Geschiedenis samenvatting hoofdstuk 1 t/m 14
Alle kenmerkende aspecten:
Hoofdstuk 1- Jagers en Boeren(tijd van jagers en boeren)
1. De levenswijze van jagers-verzamelaars
2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Hoofdstuk 2- De klassieke Oudheid(tijd van Grieken en Romeinen)
4. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
5. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
6. De groei van het Romeins imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest Europa
8. De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten
Hoofdstuk 3- De Vroege Middeleeuwen(monniken en ridders) 500-1000
9. De verspreiding van het christendom in geheel Europa
10. Het ontstaan en het verspreiden van de Islam
11. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarische-urbane samenleving door een zelfvoorzienende
agrarische cultuur, georganiseerd via het hofstelsel en horigheid
12. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Hoofdstuk 4- De Late Middeleeuwen(steden en staten)1000-1500
13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving
14. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
15. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat
hoorde te hebben
16. De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten
17. Het begin van staatsvorming en centralisatie
Hoofdstuk 5- Veranderend Mens- En Wereldbeeld(ontdekkers en hervormers)-1500-1600
18. Het begin van de Europese expansie
19. Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke
belangstelling
20. De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
21. De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
Hoofdstuk 6- Een nieuwe republiek in Europa(ontdekkers en hervormers):
22. Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat
23. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse
Republiek
24. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
Hoofdstuk 7- Koningen, Heren En Denkers(regenten en vorsten)-1600-1700
25. Het streven van vorsten naar absolute macht
26. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse staat
26. De wetenschappelijke revolutie
Hoofdstuk 8- Verlichting en Revoluties(pruiken en revoluties):
27. rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek,
economische en sociale verhoudingen
,28. Voortbestaan van het ancien regime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse, verlichte wijze vorm te
geven(verlicht absolutisme)
29. Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-
Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het absolutisme
30. de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en
staatsburgerschap
Hoofdstuk 9- De economische sprong van Europa(tijd van burgers en stoommachines)
31. De industriële revolutie die in het westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving
33. de moderne opkomst van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
36. de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en
feminisme
Hoofdstuk 10- Politieke strijd en emancipatie(tijd van burgers en stoommachines)
32. discussies over de ‘sociale kwestie’
34. de opkomst van emancipatiebewegingen
35. voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
35. de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en
feminisme
Hoofdstuk 11- Leven in een massasamenleving(tijd van wereldoorlogen)
37. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
38. Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme
39. De crisis van het wereldkapitalisme
40. Het voeren van twee wereldoorlogen
43. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de
burgerbevolking bij oorlogvoering
Hoofdstuk 12- De tweede wereldoorlog(tijd van wereldoorlogen)
37. De rol van moderne programma- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.
38. Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme.
40. Het voeren van wereldoorlogen.
41. Racisme en discriminatie die leiden tot genocide, in het bijzonder op de Joden.
42. De Duitse bezetting van Nederland.
43.Verwoesting op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de
burgerbevolking bij oorlogvoering.
44. Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.
Hoofdstuk 13- Europa en de wereld 1945-1989(tijd van televisie en computer)
45. De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit
voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
46. De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld
47. De eenwording van Europa
, 48. De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren 60 van de 20e eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-
culturele veranderingsproces
Hoofstuk 14- Europa en de wereld na 1989(tijd van televisie en computer)
45. De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit
voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
47. De eenwording van Europa
49. De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen
Hoofdstuk 1
Tussen 9000 en 6000 V.C. ontstonden in het midden- oosten Landbouwsamenlevingen
Er waren toen Jagers- en Verzamelaars ze leefden in kleine groepen en gingen rondtrekken, zo
vonden ze ook nieuwe gebieden
Er werden schilderingen op de muren gemaakt door de homo-sapiens, deze mensen leefden in de
prehistorie, er was toen nog geen schrift dus veel ideeën konden nog niet verspreidt worden
Rond 12000 v.c. ontstonden de eerste boeren, na de ijstijd was veel grond vruchtbaar, mensen
gingen toen, omdat het koud was, zelf eten produceren
Mensen werden door landbouw sedentair, op 1 vaste plek leven, er ontstond toen een agrarische
revolutie
Gevolgen van de agrarische revolutie: snelle bevolkingsgroei, veeteelt door sedentair leven, nieuwe
technieken uitgevonden
Er ontstonden steden in het Midden-Oosten door de mensen die samen gingen wonen
Er ontstonden stedelijke gemeenschappen, er ontstonden nieuwe beroepen en er kwamen veel
uitvindingen
Er waren kooplieden die naar andere gebieden gingen om dingen te ruilen, ze verdienden veel geld
en in de steden ontstonden sociale verhoudingen
Rond 33 v.c. ontstond in Soemerië het eerste schrift, dit ging gepaard met het bestuur van de steden
Aboe Simbel is de eerste staat ter wereld en ontstond in 3100 v.c., het had een afgebakend centraal
bestuur en de farao besliste alles, hij had heel veel ambtenaren en het schrift was een hele
belangrijke uitvinding bij het regeren van een staat
Als de overheid alleen geweld mag gebruiken in een staat heet dat geweldmonopolie
De Egyptische godsdienst was polytheïstisch, dus dat ze in meerdere goden geloofden, ze geloofden
ook in leven na de dood
Maät was ook belangrijk in Egypte, het staat voor de welvaart van het land, een belangrijk aspect is
dat de Nijl ieder jaar overstroomt en vruchtbare grond levert
Hoofdstuk 2
In steden en staten in het Midden-Oosten ontstonden volksvergaderingen, dit noemen we nu ook
wel democratie