Samenvatting Grondslagen van de Klinische Psychologie
COLLEGE 1 – NUT EN NOODZAAK VAN DE THEORIE VOOR BEHANDELING
PSYCHOPATHOLOGIE
Het nut van Theorie
Theorieën zijn nodig om dingen te kunnen verklaren of dingen te kunnen voorspellen. Het
waarheidsgehalte van een theorie moet zo hoog mogelijk zijn. Hoe wordt dit waarheidsgehalte
bepaald?
- Waarneming: inductie = observaties theorie. MAAR onze waarneming is gevoelig voor
biases en is dus niet de realiteit.
Inductieprobleem = je kan nooit alle mogelijk observaties doen om te stellen dat een theorie
juist is.
- Deductie = theorie voorspelling (die je kunt controleren), volgens kritisch rationalist
Popper. Alleen het falsifiëren van een theorie geeft zekerheid over de (on)juistheid van een
theorie. Door deductie zijn alle waarnemingen theorie geladen.
- Paradigma = onderzoeksprogramma, verzameling aan basisprincipes, theorieën en methoden.
Dit bevat een harde kern van onveranderbare basisaannamen en een beschermgordel van
theorieën die aangepast kan worden. Maar deze paradigma’s met basisaannamen kunnen niet
getoetst worden en ook niet met elkaar vergeleken ze zijn incommensurabel (onmeetbaar).
Metafysica = de ontologie van een onderzoeksprogramma. Begrijpen wat de dogma’s in de harde kern
betekenen voor de toepassing van een paradigma in de praktijk.
Determinisme = de aanname dat alles in de wereld bepaald wordt door de blinde werking van causale
mechanismen. De mens is een machine die handelt zonder dat het individu daar zelf invloed op heeft.
Binnen de psychologie wordt er dan gezocht naar oorzakelijke mechanismen = hoe komt het dat een
individu bepaald gedrag vertoond zonder dit zelf te willen? Reductionisme = het idee dat verklaringen
voor fenomenen herleidbaar zijn tot onderliggende niveaus. Reductionisme en determinisme gaan
vaak samen, maar die hoeft niet.
- (Neuro)biologische benadering: determinisme + reductionisme, psychologische fenomenen
worden verklaard door te verwijzen naar fysiologische mechanismen die hieraan ten grondslag
liggen. Evolutie, genen en hersenprocessen. Verstoringen worden ook biologisch verholpen
door psychofarmaca.
- Leer-theoretische benadering: deterministisch, minder reductionistisch, gedrag is
hoofdzakelijk aangeleerd door de interactie van lichaam en omgeving (klassieke en operante
conditionering). De oplossing voor verstoringen ligt in gedragstherapie
- Cognitieve benadering: deterministisch, nog minder reductionistisch, gedrag komt voort uit
leerervaringen, maar ook uit de manier van informatieverzameling en -verwerking.
Psychopathologie wordt behandeld met cognitieve gedragstherapie.
In de praktijk wordt vaak gekozen voor een integratieve therapie, omdat deze verklaringen elkaar
kunnen aanvullen en niet hoeven uit te sluiten.
MAAR: sommigen stellen dat de natuurwetenschappelijke benadering niet toereikend is om de
psychologie te begrijpen. Hermeneutische methode = invoelend begrijpen van wat zich afspeelt in de
belevingswereld van de mens.
, - Psychoanalyse: ook deterministisch, de mens wordt gestuurd door onbewuste oerdriften en
innerlijke conflicten. Maar toegang tot deze onbewuste processen kan alleen door empathie en
inlevingsvermogen (daarom is het hermeneutisch), behandeling is interpretatief van aard.
Behandeling gaat om een totale persoonlijkheidsverandering, niet één specifieke stoornis.
- Humanistisch benadering: nadruk op de subjectiviteit van de belevingswereld van de cliënt.
De mens is een zelfregulerend wezen = voluntarisme. Therapie is gericht op zelfactualisatie
en de toekomst, therapeut is empathisch begeleider.
- Systeembenadering: absoluut niet reductionistisch, maar holistisch en deterministisch. Kijkt
naar het individu in een brede context (systeem). Relevant voor relatie- en
gezinsproblematiek.
Bij technisch eclecticisme worden theorieën naast elkaar ingezet in therapie, maar is er geen volledige
theoretische integratie, omdat de ontologische beginselen van de paradigma’s incommensurabel zijn.
Bij behandeling is integratie van theorieën nuttig en zal empirisch onderzoek altijd de leidraad moeten
zijn voor beslissingen.
Conjectures and refutations: the growth of scientific knowledge
In theorieën worden observaties gedaan. Een nieuwe observatie die de theorie bevestigd is een extra
stukje bewijs voor deze theorie, maar tegelijkertijd wordt de observatie bekeken met de theorie als
referentiekader. Het is makkelijk om bevestiging te vinden als je hiernaar op zoek bent. Op deze
manier kunnen theorieën altijd bevestigd worden en dus niet gefalsifieerd. Dit lijkt in eerste instantie
positief, maar is juist de zwakte van de theorie. Een theorie moet daarom falsifieerbaar zijn. Hoe
meer dingen een theorie ‘verbied’ hoe beter deze is, want dan kan hij gefalsifieerd worden. Als een
theorie niet weerlegbaar is, is dit geen wetenschappelijke theorie. Met elke test zou je de theorie
moeten kunnen weerleggen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper valeriesmit2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.