Samenvatting biologie
Human psychiology = het begrijpen van de mechanismen die ons levend maken. (vaak de processen
die horen bij homeostase). Homeostase = het behouden van bijna constante conditie van interne
omgeving. Alle organen en weefsels werken hiervoor samen.
Cellen
Basis van het lichaam is de cel. Een orgaan is een opsomming van verschillende soorten cellen die
worden verbonden door intercellulaire structuren. Elke cel heeft een of enkele functies. Het hele
lichaam bevat ongeveer 100 trilioen cellen. De cellen verschillen van elkaar, maar delen ook een
aantal eigenschappen: zuurstof reageert met koolstofdioxide, vet en proteïnen geven de energie die
de cel nodig heeft, eindproducten worden naar de buitenliggende vloeistoffen afgegeven en bijna
alle cellen hebben de ability om zichzelf te reproduceren.
Extracellulaire vloeistof
Ongeveer 60% van het lichaam is vloeistof, dit is vaak een oplossing van water met voedingsstoffen
en ionen die cellen nodig hebben . Binnen de cel = intracellulair vloeistof. Buiten de cel =
extracellulair vloeistof. Buiten de cel, maar binnen het lichaam = milieu interieur. Cellen hebben de
mogelijkheid om te leven, groeien en acties uit te voeren, zolang het milieu interieur de juiste
concentraties van stoffen bevat.
Extracellulair vloeistof bevat veel: natrium, chloor, ionen (bicarbonaat), zuurstof, glucose, vetzuren,
aminozuren en koolstofdioxide.
Intracellulair vloeistof bevat grote hoeveelheden: potassium, magnesium en fosfaat ionen.
Extracellulair vloeistof transport en mix - bloedtransport
1e fase: transport van vloeistof door het lichaam in bloedvaten. 2e fase: transport van vloeistof door
de capillairen en intercellulaire plekken . Al het bloed transporteert het hele circulatiesysteem in
een minuut in rust, en 6 minuten in activiteit. Tegelijk aan de bloedcirculatie, vind er ook uitwisseling
plaats van bloed en interstitial vloeistof in intercellulaire plekken. Dit vind plaats omdat capillairen
permeabel zijn, behalve voor eiwitten. Door de kinetische kracht van moleculen, door het bouncing
effect, vind de diffusie sws plaats.
Herkomst voedingsstoffen in extracellulair vloeistof
Ademhalingsstelsel -> elke keer dat je adem haalt neem je zuurstof op en scheid je koolstofdioxide
uit. Dit gebeurd op het alveolair membraan.
Verteringsstelsel -> in de wanden van je darmen worden koolhydraten, vetzuren en eiwitzuren
opgenomen in je extracellulair vloeistof van het bloed.
Lever en andere organen die een primaire rol spelen in metabolische functies -> de lever neemt ook
voedingsstoffen op door de chemische samenstelling van stoffen te veranderen zodat ze wel
gebruikt kunnen worden in het lichaam. De lever eleminates sommige afvalstoffen die zijn
ingenomen. Vetcellen, Mucosa van de darmen, nieren en endocriene cellen helpen ook met het
aanpassen van de samenstelling van stoffen, of het opslaan hiervan.
Skeletspier systeem-> mobiliteit om omstandigheden te veranderen en voor voedsel.