Samenvatting voor de module 'Deskundigheidsbevordering en kwaliteitszorg' voor de studie MBO Gespecialiseerd pedagogisch medewerker van de LOI (Leidse Onderwijsinstellingen).
Hoofdstuk 1: Het werkveld kinderopvang
Hoofdstuk 2: Kwaliteit in de kinderopvang
Hoofdstuk 3: Protocollen en wetten
H...
Met deze samenvatting heb ik in oktober 2024 een examen kunnen maken. Bijna alle vragen van het examen heb ik in deze samenvatting kunnen vinden.
Door: elroyvanakkeren • 4 maanden geleden
Goede duidelijke samenvatting. Kan je gemakkelijk een voldoende mee halen.
Het werkveld van de kinderopvang bestaat uit verschillende soorten van opvang. Hier de
verschillende soorten opvang beschreven waaruit ouders kunnen kiezen:
Peuteropvang: Werd voorheen altijd peuter(speel)zaal genoemd. De peuteropvang moet
aan dezelfde eisen voldoen als de kinderdagverblijven, bijvoorbeeld op gebieden van
leidster-kindratio, de veiligheidseisen en de financiering van ouders. Deze peutergroepen
zijn vooral gericht op de ontwikkeling van peuters. Veel aandacht voor kinderen met taal-
of ontwikkelingsachterstand. Hiervoor zijn speciale voorschoolse programma’s (VVE)
ontwikkeld.
Kinder(dag)opvang: Een kinderdagopvang/ kinderdagverblijf vangt kinderen van 0 – 4 jaar
op. Kinderen worden hiernaartoe gebracht onder andere omdat ouders naar werk/school
moeten, achterstand in de ontwikkeling van het kind of als ouders het prettig vinden als
kinderen met leeftijdsgenoten in contact komen. Binnen de kinderopvang zijn er
horizontale en verticale groepen. Een belangrijk aspect van de kinderopvang is de
begeleiding door de pedagogisch medewerkers. Zij bieden goede zorg en zorgen voor de
ontwikkeling van het kind.
Buitenschoolse opvang: Dit is een opvang voor kinderen die naar de basisschool gaan.
Deze opvang vindt buiten de schooluren plaats.
- Voorschoolse opvang: voordat school begint (ontbijten, activiteiten).
- Tussenschoolse opvang: tussen de ochtend- en middaglessen (lunch,
buitenspelen, spelletjes).
- Naschoolse opvang: na de schooldag (drinken, koekje, activiteiten).
Gastouderopvang: Een gastouder vangt kinderen vaak in eigen huis op. Huiselijke sfeer is
doorslaggevend voor ouders. Gastouder is meestal ook wat flexibeler qua openingstijden.
Eisen voor gastouder: erkend diploma, geldig EHBO-certificaat en een VOG. Een
gastouder moet ook aangesloten zijn bij een kinderopvangorganisatie.
Brede school: Een samenkomst van verschillende organisaties. De basisschool en de
kinderopvang vormen de basis van deze samenwerking. Verder verschillende
organisaties en verenigingen: bv. bibliotheek of voetbalvereniging. Het doel van de brede
school is om leerlingen van 0 t/m 13 jaar te begeleiden in hun ontwikkeling en om die
begeleiding op elkaar af te stemmen.
Integraal Kind Centrum (IKC): Gaat een stapje verder dan de brede school. Bij een brede
school zijn de partijen op zichzelf staande organisaties. Bij een IKC is er sprake van een
fusie. Onder aansturing van één directeur wordt een pedagogische visie ontwikkeld voor
het hele centrum. Opvang en onderwijs lopen in elkaar over en een orthopedagoog of
logopedist zijn ook onderdeel van de organisatie. De ontwikkeling van kinderen tussen de
0 en 13 jaar staat voorop.
Schippersinternaat: Het schippersinternaat is voor kinderen van ouders die een
binnenvaartschip hebben. De kinderen slapen hier en gaan naar een reguliere school in
de buurt. Het verschil tussen een internaat en de normale opvang is dat de pedagogisch
medewerkers 24 uur per dag de zorg voor kinderen hebben.
