Deze samenvatting betreft notities uit de hoorcolleges van het vak Milieubeleid gedoceerd door Ilse Loots. Uit de master Milieuwetenschappen aan de Universiteit Antwerpen. Gebaseerd op de lessen en powerpoints.
Gamma 𝛾 : symbool voor sociale wetenschappen (grote groep van wetenschappen:
communicatiewetenschappen, politiek, bestuurswetenschappen…)
Afbeelding boekentoren: er is veel kennis over milieu, maar dat is niet voldoende. Je hebt de
samenleving ook nodig (politiek, maatschappij, bedrijven, ngo’s). We mogen de persoon beneden
absoluut niet alleen laten staan.
Inleiding op theoretische kaders en practice(s) van milieu-/ omgevingsbeleid → wat helpt ons in de
diagnose? → Beleidswetenschappelijke bril = kennis over beleid als kennis voor beleid. Over
milieubeleid hebben, i.p.v. voor het milieubeleid. Wat maakt het ons makkelijker om te blijven
beoordelen?
Beleidswetenschappen = disciplines die kennis ontwikkelen over de inhoud (discours), de organisatie en
processen van beleid, zowel vanuit een politiek/bestuurlijk als maatschappelijk perspectief, met doel
die kennis te laten doorwerken in de beleidsvoering. In de lessen gaan we steeds het onderscheid maken
tussen de inhoud enerzijds en de processen anderzijds. Beleid is altijd inhoud EN organisatie.
Kenmerken:
• Contextuele kennis (in maatschappelijke en politieke processen)
• Probleemgericht (oplossingen bewerken voor problemen op beleidsagenda): vertrekkende
vanuit vraagstukken die zich stellen.
• Multidisciplinair gevoed (sociologie, politicologie, sociaal-economische-, bestuurs-,
pedagogische-, communicatiewetenschappen, recht, economie, sociale geografie…)
Wat niet te verwachten van het vak: een inhoudelijk overzicht van milieu-/omgevingsbeleid, een
opsomming. (Dit leer je in milieurecht)
Wat wel te verwachten: hoe milieuvraagstukken (en oplossingsrichtingen) te plaatsen in hun
maatschappelijke, politieke en beleidscontext → reflecteren, erover nadenken.
Evaluatiecriteria (open boek examen):
• Correct, gepast en creatief gebruik beleidswetenschappelijke terminologie
• Zin voor het kaderen/duiden van de stof in het geheel van de cursus
• Vermogen tot synthetiseren
• De inzichten uit de cursus kunnen toepassen op een nieuw voorbeeld (1 examenvraag)
• En aanvullend uw actieve inzet in het groepswerk (met peer beoordeling) → 10%
• 3 examenvragen → 30 min. voorbereidingstijd en vervolgens mondelinge toelichting → 90%
2. MILIEUPROBLEMEN ALS MAATSCHAPPELIJKE VRAAGSTUKKEN
1
,2.1 EVOLUTIE IN DE VERWOORDING VAN “MILIEUPROBLEMEN”
Historiek: start 50 jaar geleden → evolutie in de verwoording van “milieuproblemen”.
Milieuvraagstukken staan toch al een halve eeuw op de agenda. Voordien waren er enkel sporadische
aanduidingen van milieuvraagstukken. Het is pas vanaf de jaren ’60 dat milieuproblemen op de
maatschappelijke agenda kwamen.
2.1.1 JAREN ’70: COMPARTIMENTEEL BEGRIPPENKADER
Die historiek van 50 jaar doorlopen door de begrippen die we voor milieuvraagstukken gebruiken, stuk
voor stuk toe te lichten, in subgroepen. Aanvankelijk werden milieuproblemen benoemd naar het
milieucompartiment waarin verstoring optreedt (zonder verder in detail te beschrijven):
• Luchtvervuiling (miv. Ozonlaag = de atmosfeer)
• Waterbezoedeling (oppervlaktewater + waterbodems)
• Bodemverontreiniging (miv. grondwaterbederf: stukje water die bij bodem zit)
• Verstoring van fauna en flora (wild levende)
• Verstoring van het landschap (en van ecosystemen)
Het was gewoon bedenken waar een probleem zich voordeed, om het zo te benoemen. Dat is onze
eerste terminologie: naargelang de kamers/compartimenten in het milieu. Wij doen dat vandaag nog
zo, we hebben dat jargon niet verlaten. We hebben daar zelfs verfijning in aangebracht. We hebben het
ook ingebakken in een decreet: DABM 1995. Op het milieubeleid is een algemene kadertekst omtrent
ons milieubeleid in Vlaanderen en definieert al die verschillende soorten. Het zegt bv. dat luchtvervuiling
wordt meegenomen in het Vlaams milieubeleid zonder de lucht in binnenruimtes, omdat hier een
arbeidscontract geldt en dan is het binnenmilieu beschermd door arbeidswetgeving. Het sluit juridisch
een aantal dingen uit. Binnenhuismilieu wordt voor een stuk wel in ons Vlaams milieubeleid
meegenomen, waar het bv. gaat over woningen van particuliere en waarvan er uit de buitenlucht toch
ook vanalles naar binnen komt. Het is een beetje rekbaar wat er wel nog onder lucht wordt verstaan en
wat niet. Gaat het over water, dan is niet alleen het oppervlaktewater, maar ook de waterbodems: je
hebt geheel waar het water in rust of doorstroomt ook mee te nemen en dat is iets anders dan
bodemverontreiniging. Hierbij hebben we het over de kwaliteit van de bodem en allerlei wetgeving
omtrent sanering, maar daar nemen we ook het grondwater mee. Dus dat is een stukje water, maar dat
zit dan bij bodem. Verstoring van fauna en flora noemen we ook subkaders van het milieu: alles wat met
planten en dieren te maken heeft, behalve de dieren die niet in het wild leven. Bv. varkens die in een
grote stal staan en die op één of andere manier lijden of schade ondervinden, dat is economische schade
of vermogenschade maar dat is geen milieuprobleem dat welzijn van die varkens in die stallen. Tenslotte
verstoring van het landschap en landschap is een abstracter begrip. Het kan verwijzen naar het tropisch
regenwoud (dat is een ecosysteem op zich), maar het kan ook verwijzen naar onze duinen, heide… We
benoemen ook allerlei grotere gehelen waarin de som van alle kleine onderdelen duidelijk veel meer is.
In het begin worden aparte milieuproblemen beschouwd, cfr. Milieurecht en bestuurlijke organisatie.
Voordelen compartimenteel kader:
• Naast emissieregels ook immissie (blootstelling)- en kwaliteitsdoelstellingen voor het
compartiment
o Kwaliteitseisen formuleren ten aanzien van die kamer. Je kan zowel de emissies
reguleren (bv. “er mag in het water niet meer dan x geloosd worden per dag”), maar je
kan ook focussen op de immissie (bv. “er mag in deze waterloop in totaal niet meer dan
2
, x aanwezig zijn op een bepaald moment). Immissie (opname) wijst eigenlijk op de
blootstelling, de manier waarop dat compartiment het geheel moet verwerkt krijgen.
• Specialisatie van experten
o Je kan specialiseren: we hebben ondertussen al veel labo’s, onderzoekscentra aan
universiteiten zien groeien, die specifiek gespecialiseerd zijn in één van die kamers. Bv.
waterspecialisten, bodemspecialisten, specialisten in bodemsanering…
o Je hebt dat ook langs de kant van de overheid. Daar ontstaan aparte agentschappen,
diensten en (onderdelen van) departementen die alleen met dat soort vraagstukken
bezig zijn.
o Specialisatie langs kant van experten en langs kant van overheden.
Nadelen compartimenteel kader
• Versnippering bevoegdheden en beleid
o Door apart te specialiseren en ook vanuit de overheid voortdurend andere diensten bij
te bouwen, maak je dat er muurtjes ontstaan tussen de verschillende groepen. Dus er
ontstaat een risico op versnippering en dat is heel gemakkelijk te realiseren. Je hebt al
heel veel communicatie en coördinatie nodig om terug samen te werken.
o Bv. meteorologische dienst mocht wel nog waarschuwen voor heel veel regen, maar
niet waarschuwen over een risico op overstromingen, want dat is een andere
bevoegdheid. Dus het wordt juridisch/institutioneel soms strikt genomen. Dat is
problematisch en op die creëer je ook een risico op afwenteling.
• Risico op afwenteling milieuproblemen:
o Die afwenteling wil bv. zeggen dat je wel met roetfilters werkt en die zuiveren de lucht,
maar uiteindelijk moeten die filters ook ergens als een afvalprobleem moeten
verwerkt. Je lost het ene vraagstuk op, maar je creëert er eigenlijk tegelijk een ander.
o Recenter voorbeeld in sfeer van klimaatbeleid: je kan in functie van natuurherstel
proberen om de uitheemse bomen te kappen, om de inheemse soorten en het
ecosysteem plaatselijk te versterken. Maar in termen van klimaatmitigatie en adaptatie
is dat juist niet goed. Elke boom telt en de CO2-captatie telt. Je hebt eigenlijk ook een
strijd tussen doelstellingen binnen het milieubeleid zelf. Tussen natuurbeleid aan de
ene kant en klimaatbeleid aan de andere kant. Dus je moet dat ook proberen te
verzoenen en te overbruggen.
o Bv. Waterzuivering → vervuild slib → bodemvervuiling
• Binnen dit jargon is het moeilijk om problemen aan te pakken bij de bron, bv. in een regio, of
in een hele keten van processen (bv. klimaat, in art. 1.1.2. DABM toegevoegd)
o Omdat je eigenlijk weinig zegt binnen dat compartiment over de oorzaken erachter.
