Beginselen Intellectuele Eigendomsrecht
Kort Begrip van het Intellectuele Eigendomsrecht, sectie VI.1 t/m VI.9
Merkenrecht
Belangenafweging tussen belang van merkhouder om zijn merk te handhaven en belang van
andere marktdeelnemers om hun producten/diensten een teken te geven
BVIE = Benelux-Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom
o Is Benelux-merkenrecht in geregeld
o Is in overeenstemming met de Merkenrichtlijn 2015/2436
Benelux-Gerechtshof (BenGH) = geeft antwoord op vragen over de uitleg van het BVIE
o Is hoogste rechter in weigerings- en oppositiezaken
o Alleen rechter kan vragen voorleggen, partijen zelf niet
Hoogste nationale rechter moet een vraag voorleggen als een partij dit vraagt
o Nationale rechter kan rechtstreeks verwijzen naar het HvJ of het BenGH
Object van bescherming: merk
Merk = een teken om waren en/of diensten van een onderneming te onderscheiden
Waarom bescherming merken = een zo ongestoord mogelijke marktwerking
o Onvervalste concurrentie tegengaan (essentieel onderdeel van interne markt van EU)
Waarom brede bescherming = zodat nieuwe technologie er ook onder kan vallen
Verschil met handelsnaam = een handelsnaam is de naam waaronder de onderneming wordt
gedreven (bijv. Unilever die Andrélon en Calvé heeft/ Nestlé die KitKat en Nespresso)
Soorten merkenrechten:
o Beneluxmerk (BVIE, BBIE) = één merk voor de hele Benelux
o Uniemerk (EU Merkenverordening, EUIPO) = één merk voor in alle EU-landen
o Internationaal merk (Protocol van Madrid, WIPO) = géén eigen merk, maar verzameling van
merkenrechten internationaal
Je moet 1 keer inschrijven voor een internationaal merk en dan kun je merken
aanvragen in andere landen
Functies van een merk
Traditioneel begrip merk = herkomstfunctie
o Merk dient om de herkomst van waren of diensten te onderscheiden
o Waarborging van de identiteit van de oorsprong van product/dienst
Tegenwoordig begrip merk = goodwillfunctie
o Identificatiemiddel = geven een gezicht aan producten in woord, beeld, klank of geur
o Investeringsfunctie (L’Oréal/Bellure) = zodanige reputatie krijgen en houden met het merk
dat het consumenten aantrekt en aan de merkhouder kan binden
o Garantie- of vertrouwensfunctie = vertrouwen wekken bij consument door het merk
o Reclamefunctie en communicatiemiddel = merk werkt ter bevordering van de verkoop of als
handel strategisch instrument en om dingen communiceren
, Beginselen Intellectuele Eigendomsrecht
Kort Begrip van het Intellectuele Eigendomsrecht, sectie VI.1 t/m VI.9
Soorten merken
Individueel merk (art. 2.1-2.33bis) = een teken dat dient om producten/diensten van een
onderneming te onderscheiden
Collectief merk (art. 2.34bis-2.34nonies BVIE):
o Producten/diensten van de leden van de vereniging die merkhouder is, kunnen worden
onderscheiden van de waren of diensten van andere ondernemingen
Certificerings- of garantiemerken (art. 2.35bis-2.35decies BVIE):
o Geven de waren of diensten alleen een bepaalde norm of garantie, maar geen
herkomstaanduidingsfunctie
Wanneer is iets een merk (art. 2.1 BVIE)
1. Voorwerp moet een teken zijn
o (Om te verhinderen dat het merkrecht wordt misbruikt)
o Woorden, tekeningen, letters, cijfers, geluiden, slogans, winkelinrichting, kleurenpatronen,
namen van kranten, tijdschriften of televisieseries
Kleuren (BemGH Camping Gaz): slechts één kleur is niet voldoende moet meestal in
een afbeelding of figuur worden gedeponeerd
Vormen van waren of van verpakking van waren: wokkels, coca cola fles
Klanken/geluiden: door notenbalk, audiobestand
o Géén teken:
Geuren: valt niet voldoende en nauwkeurig vast te stellen in het register
Eigenschappen van de waar = titels van individuele boeken, films of dvd’s
2. Het teken moet onderscheidend vermogen bezitten (Windsurfing Chiemsee)
o Het teken moet kunnen worden geïdentificeerd en kunnen worden onderscheiden
Niet een te eenvoudig of ingewikkeld teken (bijv. enkel profiel van een fietsband)
o Waarbij opletten bij bepalen onderscheidend vermogen:
Alle relevante feiten en omstandigheden, alle gebruiksvormen van het merk
Beoordeling op basis van hoe het relevante publiek ernaar kijkt = redelijk denkend,
gemiddelde consument van die waren of diensten
o Inburgering = een merk krijgt een onderscheidend vermogen door intensief gebruik
Kijken naar alle factoren waaruit kan blijken dat het merkt geschikt is geworden om de
waar te onderscheiden (Chiemsee)
In gehele Benelux moet het merk ingeburgerd zijn bij woorden in één taalgebied
moet dat merk in het gehele taalgebied ingeburgerd zijn
3. Teken moet duidelijk en nauwkeurig te zijn vast te stellen
o Zo bepaal je wat precies de bescherming is van het merk
o Doel = andere concurrenten moeten na kunnen gaan welke tekens al bezet zijn
o Moet objectief waarneembaar zijn, ondubbelzinnige weergave = duurzame weergave
4. Noem 2.2bis BVIE als het niet voldoet aan deze 3 vereisten