ALGEMEEN LICHAMELIJK ONDERZOEK VCP
ALGEMENE INDRUK, VITALE FUNCTIES EN CVD
ALGEMENE INDRUK
ABCDE-systeem voor patiënten in spoedzorg
A = airway = ademweg en stabilisatie van cervicale wervelkolom
B = breathing = gaswisseling in de longen en voldoende zuurstoftoevoer
C = circulation = bloeddruk, pols
D = disability = bewustzijn
E = environment = top-tot-teen onderzoek, gericht op vinden van oorzaak van probleem
Bewustzijn is op te delen in:
- Activering = de mate van aandacht voor omgeving
- Inhoud = waarnemingen, gedachten, gevoelens en intenties waarvan men zich bewust is →
cortex zorgt hiervoor
Bewustzijnsvernauwing = beperking van datgene waarvan de patiënt nog besef heeft. De patiënt is
volledig gefocust op een bepaalde ervaring en sluit zich af voor andere prikkels (vb. vrouwen tijdens
de bevalling, epileptische schemertoestanden, trance-ervaringen, acute psychosen).
Algemene indruk:
1. Eerste indruk
2. Ziek/niet ziek ogend (denk aan trage oogopslag, rode ogen, bleke gelaatskleur)
3. Bewustzijnstoestand en oriëntatie: compos mentis (alert en adequaat) of
bewustzijnsvermindering
- EMV/Glasgow-coma scale = eyes, motor, verbal = meer nauwkeurige methode, de:
eyes, motor, verbale
- AVPU = alert/adequaat, verbaal, pijn, unresponsive = snelle methode
Deze scores hoef je niet uit te hoofd te kennen
4. Uiterlijk conform kalenderleeftijd
, 5. Pijn (denk aan ander looppatroon, lichaamshouding, gezichtsuitdrukking) → vb. via 10-
cijferige schaal, de Numeric Rating Scale (NRS).
6. Lichaamsgeur
- Broomhidrose = onaangename zweetgeur.
- Apocriene zweetklieren → steriel en reukloos zweet → binnen 1 uur door
bacteriën omgezet → apocriene zweetgeur
- Eccrien zweet → overvloedige productie → maceratie (verweking van huid
en bacteriële inwerking op hoornlaag) → zweetgeur (denk aan
zweetvoetenlucht en huidplooien)
- Rooklucht
- Foetor ex ore = slechte adem
- Ketonlucht (aceton) = komen vrij bij verbranding van vetzuren (DM,
afvallen, vasten). Vb. ketoacidose (te weinig insuline → geen suiker meer de
cel in → cel schakelt over op vetverbranding → ketonen komen vrij)
- Alcohol
- Uremische foetor (visgeur) = ontstaat door verminderde mogelijkheid om
afvalstoffen uit bloed te verwijderen. Vb. bij nierinsufficiëntie.
- Foetor hepaticus (lijklucht/natte grond in bos): bij ernstige leverfalen
- Fecale geur: bij darmobstructie, aangeboren stofwisselingsziekten (PKU),
chronsiche ulcera
7. Verzorging (geeft ziektestadium aan, psychiatrisch, alcoholisme/drugs gebruik)
8. Contact en affect
- Affect = de zichtbare emoties, te zien aan gelaatsuitdrukking. Ezelsbruggetje: hoe
ben je vandaag /het weer van vandaag . Vb. in een slechte bui, het regent wat
- Stemming = het basisgevoel van de patiënt. Ezelsbruggetje: hoe ben je als
persoon? Vb. altijd vrolijk, zonnig
Denk daarnaast aan het kort psychiatrisch onderzoek: uiterlijk, contact, oogcontact,
bewustzijn,
aandacht, oriëntatie, geheugen, ziektebesef, intellect, gedachten en waarneming, spraak,
gedrag
9. Lichaamsbouw: lengte, gewicht, voedingstoestand (BMI), genetische en verworven
afwijkingen in de lichaamsbouw
- Lengte
, - Voedingstoestand
- BMI = gewicht gedeeld door lengte (in meters) in kwadraat (<18,5 =
ondervoeding, 25-30 overgewicht, > 30 ernstig overgewicht).
