangenomen
indien plaats is van het in de legitieme stellen. Uitleggen door de bril van het oude erfrecht.
Hof -> kiest voor breukdeel ¼, zou anders ⅓ zijn. Is dit in lijn met de filosofie van de minister,
hof komt uit bij nieuwe recht. Is hier ruimte voor? Ja, want minister zegt i.b. Moet kijken naar
art. 4:46 BW, kijken niet naar de omstandigheden waaronder gemaakt, maar ook de
verhoudingen die worden gewenst te regelen. Die zouden kunnen leiden tot een ander
breukdeel. Het moet zo worden uitgelegd dat de erflater heeft beoogd, zo min mogelijk weg
te geven.
Het is een strafsanctie de bepaling van de testateur, dus kijken naar het nieuwe erfrecht.
Kan het dan niet nog verder worden uitgelegd als dat de grootste straf een onterving is?
Want dit is mogelijk onder het nieuwe erfrecht. Moet nog over nagedacht worden.

Kanttekening: destijds had erflater ook een breukdeel van ¼ in zijn testament kunnen
opnemen, dat is niet gebeurd. Had ook onterft kunnen worden, zou dan wel lastig worden

, met de OBV. Docent hecht waarde aan of de wil van de erflater is veranderd doordat er
nieuwe erfrecht is gekomen.

Week 2 (8 feb): bijzondere aspecten legitieme.
HR 24 juni 2016 -> ging over een nalatenschap die opengevallen was onder oud erfrecht. C
en D zien dat B aan het schenken is aan haar eigen kind E. C en D leggen conservatoir
beslag dat de geldsom ooit betaald wordt. 2 vraagstukken:
1. Kun je conservatoir beslag leggen op niet-opeisbare vorderingen? HR zei ja.
a. Dus kan technisch ook voor de andere settings. Probleem zit in de afweging
die gemaakt moet worden. Belangen afwegen. Belang van de LL zal altijd
prevaleren door het nieuwe erfrecht, want ongestoord voortleven. Technisch
kan het, maar de sfeer is dus anders.
2. Blijft dat beslag kleven? Als dit zo zou zijn, dan is B beperkt in het doen en laten.
Past het in de sfeer van de wettelijke verdeling om conservatoir beslag te leggen?
Door de bril van verzorgingsbehoefte kijken bij het oude recht, ongestoord voortleven bij
recht van nu. Adagium = ongestoord voortleven, volledige beschikkingsmacht over de
nalatenschap zonder zekerheid voor de kinderen (enige bescherming voor de kinderen bij
de wettelijke verdeling zijn de wilsrechten (kun je uitsluiten), en curatele en faillissement).
- Wat is ongestoord voortleven? Wat als je 25 miljoen hebt? Volgens Schols zou de
wetgever bedoeld hebben volledige beschikkingsmacht zonder zekerheid voor de
kinderen.
Noot Perrick -> HR 24 juni 2016 ook toepassen op wettelijke verdeling en niet opeisbare
legitieme.

Hof Den haag 19 december 2019 (ECLI:NL:GHDHA:2019:3380) = we moeten kijken naar
het testament. Hieruit blijkt dat erflater de LL ongestoord wilde laten voortleven. Ongestoord
voortleven is begrensd, mag geen misbruik maken van bevoegdheid = handelen met geen
enkel ander doel dan de kinderen in de verhaalsmogelijkheden te benadelen.
- Casus: LL deed gekke dingen.
- “Voor het hof staat derhalve voorop dat het testament van erflaatster de vader het
recht geeft om in beginsel vrij te beschikken over de nalatenschap om, in
overeenstemming met het door erflaatster beoogde doel van het testament,
ongestoord te kunnen voortleven na het overlijden van erflaatster. Naar het oordeel
van het hof vindt deze testamentaire bevoegdheid van de langstlevende echtgenoot
om vrij te kunnen beschikken over de nalatenschap slechts zijn begrenzing daar
waar de vader misbruik van bevoegdheid maakt, dat wil zeggen de vader over de
nalatenschap beschikt met geen ander doel dan (een van) de kinderen in (zijn
respectievelijk) hun verhaalsmogelijkheden te benadelen. Het hof acht daarbij een
grote terughoudendheid op zijn plaats teneinde zoveel mogelijk te voorkomen dat het
door erflaatster met het testament beoogde doel – het ongestoord voortleven van de
langstlevende echtgenoot – door rechterlijke inmenging niet kan worden
verwezenlijkt.”
- De wil van de erflater tot ongestoord leven van de LL kan, maar hoeft niet
expliciet in het testament te staan.
- Wat is misbruik van bevoegdheid? = handelen met geen enkel ander doel
dan de kinderen in de verhaalsmogelijkheden te benadelen. Hoge lat.
- Quasi-wettelijke verdeling i.c., speelt ook bij de ‘echte’ wettelijke verdeling.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper s-kers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53249 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99  2x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd