Onderzoek en behandeling van afasie
Week 2
De link naar participatie, hoe gaat iemand daar communicatief mee om.
- Anamnese.
- Interventieschema
Specifieke fase
Acute fase testmateriaal: welk onderzoeksmateriaal > Screening en Uco.
AAT: uitgebreid diagnostisch materiaal. Verschillende taalmodaliteiten:
- Schrijven en lezen
Screeling: 30 – 35 minuten.
Akense afasie test: duurt 2 x zo lang. Belangrijk om te weten: casuïstie , welk behandelmateriaal is
van belang: testmateriaal, waarom zou ik dit erbij pakken bij welke groep en wat moet ik ermee
doen.
Screeling en Uco
Patiënten acute fase: vanaf dat het gebeurt. Iets doen in de acute fase: eerste week taalbegrip slecht,
je weet waar je aan toe bent, wat niet goed gaat. Omgeving verpleegkundige adviseren: dit is er aan
de hand > Doel van de acute fase.
Revalidatie: na 2 maanden tot 6 maanden. AAT en tokentest. Diagnosticeren wat je uitkomsten zijn
van een bepaalde test. Grammaticale stoornis.
Doortesten hoe groot het probleem eigenlijk is.
Dagelijks leven test, hoe begrijpt iemand een situatie. Wat is iemands reactie of wat ziet u hier.
Bellen met een receptionist, communicatieve vaardigheden in het dagelijks leven.
SAN – stichting afasie NL.
- Begrip woorden en zinnen
- Makkelijke test
- Vloeiendheid en betekenis zin
- Mensen moeten zinnen maken
SAT: semantische associatie test
- Visueel
- Benoemen
- Verbaal
,Plaatjes en zeggen wat er op staat, opschrijven scoreformulier. SAT-verbaal: woorden niet hardop
zeggen.
SAT-visueel: doelwoord koppelen aan een semantisch verwant plaatje.
- Semantische verwantschap
- Niet correcte uiting: inzicht hoe mensen denken
- Afatische en niet-afatische patiënten in de rechter hemisfeer
- Verworven neurogene spraakstoornissen
Patiënten die de betekenis niet meer goed kunnen volgen en de intonatie Alzheim.
3 onderdelen:
- Geschreven woorden
- Afbeeldingen
- Benoemtest
Weten ze wat het plaatje is en kunnen ze het benoemen.
Visueel makkelijker te begrijpen dan geschreven woord
Visualiseren: hele chronische fase geschreven woord niet meer begrijpen. Pictogrammen, foto's
maken van middelen die ze gebruiken, foto van de kamer……kan je als laatste
SAT: vlot afnemen, delen afnemen. Tenzij alleen maar informatie van wat hij ziet
- Afname van het benoemen.
- Uitleggen hoe je het gaat doen
- Oefenitems: mag je veel meer uitleggen dan de uiteindelijke test
- Zelfverbetering: schrijf je allemaal op
Dysartrie: onduidelijk spreken
SAT-verbaal:
- Het is stil in een oefensessie
- Ook wel eens stil alleen bladzijden omslaan
- Met stiltes omgaan.
SAT-visueel:
- Een van de plaatjes past er het beste bij, die mag u aanwijzen.
- Meer uitleggen antwoord geven en doorpraten
Screeling: de wat gelige plaatjes. Scoreformulier: de patiënten moeten kijken of de zin grammaticaal
correct is.(oefenitem, ja hij is goed want….) goed gescoord bij een oefenitem? Leg dan uit waarom
dat goed is. Heb je al boodschappen gedaan? > snappen ze dat wel. Hoe kan je dit makkelijk en
simpel uitleggen.
, Zin: hij fietst aanwijzen welk plaatje. Wijs het goede plaatje aan (oefenitem). Want daar staat een
meneer naast zijn fiets hij zit op zijn fietst. Ook de andere plaatjes uitleggen. Dan weet je zeker dat ze
het begrepen hebben. Hebben ze het begrepen of niet?
Doelgroep: matige tot lichte afasie. Acute fase
Afnameduur: 30 – 45 minuten.
Afnamebeschrijving: afname aan het bed en kan al in de eerste week na het ontstaan van het
hersenletsel worden afgenomen in een logopedische praktijk, revalidatiecentra, ziekenhuizen,
verpleeghuizen. Test op 3 linguïstische niveaus: semantiek, syntaxis en fonologisch.
Materiaalbeschrijving: 72 testitems, handleiding, scoreformulieren, testmateriaal.
Scoringsbeschrijving: Voor de interpretatie worden cut off-scores gehanteerd. Deze geven aan of
zich in de linguïstische niveaus stoornissen voordoen. De classificatie valt daarbij uiteen in:
zeer ernstig
ernstig
matig
licht
Juist/onjuist/geen reactie, niet-juist 0, en waar is de afwijking bij de fonologie.
Subschaal fonologie. Fonologische aspecten: woord monopolie > verkeerde klanken klemtoon op de
verkeerde klanken. Valide: het meet wat hij meten moet. En betrouwbaar. Fonologie niet 1 en 0
score, kun je ook halve punten voor geven.
Week 3
Semantische Associatie Test iemand weet qua betekenis niet meer wat het ook al weer is.
Als iemand een afasie heeft, net uit de acute fase, en is terecht gekomen in de sub-acute fase (tussen
de chronische en acute fase in) tot 6 maanden na 3 weken tot 6 maanden. Hij komt in een revalidatie
centrum. Wat voor test pak je als eerste: CAT/AAT. Waarom? Is er überhaupt afasie, je doet de token
test, daarna de uitgebreide taaltest (CAT en AAT), want hij bevat alle taalmodaliteiten.
Screeling: acute fase.
Wanneer is de acute fase: nabij en om de 3 weken. De patiënt redelijk stabiel: hetzelfde als gister
je kan dan tot die tijd de Screeling doen en daarna uitgebreid de CAT/AAT. Patiënt stabiel: valt na de
acute fase. In het ziekenhuis terecht: eerste 3 weken acute fase. Ter hoogste 6 weken. Daarna
stabiele situatie waarin we willen weten wat er met de patiënt aan de hand is. Uitval blijft hebben?
Begripsstoornis of woordvindingsproblemen blijft hebben? Of hersteld? In die situatie
terechtgekomen, de andere testen afnemen.
Boston Naming test > afbeeldingen. Woordvinding testen we, als iemand woordvindingsproblemen
heeft. Deze test doe je pas als iemand redelijk goed scoort op de AAT of CAT, daar zit ook een
benoemtaak in. Ik heb woordvindingproblemen: jij test ze op d eCAT en AAT, en ze doen het goed. jij