- Vetverdeling
- Androgyne = appelvormig, vaak bij mannen → meer visceraal vet.
RR: hypertensie, endotheelschade, ischemische HVZ. Buikomvang
is maat voor visceraal vet.
- Feminiene = peervormig, vaak bij vrouwen
Onbedoeld gewichtsverlies = 5% in een maand, 10% in 6 maanden.
- Genetische afwijkingen
- Syndroom van Marfan: mannen met grote lichaamslengte, lange en dunne
ledematen en vingers (arachnodactylie), hypermobiliteit gewrichten,
worden zelden ouder dan 40 jaar i.v.m. vaatproblemen. CAVE: vatbaar voor
aortadissectie en pneumothorax
- Syndroom van Turner (XO): kleine vrouwen, korte armen en benen, brede
borstkas, dikke nek (webbed neck), laaggeplaatste oren. CAVE: verhoogde
kans op scoliose.
- Syndroom van Klinefelter (XXY): lang, disproportioneel lange armen en
benen, lage testosteronproductie: minder haargroei en spiermassa, kleine
penis en testis, borstgroei, weinig baardgroei, smalle schouders. Combinatie
van vrouwelijke en mannelijke kenmerken
- Verworven afwijkingen
- Scoliose = zijwaartse verkromming wervelkolom met torsie in thorax
- Ziekte van Cushing = hypofysetumor → hoge cortisolspiegel. Kenmerken:
vollemaansgezicht, romp-obesitas, striae, atrofie van huid, bisonnek,
spierzwakte, hypertensie
- Vitamine D gebrek → skelet veranderingen
10. Huid:
- Bleekheid (conjunctiva beoordelen voor evt. anemie)
- Cyanose (perifeer: lippen, handen en voeten, centraal: tong, wangslijmvlies en
lippen)
- Icterus (huid en sclerae)
, - Dermatologische afwijkingen (kleur, bloedingen (petechiën (1-2 mm), purpura
(3<mm), ecchymosen (1-2cm), hematomen), littekens, striae, krabeffecten
- Beharingspatroon (haaruitval (alopecia, diffuse haaruitval door ziekte of
medicijngebruik, laterale wenkbrauwuitval (mogelijk teken van systemische ziekte)
of toegenomen haar (hypertrichose = volgens normaal patroon, hirsutisme =
volgens mannelijk patroon bij vrouwen)
- Oedeem: (pitting = indrukbaar, non-pitting = stug, geen kuiltje)
- Periorbitaal myxoedeem: hypothyreoïdie of hyperthyreoïdie
- Pretibiaal: hartfalen, veneuze insufficientie, lever- en nierziektes
- Sacraal: bedligging, hartfalen
- Bilateraal benen i.c.m. verhoogde CVD: hartproblemen
- Unilateraal been: DVT, erysipelas
- Arm: metastasen van borstkanker
- Turgor. Traag? → tekenen dehydratie
- Huidvochtigheid: met handrug op voorhoofd of romp voelen
11. Nagels: kleur en afwijkingen
- Trommelstokvingers/horlogeglasnagels: chronische hypoxemie (longkanker,
COPD), CF, hyperthyreoïdie, colitis ulcerosa, Crohn
- Lepeltjesnagels/koilonychia: ijzergebreksanemie of syndroom van Raynaud
- Gele-nagel syndroom = verdikte gele nagels en onycholyse (= loslaten distale
nagelplaat van nagelbed): bij lymfoedeem benen, bronchiëctasieën, pleurale effusie,
psoriasis
- Transversale witte banden in nagels: bij nierfunctiestoornissen, hypoalbuminemie,
chemotherapie
- Putjesnagels: psoriasis
VITALE FUNCTIES
Vitale functies
1. Ademhaling: O2, CO2 en pH spelen hierbij een belangrijke rol. Normaal pCO2 prikkel voor
ademhaling, bij chronische hypercapnie en hypoxie dan de partiële O2-spanning (geen O2
toedienen! → ademstilstand)
- Frequentie
- Regelmaat