De basisprincipes uitleggen van Darwin’s evolutietheorie (overproductie, competitie, variatie,
overerving en (natuurlijke) selectie).
Overproductie betekent dat er meer
nakomelingen worden gemaakt dan het
milieu kan dragen. Hierdoor vindt er
competitie plaats voor het voedsel tussen
de nakomelingen. Hierdoor overleven de
nakomelingen die zich het best kunnen
aanpassen. Verder is een observatie dat er
variatie is in eigenschappen binnen een
populatie. De nakomelingen die het
overleven geven hun gunstige
eigenschappen door (overerving). De
conclusies hieruit zijn dat de individuen, die
zich het best kunnen aanpassen aan de omgeving meer nakomelingen nalaten. En dat over de tijd
de gunstige eigenschappen accumuleren in de populatie. Dat de meest aangepaste organisme
overleven en nakomelingen maken, heet natuurlijke selectie.
Toelichten dat evolutie het centrale overkoepelende concept is van alle biologische disciplines
(moleculaire biologie, genoombiologie, celbiologie, fysiologie, (populatie)genetica, ecologie,
gedragsbiologie, theoretische biologie, etc.).
Evolutie is het proces van verandering in alle vormen van leven van generatie op generatie wordt
aangegeven. Dit kunnen veranderingen zijn op microniveau tot aan het gedrag van het organisme.
De belangrijkste micro-evolutionaire processen (selectie, genetische drift, migratie (gene flow) en
mutatie) benoemen, uitleggen en toepassen.
Genetische drift: Willekeurige verandering van allelfrequenties van generatie op generatie. Binnen een
populaties kam over vier generaties het recessieve allel heel sterk aanwezig zijn ten opzichte van eerst.
Gene flow: introductie en uitwisseling van allelen tussen populaties door migratie van individuen of gameten.
Als een geïsoleerde soort met een andere soort in aanraking komt, zal de variatie van de genenpoel toenemen.
Mutatie: verandering in de erfelijke eigenschappen van het DNA / RNA. Door een mutatie kan er een
kleurverandering van de vacht van een dier zijn waardoor deze beter in zijn habitat past en dus een
hogere overlevingskans heeft.
Met inzichten uit de populatiegenetica en natuurlijke selectie verklaren hoe nieuwe soorten ontstaan
en vanuit biogeografie en fylogenetica biogeografische geschiedenis kunnen reconstrueren.
Soorten worden gevormd door Isolerende barrières. Er zijn geografische isolerende barrières
(allopatrie), waarbij individuen van een populatie een nieuwe omgeving koloniseren (verspreiding) of
er een geografische barrière ontstaat (vicriantie). Ook zijn er reproductieve barrières waarbij
eigenschappen van organismen voortplanting voorkomen er dus een andere soort ontstaat
(sympatrie), bijvoorbeeld door disruptieve selectie of specialisatie van verschillende voedselbronnen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper yanniekvos. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.