Tieneropvang: Een tieneropvang is een vervolg op de buitenschoolse opvang en is
speciaal voor jongeren van 10 t/m 17 jaar. Tieners kunnen hier na schooltijd terecht als
ouders aan het werk zijn. Zo hangen ze niet op straat en zijn ze bijvoorbeeld niet
eenzaam thuis. Er is ruimte voor ontspanning en huiswerk.
,Er zijn verschillende functies binnen de kinderopvang. Hieronder de verschillende
functies:
Groepshulp/huishoudelijke hulp: Helpen de pedagogische medewerkers tijdens de
dagelijkse werkzaamheden. Heeft geen specifieke opleiding nodig en ondersteunt vooral
de pedagogisch medewerkers, zodat zij hun handen vrijhouden voor de ontwikkeling van
het kind.
Pedagogisch medewerker (niveau 3): Voert alle taken binnen de opvang uit. De
belangrijkste taak is het begeleiden van kinderen. De zorg en het stimuleren van de
ontwikkeling staat ook centraal. De pedagogisch medewerker legt ook contact met de
ouders om te bespreken hoe het met het kind gaat.
Gespecialiseerd pedagogisch medewerker (niveau 4): Dezelfde taken op de groep maar
ook leidinggevende taken, namelijk:
- Het onderhouden van contacten en het voeren van een kindbespreking met
externe instanties, zoals het consultatiebureau, een orthopedagoog en een
voormekaar team.
- Het actueel houden van het veiligheids- en gezondheidsbeleid.
- Het maken en actueel houden van de kindplanning.
- Een aanspreekpunt zijn voor stagiaires of beroepskrachten in opleiding.
Pedagogisch coach: De pedagogisch coach is de bewaker dat het pedagogisch beleid op
de groep goed wordt uitgevoerd. Daarnaast heeft ze een controlefunctie op het gebied
van kwaliteit.
Pedagogisch beleidsmedewerker: De pedagogisch beleidsmedewerker is verantwoordelijk
voor het ontwikkelen van het pedagogisch beleid binnen een organisatie voor
kinderopvang. Het pedagogisch beleid is een beschrijving van de wijze waarop binnen de
kinderopvang pedagogisch medewerkers verschillende pedagogische en didactische
handelingen uitvoeren.
Locatiemanager: Eindverantwoordelijke voor de zorg op de opvang. Hij gaat over het
aannemen van nieuwe medewerkers en voert de functioneringsgesprekken uit. Ook
verantwoordelijk voor het bijhouden van de administratie. Onderhoudt ook contacten met
de organisaties waarmee ze samenwerken (scholen, sportclubs, de GGD, het
consultatiebureau of het RIVM).
Rayonmanager: Wanneer het werkgebied van een manager nog groter is, bijvoorbeeld
een regio. De rayonmanager stuurt de locatiemanager aan en bekijkt op afstand of de
kwaliteit van de kinderopvang op het vereiste niveau is.
Voor- en vroegschoolse educatie wordt kortweg vve genoemd. Dit is een programma
dat gericht is op de ontwikkeling van kinderen. Het idee van vve is dat kinderen op jonge
leeftijd begeleid worden door gekwalificeerde mensen, zodat zij hun achterstand op het
gebied van de Nederlandse taal inlopen. De gemeente is verantwoordelijk voor de
toewijzing van vve-plaatsen aan kinderen die een taalachterstand hebben. De uitvorering
van vve is in handen van de kinderopvang en van het basisonderwijs.
In het basisonderwijs wordt in groep 1 en 2 de vroegschoolse educatie uitgevoerd. Door
het gebruik van methoden (Piramide, Kaleidoscoop en Kleuterplein) kan de
taalachterstand inlopen. Basisscholen werken nauw samen met de kinder- en
peuteropvangen. De pedagogisch medewerkers en leerkrachten stemmen activiteiten
met elkaar af en bespreken de ontwikkelingen met elkaar.
Als er problemen zijn op het gebied van de woordenschat is de pedagogisch medewerker
vaak zeer goed om dit zelf op te lossen. Het kan ook voorkomen dat dat niet opgelost kan
worden binnen het kinderdagverblijf zelf, indien er vermoeden van kindermishandeling is
bijvoorbeeld of zorgelijke problemen. In dit geval zijn er instanties die de pedagogisch
medewerkers en de ouders kunnen steunen.
, Gemeente: De gemeente is de eerste plek waar ouders terecht kunnen als ze problemen
ervaren met hun kinderen. Elke gemeente is verantwoordelijk voor alle vormen van
jeugdhulp (lichte opvoedhulp, zwaardere vormen van jeugdhulp, jeugdzorg).
Veilig Thuis: Pedagogisch medewerkers kunnen met het vermoeden van
kindermishandeling, contact opnemen met Veilig Thuis. Dit is een organisatie die zich
richt op het voorkomen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Veilig Thuis
adviseert hoe er met de situatie kan worden omgegaan, licht de Raad voor de
Kinderbescherming in of schakelt de politie in indien nodig.
Centrum voor Jeugd en Gezin: Het Centrum voor Jeugd en Gezin biedt onder andere hulp
bij opvoedingsvraagstukken. Ouders en pedagogisch medewerkers kunnen er terecht met
vragen.
Jeugdzorg: Onder de term jeugdzorg vallen alle instanties die op een bepaalde manier
zorg leveren of zorg organiseren voor kinderen en jongeren. Het kan daarbij gaan om
plaatsen waar kinderen kunnen wonen en gelijk ook de juiste zorg krijgen, maar ook het
organiseren van pleegzorg of ambulante begeleiding.
Orthopedagoog: Een orthopedagoog houdt zich bezig met problematische
opvoedingsvraagstukken. Het kan daarbij gaan om problemen die zich bij het kind
voordoen (bijvoorbeeld stoornissen) of om problemen die zich in de opvoeding voordoen.
BOinK is een landelijke organisatie en staat voor Belangenvereniging voor Ouders in de
Kinderopvang. De organisatie behartigt landelijk de belangen van ouders en
oudercommissies in de kinderopvangbranche, de politiek en de media. Daarnaast
informeren zij ouders en oudercommissies over thema’s als kinderopvangtoeslag,
pedagogische kwaliteit, gezondheid, toezicht door de GGD, klachten e.d. door middel van
nieuwsbrieven, trainingen en spreekuren. BOinK draagt dus bij aan kwalitief goede
kinderopvang door ouders en oudercommissies te voorzien van de juiste informatie en
door cursussen aan te bieden.
Hoofdstuk 2. Kwaliteit in de kinderopvang
Het Nederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek (het NCKO) heeft een
kwaliteitsmonitor opgesteld. Dit is een meetinstrument waarmee de kwaliteit van de
kinderopvang gemeten kan worden door te kijken naar verschillende
kwaliteitskenmerken.
De NCKO-Kwaliteitsmonitor bestaat uit drie delen:
1. De interactievaardigheden van de pedagogische medewerkers (proceskwaliteit).
2. De kwaliteit van de leefomgeving (proceskwaliteit).
3. Structurele kenmerken (structurele kwaliteit).
In dit meetinstrument wordt er onderscheidt gemaakt tussen structurele kwaliteit en
proceskwaliteit.
Structurele kenmerken zijn kenmerken die een kinderopvangorganisatie zelf kan
regelen en bijdragen aan de basis van stabiliteit en voldoende aandacht voor ieder kind.
Binnen de kwaliteitsmonitor worden de volgende vier kenmerken genoemd:
1. Stafstabiliteit
2. Staf-kindratio
3. Groepsgrootte
4. Groepsstabiliteit
Stafstabiliteit: Stafstabiliteit is belangrijk voor het welzijn van de kinderen. Voor een
goede hechting is het belangrijk dat kinderen opgevangen worden door vaste en
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maaikebergsma1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,89. Je zit daarna nergens aan vast.