Communicatie, organisaties, crisis
Hoorcollege 1: Introductie 26-04-2022
Globale thema: De rol van communicatie in organisaties: coördineren van werkzaamheden,
binden, crises voorkomen
Centrale vragen:
● Hoe ‘werkt’ organisationele communicatie precies?
● Hoe is organisationele communicatie te onderzoeken?
● Hoe is organisationele communicatie te verbeteren?
Focus op de context van communicatie
● Structuur van de organisatie
● Cultuur van de organisatie
● Management van de organisatie
● Doelen van de organisatie (bijvoorbeeld: reputatiebescherming bij een crisis; crises
voorkomen)
● Etc.
Interne communicatie
● Horizontaal (overleg en coördinatie, wij gaan straks bij elkaar zitten om over de
cursus te overleggen)
● Verticaal
○ Top-down (management informatie; bevelen, regels, dingen die vanuit de top
van de organisatie naar de medewerkers komen)
○ Bottom-up (feedback en rapportage; bijvoorbeeld cursusevaluaties)
Interne communicatie is nodig om:
● Het werk uit te voeren
● Beleid te ontwikkelen, plannen te maken, zorgen dat je een beleid kan blijven
uitvoeren
● Kennis en ervaring in de organisatie uit te wisselen (leren)
● Mensen te binden, motiveren
Functie van communicatie
● Smeermiddel in organisaties → zorgt dat samenwerking soepel verloopt
● Verbindt organisaties met hun omgeving
Twee problemen voor communicatieadviseurs
● Metamythe over interne communicatie → communicatie is nooit goed genoeg,
mensen zullen altijd het idee hebben dat het beter of anders moet, dat ze meer
informatie nodig hebben, dat ze meer betrokken moeten zijn
● Communicatie als hygiënefactor → goede communicatie valt niet op, slechte wel
,Interne communicatie
● Hangt samen met structuur
● Hangt samen met cultuur
Interne communicatie is zowel een gevolg van de structuur en de cultuur als een
determinant van de structuur en de cultuur.
Crisiscommunicatie
Twee vragen:
● Hoe kun je met communicatie organisatiecrises voorkomen? (bijvoorbeeld:
slachtoffers in operatiekamers)
● Welke rol speelt communicatie bij het beperken van reputatieschade door een crisis?
Reclame Volkswagen na dieselcrisis
Kritiek op → is veel te luchtig en laat de ernst
van de situatie niet zien. Voor het publiek lijkt
het alsof het probleem weggelachen wordt.
Reclame Dove
Whitewashing
Historische ontwikkeling
● Industrialisatie (1870-1918)
● Rationalisatie (1918-1945)
● Economische opleving en groei (1945-1975)
● Stagnatie (1975-1990)
● Digitalisering (na 1990)
,Historische ontwikkeling
● Aanbod- naar vraageconomie
● Emancipatie werknemer
● Democratisering
● Economische groei → toegenomen welvaart
● Connectiviteit / medialiteit
● Globalisering
Conclusie: organisaties worden complexer, communicatie ook
Wat verandert er in organisaties?
● Werkprocessen worden complexer: instructies nodig, afstemming nodig, mensen zijn
meer afhankelijk van elkaar, daarom moet er meer gecommuniceerd worden
● Grotere onderlinge afhankelijkheid: overleg nodig (ook tussen organisaties)
● Schaalvergroting: media nodig
● Multi- en interculturaliteit, grotere mobiliteit: vergroot complexiteit van communicatie
● Individuen worden belangrijker: werk niet alleen primaire levensbehoefte. Motivatie
van werknemers!
Industrialisatie(1870-1918)
● Schaalvergroting
● Ingewikkelder productieprocessen
● Direct toezicht noodzakelijk
● Medewerkers als ‘lijfeigenen’
● Communicatie: (mondelinge) instructie en rapportages
Henri Fayol: denken over management → hoe moet je een organisatie runnen, wat is daar
voor nodig?
● Planning
● Organisatie
● Leidinggevenden / toezicht
● Coördinatie
● Controle
Rationalisatie (1918-1945)
● Heilige doel: efficiëntie (Hawthorne)
● Verticale arbeidsverdeling (hogere en lagere functies)
● Horizontale arbeidsverdeling (‘lopende band’)
● Prestaties tellen (Taylor’s Scientific Management)
● Weber’s bureaucratische ideaal
● Communicatie: veel instructies, rapportages, direct toezicht
ECONOMISCHE OPLEVING EN GROEI (1945-1975)
● Mens komt centraal te staan (Human Relations)
● Veel aandacht voor arbeidsverhouding en motivatie van werknemers (Maslow,
McGregor)
● Streven naar grote betrokkenheid gehele organisatie (cultuur, structuur)
● Communicatie: overleg, bottom-up communicatie (mondeling...)
, STAGNATIE (1975-1990)
● Mens wordt nog belangrijker
● ‘Human resource’ management (Likert)
● Werknemer als belangrijkste productiefactor;
● personeelsbeleid onderdeel van strategische management
● Decentrale verantwoordelijkheden
● Flexibeler organisaties
● Communicatie: meer en vooral meer bottom-up en horizontaal
DIGITALISERING (VANAF 1990)
● Ontwikkeling internet en intranet
● Direct toegang tot mensen en informatie (in- en extern)
● Toename van de snelheid van communicatie
● Toename van beschikbaarheid van media
● Schrift in combinatie met beeld en geluid wordt belangrijker
Gevolgen voor communicatieafdelingen
Twee aspecten van organisaties
● Expliciete organisatie
○ Organisatie zoals ‘bedacht’
○ ‘Formele’ organisatie
○ Begin- en eindtijd van een werkcollege
● Impliciete organisatie
○ Organisatie zoals ‘ie ‘werkt’
○ ‘Informele’ organisatie
○ Mail aan de rector (hoe het daadwerkelijk tot uiting komt)
○ Begin- en eindtijd van een werkcollege hoeft niet exact te kloppen uiteindelijk
Moderatie en mediatie
Mediatie → medium
Moderatie → iets veranderen, iets anders maken, interactie-effect
- Effect van A of B verandert van invloed van een derde variabele (de moderator)
Twee regressielijnen: verband woede
en reputatie verschilt afhankelijk van
de vraag of je wel of geen excuus
aanbiedt. Als je geen excuus aanbiedt,
is er een sterker verband tussen
woede en reputatie. Als de lijn
horizontaal of verticaal is, is de
correlatie nul en is er geen verband.
Moderatie: het verband van twee
variabelen verandert door de invloed
van een derde variabele (de tweede
onafhankelijke variabele). De
moderator is in dit geval het wel of niet
excuses aanbieden. Veel