Korte generatietijd
Kosten
Aantallen (statistiek) genoeg
Genetica
Mutagenese
Minder complex
Ethiek en wetgeving
Conservering
o Overeenkomsten bij evolutie
o Bevestigen:
In celkweek
In verbrate modelsystemen
In de mens
Bij eencellig organismen mis je de invloeden van omliggende weefsels die invloed kunnen hebben.
Inverbraten als modelorganismen:
Fruitvlieg: Drosophila melanogaster
o Korte levenscyclus (10 dagen)
o Makkelijk te groeien
o Genetica is goed te onderzoeken, omdat er al veel bekend is
o Multicellulair organisme
o Geconserveerde moleculaire processen
Rondworm: Caenorhabditis elegans
o Ontwikkeling (2-4 dagen)
Embryologische ontwikkeling: 12 uur
Larvale ontwikkeling
o Ontwikkeling vindt plaats door een zeer reproduceerbaar celdelingspatroon handig voor
onderzoek naar de celcyclus
o Doorzichtig
Soort onderzoek met invertebraten:
Ontwikkelingsbiologie
Cellulaire processen
, Moleculaire processen
Gedrag
‘Learning en memory’
Voorbeelden van bijdragen van invertebraten onderzoek:
1. Mutant fenotype
2. Identificeren van gemuteerde genen
3. Ontrafelen van het mechanisme
4. Conservering van moleculaire mechanisme
Genen ontdekt:
Homeobox genen: identiteit van segmenten
Notch in Drosophila vleugel elke haar op het uiteinde van die vleugel heeft een zenuwcel. Notch
signalering zorgt voor de keuze voor 2 gevolgen.
Ras/MAPkinase signalering ontrafeld bj bestuderen van Drosophila oog ontwikkeling. Ook bij de C.
elegans leidde inactief Ras tot geen vulva en overactief meerdere vulva’s.
Invertebraten onderzoek:
Begrip van biologische processen
Oorzaak van ziekte
Stamcel onderzoek
Organoids: miniorganen in weefselkweek
,Vanuit de oer eencelligen ontstonden de Bacteria en Archaea. Vanuit de Archaea ontstonden de
eukaryoten.
Verschillen tussen prokaryoten en eukaryoten:
Kenmerk Prokaryoten: bacteriën en archaea Eukaryoten
Kern niet wel
Organellen niet wel
..
Ontstaan eukaryote cel: endosymbiose theorie van Lynn Margulis opnemen van prokaryoten (bv.
aerobe bacterie) in een andere prokaryoot door middel van fagocytose. Deze gaan dan samenwerken. Het
membraan stulpte naar binnen, waardoor de kern werd gevormd. Vanuit de kern werd onder andere het
ER gevormd. Een deel van de genen uit de mitochondriën werden overgebracht naar de kern.
Dubbel membraan
Eigen cirkelvormig DNA
Membranen hebben enzymen die gelijk zijn aan enzymen in prokaryoten nu
Delen op dezelfde manier als bacteriën
Pantoffeldiertjes nu nemen ook andere prokaryoten op
Evolutie
1. Eencellig naar meercellig
Natuurlijke selectie op groepjesvormende eencelligen algen (= kolonievorming, nog geen
taakverdeling), omdat de pantoffeldiertje ze dan niet kan opnemen leefden uiteindelijk allen
nog in groepjes.
Deel van de cellen worden voortplantingscellen en allen die cellen zullen delen later meteen
gedifferentieerd (geslachtscellen en somatische cellen).
2. Vorming van kiembladen: ectoderm (buiten) en endoderm (binnen) dipoblast. Endoderm gaat
naar binnen door blastopore en vormt maag/darmstelsel
3. Drie kiembladen
a. Endoderm epitheelweefsels: verteringstelsel, lever, longen en blaas
b. Mesoderm bot, spieren, kraakbeen, vet, beenmerg, lymfe- en bloedvaten, hart,
bloedcellen, nieren, ureter
c. Ectoderm epitheelweefsels: zenuwstelsel, huid en verbonden structuren
Volgorde van productie
Deuterostomen anus eerst
Protostoma: hoofd/mond eerst en dan anus
Sponzen
Meest eenvoudige meercelligen
Enkele soorten cellen
o Epiderm buitenkant
o Poriecellen
o Collar cellen bekleden de binnenkant
Taakverdeling
Uit 1 cel kan een nieuw spons worden gekweekt
, Van zygote naar blastula en van blastula naar 3 kiemlagen
Stadia
Zygote 1 cel na bevruchting
Morula 16-64 cellen klievingen
Blastula: 128 cellen heeft een blastocoel
Gastrulatie + ontstaan kiemlagen
Morfogenese + vormen body plan
Organogenis + ontstaan organen
Klievingsdelingen
Afhankelijk van:
de hoeveelheid dooiermateriaal bemoeilijkt delingen. Het dooiermateriaal zorgt voor de
voedingsstoffen
Factoren die in de mitose de spoel beïnvloeden
Polen
Vegetatief veel dooiermateriaal grote cellen (macromeren)
Animale weinig kleine cellen (micromeren)
Verschillen bij verschillende dieren
Nematoden/zoogdier weinig yolk isolecithaal ei ongeveer aequale klieving
Amfibie verschild per kant mesolecithaal ei inaequale klieving
Vogel veel (1 plekje niet) telolecithaal ei discoidale klieving
Holoblastic (complete kleiving)
Isolecithal
Mesolecithal
Meroblastic (incomplete klieving)
Telolecithal
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper amberrrrr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.