Mersch, R. (2012). Oogklepdenken. Waarom we allemaal idioten zijn.
Inleiding
Aristoteles definieerde de mens als een dier met ratio.
- Cognitieve shortcuts: ons brein zit vol met binnenwegen en shortcuts om zo snel mogelijk
een oordeel te kunnen vellen.
- De verhouding tussen: a) alledaagse cognitie; b) reclame/PR/propaganda; en c) wetenschap
…
- Optische illusies: zie afbeelding boek, blz. 16. (pijlen)
- Cognitieve illusies:
- Wetenschap als methode en als ‘goed doordacht gezond verstand’ (blz. 17): wetenschap
is in essentie vrij eenvoudig, het is gewoon goed doordacht gezond verstand. Je moet er wel
moeite voor doen en niet blindelings op je idioot vertrouwen. Je moet een redenering
opbouwen en soms heb je er zelf, statistiek en waarschijnlijkheidsrekening voor nodig.
1. Nonsens geen bezwaar
- Postmodernisme: moeilijke wetenschappelijke termen gebruiken, maar hierdoor niet kunnen
herleiden wie artikel heeft geschreven (medestudent/hoogleraar). (blz. 20).
- Halo-effect: (cognitieve illusie): persoon 1 (slim, vriendelijk, arrogant en koppig of persoon 2
(koppig, arrogant, vriendelijk en slim). Je kiest voor persoon 1, volgorde van invloed. Het heet
halo-effect, omdat het positieve van de ene eigenschap als een halo, als een stralenkrans,
naar alle andere eigenschappen uitstraalt.
- Vage terminologie: het misbruik maken van wetenschappelijke termen om een aura van
intelligentie te verspreiden (vaak door postmodernisten).
- Cargo cult science: ‘nonsens met een wetenschappelijk overgoten sausje’, bijv. legerbasis
namaken van hout, of de Power Balance armbandjes. Er is maar een verschil met echte
wetenschap: het betekent niets. Het is vorm zonder inhoud.
- Misbruik van ‘wetenschap’ in de media: ‘je wordt wat je denkt’ etc. ‘formule voor hoeveel
tijd dat je kan relaxen’.
- Poppers falsificationisme: weerlegbaarheid als criterium van wetenschappelijkheid. ‘wat is
het verschil tussen kennis en nonsens?’. Poppers antwoord: weerlegbaarheid. Hypothese
formuleren en kijken of voorspelling uitkomt.
- De empirische cyclus:
- De experimentele methode: toetsen door experimenten.
- Onweerlegbare hypothesen: sommige hypotheses lijken wel op wetenschap, maar hebben
eigenlijk niets met kennis te maken. Ze zijn niet weerlegbaar. Ze zijn altijd waar, wat er ook
gebeurd. Volgens Popper moet een hypothese weerlegbaar zijn.
- Creationisme, Intelligent Design: het idee dat god, toen hij even niets beters te doen had,
de aarde en alle wezens die ze bevolken geschapen heeft. Intelligent Design: nieuwe naam
creationisme: geen geloof maar een alternatieve wetenschappelijke theorie, evenwaardig aan
de evolutietheorie. Oftewel weerlegbaar.
- Ad-hoc hypothesen: immunisering van een hypothese tegen weerlegging. Er is een
hypothese en leidt er voorspellingen uit af. Maar je hebt pecht: de werkelijkheid wil niet
meewerken en je voorspellingen komen niet uit. Geen zin om theorie te verwerpen. Geen
probleem, excuus verzinnen. Een ad-hoc-hypothese om je favoriete hypothese alsnog te
redden.
- Vaagheid: ‘een enorme schietschijf’, horoscoopverhaal.
- Meten is weten: in wetenschap wordt alles gereduceerd tot getalletjes. Noodzakelijk! (blz. 52)
- Machinaties van de farma-industrie: