, GEKKE EEPR
in
* alle
organismen bestaan uit cellen
↳ verschillen en
gel kenissen ts vellen v. verschillende organismes
is begrenzing ( celmembraan ) t
geleiachtige inhoud ( nucleïnezuren ( bepalen
* cel
grofweg een een deze bevat wa
=
een
de vel kan doen ))
bouw v/d cel
-
* vellen met dezelfde vorm + functie liggen b elkaar in een weefsel
↳
elk bestaat uit verschillende weefsels
orgaan
↳ elk
orgaan verbonden aan het orgaanstelsel met een
eigen functie
* de meeste cellen bezitten organellen → moleculen →
atomen
generaliseren met 2 vetzuren een
fosfaatgroep en
°
,
een aminozuur 1 = Vnoline )
↳
z n hydrofiel (
hydrofoob
=
water aantrekken en vet =
: waterafstotend )
* membraaneiwitten
fungeren als receptoren kanalen dragerstot of
herkenning
-
, ,
-
z n gevoelig voor specifieke extracellulaire stoten die zich
aan eiwitten vinden → activiteit wel w zigen
-
soor ten eiwitten
1.
receptoren
kanaaleiwitten ionen andere
opgeloste stoffen het
vetgedeelte vier membraan kunnen ( vb : ionkanalen
2. water , en
langs gaan op
:
en to
3. dragereiwitten :
transporteiwit ; landen zich aan
opgeloste stoffen en voeren ze door het plasmamembraan ( soms energie nodig
dit soms niet stoffen concentratie )
grote laag
→
voor proces ,
,
van naar
hoge
4.
herkenning eiwitten : laten het immuunsysteem weten of de cel
lichaamseigen is of niet en of ze
gezond of ziek is
* transportfunctie v 1h celmembraan
permeabiliteit ( doorlaatbaarheid ) bepaalt welke stoken in
-
uit het
cytoplasma
=
en
↳
imperiaal = niets doorlaten
↳
permeabel = alles doorlaten
↳ selectief permeabel = deels doorlaten
elektrische oplosbaarheid
of een stof door het plasmamembraan gaat wordt bepaald door
omvang lading vorm in ve
-
: en
, ,
en de combo v .
deze factoren
-
soor ten transport
passief ionen energie
°
moleculen worden zonder dat kost
door
plasma getransporteerd het
=
en
↳
diffusie = netto verplaatsing v. molecule wie plaats met een hoge concentratie
( veel botsing) naar een
lage concentratie ( weinig botsing)
moleculen
gel kmatig concentratieverschil
gevolg : worden verdeeld en kunnen
wordt opgeheven
ijij ij ij ij
, ↳
osmose = diffusie v . water door een semipermeabel membraan ; doordat
opgeloste deeltjes ruimte innemen die door watermoleculen opgenomen zouden
kunnen worden
geldt
:
,
hoe hoger de concentratie opgeloste deeltjes , hoe
lager de concentratie
water
>
richting oplossing grootste concentratie
=
watermoleculen proberen de
gevolg :
door membraan te stromen in de via met
aan
opgeloste stoten tot de waterconcentratie aan beide kanten v/h membraan hetzelfde z n
kenmerken osmose :
1 . dittune v . water doorheen een membraan
2. membraan is enkel doorlaatbaar voor water ( kleine moleculen) =
selectief membraan
3. naar kant met hoge concentratie opgeloste deeltjes omdat de concentratie water en lager is
actief kost cel energie ( ATP )
grote stoffen of stoten die vie hoge naar lage concentratie willen gaan
:
•
= de voor een
-
gebeurt met speciale eiwitten ( dragereiwitten 1 ionenpompen :
vervoeren natrium ,
calcium
,
kalium en magnesium actief do
/
het celmembraan heen
voordeel transport is niet afhankel k v/d concentratiegraad → de wel kan dus eender wanneer specifieke stoken
-
:
opnemen of afgeven
2
grote groepen vestiaire transport
-
1.
endogeen
=
moleculen
z n te
groot ,
dat transporteiwitten niet meer helpen
→
dus stoffen binden zich aan receptoren en h . membraan en worden door
het membraan omhuld ; blaasjes worden naar binnentoe ingesnoerd
versmelten met het
exocytose de
blaasjes plasmamembraan geeft z n
=
2 . en
inhoud aan de extracellulaire omgeving af
3 .
fagocytose =
het opeten wie wel ; de vel neemt de stof op door
het in te sluiten in het celmembraan
dieren
eencellige voeding
↳
vb : nemen zo hun op in de dunne darmwand
erfel k materiaal in de kern
E -
* de kern bevat chromatiek ( =
drager erfel k materiaal 1 eigenschappen ) die uit 2 delen
bestaat :
1. DNA =
spiraalvormige touwladder ( dubbelheli )
-
de 2 touwen
z n opgebouwd uit fosfaatgroepen t desoxyrioose die elkaar afwisselen en worden verbonden
basen ) ;
sporten ⇐ organische opeenvolging
" "
door een v. nucleotiden =
polynucleotiden
organische liggen pentameters z n alt d paren die complementair z n
↳
oasen : vast op de x
=
vullen elkaar aan
}
•
A : Adenine
G- Guanine
b elkaar
gehouden zwak elektrostatische
: →
leasen worden door
•
• c. :
genre wagen =
waarna aruggen
•
T :
Thymine
-
nucleotiden = 1 deux igual waarop 1
fosfaatgroep zit en 1 organiek oase bevat
↳ dus een
opeenvolging v. nucleotiden =
polynucleotiden
2. eiwitten
historiek specifiek eiwit die samen met het DNA in de celkern het chromatiek vormt ; bouwstenen voor de dragers
-
=
van DNA ( 8 historiek vormen een eiwitballetje )
ij ij ijij ij
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper camileenaerts. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.