De factoren die achterliggend zijn, bv. wat maakt dat die lucht zo vervuild geraakt, dat
blijft een beetje buiten beeld.
o Dat is zeker een nadeel als je meer regionaal beleid gaat maken of een hele keten van
processen.
2.1.2 BEGIN JAREN ’80: PROBLEMEN MOEILIJK AAN TE HOOFDTYPES INGREPEN/EFFECTEN
ALS BEGRIPPENKADER
Aanvullend op het indelen in verschillende compartimenten is een begrippenkader ontstaan, een
indeling van milieuvraagstukken naargelang de hoofdtypes:
3
, • Additions: verontreiniging door toevoeging van iets of emissie (verontreinigingsfactoren of
polluenten), zodanig dat schade wordt aangebracht → milieuhygiënische problemen en
normen
o Verontreiniging: met zodanige omvang of snelheid iets toevoegen zodat omgeving
schade loopt. Dat leidt ons tot het vroegere milieubeleid, wat we milieuhygiënebeleid
noemen. Zoals wij hygiëne hebben in de sfeer van volksgezondheid, zo ontstaat ook
hygiëne ten aanzien van het milieu en de natuur → hygiënische maatregelen: niet te
veel uitstoten in de lucht, water beperken tot x…
• Withdrawals: uitputting door verwijdering van iets (onttrekking) met een zodanige snelheid of
omvang, dat deze vorm van exploitatie zichzelf in gevaar brengt
• Modification: aantasting, zowel omkeerbare als niet-omkeerbare, een kwaliteitsvermindering,
anders dan door verontreiniging of aantasting, door verandering van iets
o Combinatie van vorige twee: structuur/reliëf zodanig veranderen waardoor er vanalles
misloopt. Je tast de kwaliteit aan en vermindert de kwaliteit op zich door de structuur
te veranderen.
o Bv. deze indeling reeds in: Sectorale plan bodem (VLM, 1994), die gebruikt die
technologie al. Eigenlijk gebruiken we die terminologie ook, het is jargon die dicht
aansluit bij ons taalgebruik.
Aanvullend bij de 3 hoofdtypes:
• Milieurisico’s: met kleine kans optredend maar grote gevolgen; in DABM 1995 als “potentiële
schade” zodat preventief kan worden opgetreden
o Toevoeging, onttrekking… maar niet onmiddellijk met schade nu, maar een risico op
schade. En misschien een kleine gebeurtenis, maar die wel drastische gevolgen heeft.
o “Potentiële schade” in de terminologie in DABM 1995 (in dit decreet worden veel
definities vastgelegd voor ons milieubeleid).
• Overschrijding grenzen (Dunlap, 1993)
o Draagkracht/carrying capacity / milieugebruiksruimte → Aangeven dat die aantasting,
onttrekking… bepaalde grenzen overschrijdt. Fysieke omgeving omvat 3 cruciale
functies, die elk een deel van de draagkracht gebruiken/verbruiken en onderling
concurreren. Bv. milieu en natuur gebruiken als afvalbak en het is onze kwaliteitsvolle
leefomgeving, maar je moet erop letten dat je niet over die grenzen gaat. Dat is ook
jargon die vrij vroeg ontstaat.
▪ Supply depot: voorraden van vernieuwbare natuurlijke hulpbronnen;
overvraging leidt tot uitputting en schaarste
▪ Living space: ruimte voor huisvesting, landbouw, vervoer… Overvraging leidt
tot versnippering en vernietiging van ecosystemen.
▪ Waste repository: vermogen om vervuiling te verwerken; overschrijding leidt
tot gezondheidsproblemen en aantasting ecosystemen.
o Drie functies beïnvloeden elkaar: als een deel van de fysieke omgeving als
afvalstortplaats wordt gebruikt, si die ruimte niet meer geschikt om te wonen of
landbouw te bedrijven.
o Doet sterk denken aan terminologie van duurzame ontwikkeling
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper zoe99. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,39. Je zit daarna nergens aan vast.