Een goede, gestructureerde en overzichtelijke samenvatting van 10VoorBiologie H13: Ecologie. Alle paragrafen (13.0 t/m 13.6) worden in deze samenvatting behandelt.
De omgeving (omgevingsfactoren) is van invloed op het leven van organismen & organismen
beïnvloeden hun omgeving.
Omgeving Ecologie = de bestudering
Abiotische factoren Biotische factoren van de wisselwerking
Invloed van levenloze Invloed van andere tussen organismen en hun
omgeving: organismen:
omgeving.
⎯ Licht ⎯ Predatoren
⎯ Temperatuur ⎯ Concurrentie
⎯ Hoeveelheid water ⎯ Hoeveelheid voedsel
⎯ Hoeveelheid zuurstof ⎯ Ziekteverwekkers
Ecoloog bestuurt ecosystemen. Een ecosysteem bestaat uit alle abiotische/biotische factoren in een
bepaald gebied.
De kennis over deze factoren en de beïnvloeding van mensen helpt om waardevolle ecosystemen in
stand te houden. Ecologie houdt zich dus ook bezig met milieuproblemen, zoals ontbossing,
klimaatveranderingen en overbevissing.
Ook speelt ecologie een belangrijke rol bij voldoende voedselproductie. Er moet bij landbouw
namelijk ook veel onderzoek gedaan worden. Ecologisch onderzoek is in staat om verder te kijken en
ook te zorgen dat toekomstige generaties een goed milieu hebben. Daarom rijkt de ecologie gegevens
en modellen aan voor duurzaam gebruik.
13.2 De verspreiding van organismen
Organisatieniveaus:
Groot Biosfeer Deel van de aarde en dampkring dat door organismen kan worden
bewoond. Wereldwijde som van alle ecosystemen.
Ecosystemen Alle organismen die in een bepaald gebied voorkomen.
Levensgemeenschap Verzameling van alle populaties in een bepaald gebied.
Populatie Groep individuen van dezelfde soort die in een bepaald gebied
leven en onderling voortplanten.
Organisme/individu Binnen de ecologie min of meer het kleinste organisatieniveau.
Organenstelsel
Klein Organen
In ieder ecosysteem is er een bepaalde biodiversiteit: het
Hoge biodiversiteit: koraal zee, jungle. wel of niet vóórkomen van verschillende organismen in
Lage biodiversiteit: bergen, woestijn. een bepaald gebied.
Gedrag van de mens kan een negatieve invloed hebben op de biodiversiteit op aarde, door
klimaatverandering en het verstoren van het natuurlijk evenwicht.
Vegetatiegordels = hoeveelheid planten + bomen die er staan in verschillende
klimaatgebieden.
De hoeveelheid en de soort vegetatie (begroeiing) hangt af van het klimaat,
zoals de temperatuur en de hoeveelheid neerslag.
Dit kaartje geeft aan welke soort vegetatie er in hoofdzaak gaat groeien als er
geen menselijke activiteit zou zijn. NL zou dus bedekt zijn met loofbos.
, Als je op een berg naar boven loopt, kom je telkens andere omgeving/begroeiing tegen, je komt dan
ook vegetatiegordels tegen.
Een microklimaat bestaat uit plaatselijke waarden van omgevingsfactoren. Hoewel er overal in NL
een zeeklimaat heerst, kan er plaatselijk een heel ander microklimaat zijn. Het microklimaat bepaalt
voor veel organismen waar ze wel/niet willen leven.
Organismen zijn aangepast aan hun omgeving omdat ze
schommelingen in abiotische factoren moeten kunnen
verdragen: tolerantie.
Elke organisme heeft eigen tolerantiegrenzen m.b.t.
omgevingsfactoren. Bijv. temperatuur. Optimumtemperatuur:
temp waar organisme het best kan functioneren.
Tolerantiegebied: alle waarden van een abiotische factor waarbij een soort kan overleven.
Dieren hebben ook tolerantiegebieden, deze kunnen het minimum/maximum vermijden:
weglopen/vliegen/zwemmen.
Ecologen bestuderen de verspreiding van organismen op het land en in het water: ze willen graag
weten waar/welke hoeveelheden planten/dieren op aarde voorkomen. Dit kan met moderne
meettechnieken en o.a. met satellieten.
De verspreiding van organismen in zeewater wordt bepaald door zout/zoet water.
Brakwatergebieden: zout en zoet water komt samen. Hier wonen vaak organismen met bijzonder
aanpassingen zodat ze in het gemixte milieu kunnen leven.
Zeegebied bij land, niet diep = kustzone. Omgevingsfactoren wisselen met eb en vloed.
Bovenste lagen water dringt zonlicht door, waterplanten produceren zuurstof door fotosynthese.
Daarom veel diverse diersoorten.
Via rivieren zoetwater vervoert naar zee, omgevingsfactoren veranderen dan voortdurend.
Bij veel regenval of toename smeltwater treedt rivier buiten oevers en wordt slib in uiterwaarden
afgezet. Die gebieden blijven drassig: draslanden/wetlands.
Rivier dichter bij zee, invloed zee groter. Eb/vloed zorgt ook voor draslanden. In veel gevallen
gebieden een kraamkamer voor vissen/kreeften/schelpdieren.
13.3 Veranderingen van aantallen binnen populaties
Populatieonderzoek voor inzicht toekomst populatie. 2 dingen onderzoeken:
1. Populatiedichtheid = het aantal individuen per oppervlakte-eenheid op een bepaald tijdstip.
De grootte van een populatie is afhankelijk van dichtheidsafhankelijke factoren.
Toename predatie Kleine populatie dichtheid Afname predatie
Toename concurrentie Afname concurrentie
Toename parasitisme Afname parasitisme
Toename ziekten Grote populatie dichtheid Afname ziekten
Populatiedichtheid onderzoeken: eerst onderzoek naar
gedrag van het dier, daarna tellen.
Vaak populaties te groot om alle organismen te tellen,
daarom aan de hand van steekproeven totale aantallen
geschat. Aantal geteld op bepaald gebied en dit
omrekenen naar totale gebied.
Bij planten vaak ook, dan klein gebied (kwadrant) afgezet en daarin planten geteld.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LeaVWO. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,39. Je zit daarna nergens aan vast.