Samenvatting V&VM 2
Doelen leertaak 1
1. Legt uit wat een (regionale) zorgkaart inhoudt, welke rol deze speelt voor aanbieders en
ontvangers van zorg
Een (regionale) zorgkaart in Nederland zorgt voor een veilig platform voor patiënten en
zorgverleners. De zorgkaart toetst waarderingen van patiënten en zorgverleners aan de gedragscode
van een instelling/zorgverlener en helpt zorgverleners de waarderingen in te zetten voor betere zorg.
2. Kan de volgende indelingen in de gezondheidszorg onderscheiden en uitleggen:
Cure en Care
Cure is genezing/behandeling en care is zorg. Dit moet dan de scheiding weergeven tussen
het medische ‘cure’- en het verpleegkundig ‘care’-domein.
Eerste- en tweedelijns zorg
Bij eerstelijnszorg kan je direct zonder verwijzing terecht. Bij tweedelijnszorg is er een
doorverwijzing nodig. Bij klachten wend je je dus als eerste tot de eerstelijnszorg. Indien
nodig kan je een doorverwijzing krijgen naar een specialist. De huisarts speelt een belangrijke
rol in dit systeem. Deze bepaalt of en welke extra zorg je nodig hebt.
Zorgmarkt
De markt van vraag naar en aanbod van zorg.
Intra- extra en semi-muraal
Semimurale zorg is een tussenvorm van zorg en valt tussen extra- en intramurale zorg in. Het
houdt in dat patiënten niet volledig zelfstandig kunnen wonen, zoals bij extramurale zorg het
geval is, maar ook niet hoeven te worden opgenomen in een zorginstelling. Dit laatste is
intramurale zorg. Bij semimurale zorg blijft de patiënt grotendeels zelfstandig wonen.
Doelgroepen of specialisaties binnen de zorg
Als algemene zorgverlener ka je je specialiseren in een bepaald vakgebied, afdeling of
specifieke patiëntencategorie.
Een doelgroep is waar je je als zorgverlener op kan richten.
Ketenzorg
Bij ketenzorg bundelen al die zorgverleners hun krachten met één doel: de kwaliteit van
leven van patiënten verbeteren. Zorgverleners kijken over de muren van hun praktijk of
instelling heen en stemmen de zorg af op de behoeften van de patiënt. Ze werken samen in
de organisatie en uitvoering van de zorg en brengen hierin samenhang, zij vormen een keten.
Transmurale zorg
Transmurale zorg wordt ook wel ketenzorg genoemd. Dit is een dynamische vorm van zorg,
waarbij zorg wordt aangeboden door meerdere zorgverleners.
Klinische paden
Klinische paden worden steeds vaker „zorgpaden” genoemd vanwege het bredere
transmurale karakter en de internationale afspraken over de term „care pathway”. Ze zijn
één van de methoden om patiëntgerichte zorgprocessen transparant te maken, te
standaardiseren, te optimaliseren waar nodig en continu op te volgen.
Diseasemanagement
Disease management is de term voor het geheel van onderling samenhangende preventie,
behandeling en zorg rond een patiënt met een specifiek ziektebeeld.
, Schaarste verdeling
De verdeling van de schaarse middelen in de gezondheidszorg is een vraagstuk waarbij de
politiek op een gegeven moment knopen moet doorhakken, maar organisaties van
hulpverleners en patiënten kunnen zich niet aan de verantwoordelijkheid voor keuzen
onttrekken.
3. Legt uit wat een sociaal wijkteam is, wie hierin participeren inclusief hun rollen en taken kunnen
omschrijven
Sociale (wijk)teams worden op verschillende manieren ingericht om mensen met zorgvraag te
helpen. Zo kunnen er teams zijn voor specifieke doelgroepen zoals ouderen, jeugd of
multiprobleemgezinnen of voor alleen enkelvoudige zorgvragen. De organisatie en inrichting van
sociale (wijk)teams verschilt per gemeente. In sommige gemeenten zijn de teams direct toegankelijk
voor inwoners. In andere gemeenten is een doorverwijzing vanuit een centraal toegangspunt nodig.
Sommige teams richten zich alleen op bepaalde doelgroepen. Anderen zijn juist bedoeld voor alle
inwoners (0-100 jaar).
4. Legt uit wat een sociale kaart inhoudt en hoe deze van nut is voor het verpleegkundig handelen
en organiseren van zorg
In een Sociale Kaart vinden burgers en hulpverleners informatie over organisaties en hun aanbod van
diensten, producten en activiteit.
Zo werk je met elkaar samen aan het ontwikkelen en verbeteren van de zorg en deel je met elkaar
kennis, ervaring en middelen.
5. Omschrijft welke doelgroepen én soorten zorg/voorzieningen onder de WLZ vallen en hoe de
indicatiestelling hiervoor geregeld is
De Wet langdurige zorg (WLZ) regelt zware, intensieve, toezichthoudende, soms 24uurs zorg voor
doelgroepen als kwetsbare ouderen, mensen met een handicap en mensen met een psychische
aandoening.
Soorten zorg/voorzieningen: Verblijf in een zorginstelling, persoonlijke verzorging/verpleging,
medische zorg, dagbesteding, vervoer, hulpmiddelen. De aard van de zorg bepaald of het gaat om
verpleging of begeleiding, niet het beroep.
Indicatiestelling: het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) beoordeelt of iemand in aanmerking komt
voor zorg vanuit de WLZ.
6. Omschrijft welke doelgroepen en soorten zorg/voorzieningen onder de Zorgverzekeringswet
vallen en hoe de indicatiestelling hiervoor geregeld is
De Zorgverzekeringswet (Zvw) is voor iedereen die in NL woont of werkt verplicht. De zorg is
vastgelegd in het basispakket, dat voor iedereen gelijk is. De overheid besluit elk jaar wat al dan niet
wordt opgenomen in het basispakket. De basisverzekering dekt standaardzorg van huisarts,
ziekenhuis, specialisten, medicijnen e.d. en ook verzorging en verpleging thuis sinds 2015. Daarboven
komen aanvullende verzekeringen.
Een zorgverzekeraar mag mensen niet weigeren voor de zorgverzekering. De Nederlandse
Zorgautoriteit (NZa) ziet erop toe dat verzekeraars, ziekenhuizen en andere instanties eerlijke
informatie geven over hun prijzen.
Als iemand wijkverpleging nodig heeft, kan deze zelf contact opnamen met een zorgaanbieder.
, 7. Omschrijft wat en voor welke doelgroepen en soorten zorg/voorzieningen de WMO regelt en
hoe hiervoor de indicatiestelling geregeld is
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van WMO (Wet Maatschappelijke
Ondersteuning). Uiteindelijk is het doel om te zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen
blijven wonen.
De WMO is verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen die niet op eigen kracht
zelfredzaam zijn op het gebied van begeleiding, tijdelijke opvang, dagbesteding, ondersteuning van
de mantelzorger, plaats in een beschermende woonomgeving voor mensen met psychiatrische
stoornis.
De indicatiestelling: vraag of probleem kan neergelegd worden bij Sociale wijkteams of het WMO
loket. Er volgt een onderzoek naar de persoonlijke situatie en om het netwerk in kaart te brengen.
Hieruit volgt een aanbod uit algemene voorziening: ontmoetingsruimten, buurthuis,
maaltijdverzorging, dak- en thuislozenopvang, maatjesproject. Of maatwerkvoorziening: HHH,
vervoersvoorziening, beschermende woonplek, dagbesteding, hulpmiddelen voor in huis,
ondersteuning van de mantelzorger(s).
Dit kan door ZIN of PGB.
8. Legt het verschil uit tussen PGB en Zorg in Natura
Zorg in Natura (ZIN):
- De zorg en betaling wordt geregeld door zorgkantoor en zorgaanbieders (WLZ), gemeente
(WMO, Jeugdwet), aanbieders en verzorging, verpleging en behandeling (Zvw).
- De zorgaanbieder stelt in samenwerking met de zorgvrager een zorgplan op
- Zorgaanbieder is verantwoordelijk voor leveren van kwaliteit
- Financiering gaat vaak buiten zicht van de zorgvragers om
Persoonsgebonden Budget (PGB):
- De zorgvrager koopt zelf zorg in binnen kaders van toegekend budget
- Is zelf verantwoordelijk voor inzetten gekwalificeerd personeel
- Beheert eigen budget: bepaald wie wat hoeveel betaald krijgt
- Eigen regie ligt bij zorgvrager t.a.v. het inzetten van zorg(-verleners); wie wanneer wat
- Zorgvrager stelt samen met zorgverlener zorgplan op in een Zorgovereenkomst en
zorgbeschrijving.
Leerdoelen leertaak 2
1. Beschrijft de actuele visie op zelfmanagement in de zorg
Patiënten kunnen veel zelf doen voor hun eigen optimale gezondheid en kwaliteit van leven. Als
verpleegkundige kun je de patiënt hiertoe aanzetten en het uitrusten, ook om de stijgende kosten te
compenseren. Gezondheid is niet alleen afwezigheid van ziekte, maar ook dat mensen het vermogen
hebben zich aan te passen en zelfregie te houden over hun welbevinden.
2. Omschrijft het begrip zelfmanagement en legt uit wat dit betekent voor het verpleegkundig
handelen in relatie tot zorgvrager en diens omgeving
Zelfmanagement sluit aan op het concept van gezondheid als het vermogen om je aan te passen en
je eigen regie te voeren in het licht van de sociale, mentale en fysieke uitdagingen van het leven.