100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Taal in de midden- en bovenbouw €3,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Taal in de midden- en bovenbouw

1 beoordeling
 378 keer bekeken  5 keer verkocht

Samenvatting van 34 pagina's voor het vak Taal in de midden- en bovenbouw aan de InHolland

Voorbeeld 3 van de 34  pagina's

  • 10 maart 2013
  • 34
  • 2011/2012
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: danutaanna • 7 jaar geleden

avatar-seller
femmmmmke
Samenvatting Taal in de midden- en bovenbouw

Inhoud:
- Portaal: 1.2.1 t/m 1.2.5, h3, 5,1.1 t/m 5.1.4, 5.2.3, 5.3.1, 5.3.2.1, 5.3.2.3,
5.3.2.4, 5.3.3, 5.3.4, 6.1, 6.2.3, 6.3.1, 6.3.2, 6.3.2.3, 6.3.2.4, 6.3.3, 6.3.4, 6.4,
h7.
- Begrippen domeinen: mondelinge taalvaardigheid, begrijpend
lezen, stellen, jeugdliteratuur, taalbeschouwing, spelling
- Leesbeesten en boekenfeesten: 4.1, 4.2, 4.7, 4.10, 5.3, 5.4
- Aan de slag met kinderboeken: 139 t/m 181



Samenvatting Portaal
Taal en taalonderwijs
1.2.1 Visies op taalonderwijs
Zeven belangrijke visies op taalonderwijs:

 Traditioneel taalonderwijs
- Taal belangrijk drager van onze cultuur
- Taal bestaat uit aantal deelvaardigheden die geïsoleerd aangeleerd kunnen worden
- Leraar heeft als rol: overdrager van leerstof
- Voordeel: het is erg overzichtelijk: verdeeld in deelaspecten die los van elkaar zijn te bekijken
- Nadeel: aandacht voor verschillende domeinen is niet evenwichtig. Bovendien wordt het geleerde door
kinderen zelf waarschijnlijk niet als betekenisvol ervaren.

 Thematisch-cursorisch taalonderwijs
- Uitgangspunt: kinderen leren taal vooral door taal te gebruiken.
- Leerlingen werken vanuit bepaalde thema‟s met taal.
- Cursorische activiteiten: kinderen oefenen vakonderdelen die wel belangrijk worden geacht, maar die niet in
kader van een thema geoefend kunnen worden: technisch lezen, spelling, grammatica. Cursorische activiteiten
die wel binnen thema passen: cursus interviewen: leraar stuurt dan het onderwijsproces.
- Voordeel: leerlingen kunnen activiteiten binnen de thema‟s zelfs als zinvol ervaren.
- Nadelen: thematisch werken kost veel tijd, waardoor moeilijk balans te vinden is tussen thematisch en
cursorisch werken / voor leraar lastig om greep te krijgen op wat kinderen al geleerd hebben.
- Vanaf jaren 70

 Taal bij alle vakken
- Taal is meer dan materie die geleerd moet worden
- Leraar is sterk gericht op interactie in de groep. Probeert hierbij door uitgekiemde instructies en goed
omschreven taaltaken denkproces van leerlingen te ontwikkelen.
- Voordeel: leerlingen gebruiken taal in een betekenisvolle situatie en transferproblemen worden zo voorkomen:
strategieën die aangeleerd moeten worden zijn dan niet een doel op zich, maar een middel dat kan worden
ingezet bij andere vakken.
- Nadeel: systematiek van het taal leren komt onder druk te staan.
- Vanaf jaren 80

 Communicatief taalonderwijs
- Leerlingen leren om goed mondeling en schriftelijk te communiceren. Aandacht gaat meer naar tot stand
komen van communicatie en overbrengen van de bedoeling.
- Leraren creëren reële communicatieve situaties (ook buiten school)
- Voordeel: leerlingen kunnen gemotiveerd raken door gekozen situaties
- Nadeel: deze situaties die steeds door leerkracht worden gekozen kunnen ook gekunsteld worden. / Niet alles
kan in een reële communicatieve situatie worden aangeboden  onderwijs in deelvaardigheden ook nodig. -
Vanaf jaren 80

 Strategisch onderwijs
- Leerlingen moeten strategieën leren beheersen voor het uitvoeren van communicatieve taken.
- Belangrijkste strategieën worden uitgelegd, gedefinieerd en aangeleerd (voorbeeld: via stappenplan)

, - Voordeel: leerlingen krijgen beschikking over een middel om greep te krijgen op de taal.
- Nadeel: leerkracht maakt gemakkelijk gebruik van het stappenplan, wat leerlingen mogelijk snel vervelend
gaan vinden. Strategieën worden doel op zich i.p.v. een middel om de tekst te begrijpen.
- Vanaf midden jaren 80

 Taakgericht taalonderwijs
- Onderwijs vindt plaats vanuit taken die leerlingen zelf inhoudelijk interessant vinden.
- Vertrekpunt is inhoud  zitten „kloven‟ in die d.m.v. taal opgelost kunnen worden. Nadruk ligt ook op
verwerven van schools, academisch taalgebruik.
- Voordeel: leerlingen kunnen gemotiveerd raken door gekozen situaties
- Nadeel: deze situaties die steeds door leerkracht worden gekozen kunnen ook gekunsteld
- Vanaf jaren 90

 Interactief taalonderwijs
- Kinderen leren in een krachtige leeromgeving die authentiek, sociaal en strategisch leren bevordert, die
kinderen aanzet tot zelfstandig leren en rekening houdt met individuele verschillen tussen kinderen.

Tien uitgangspunten:
- taalontwikkeling is emancipatorisch proces
- taalontwikkeling is sociaal proces
- aandacht voor coöperatief leren
- taalontwikkeling is actief proces
- metacognitie is belangrijk
- wederkerend onderwijs
- flexibel onderwijsrepertoire
- adaptieve instructie
- effectieve schoolorganisatie
- afstemming school, buurt, gezin

Er is altijd sprake van een combinatie van elementen uit verschillende visies. Een leerkracht geeft vrijwel nooit
consequent les vanuit één visie. Welke je ook kiest, het is belangrijk dat je weet welke overwegingen er aan je keuze
voor een bepaalde taalactiviteit ten grondslag liggen.

1.2.2 Inhouden van taalonderwijs
Het vak Nederlands:
- vaardigheden (spreken, luisteren, schrijven, lezen)
- woordenschat
- jeugdliteratuur
- taalbeschouwing

Taalvaardigheden: meeste tijd gaat hierin zitten. Schrijven/lezen: culturele vaardigheden (moeten bewust en
systematisch aangeleerd worden) Spreken/luisteren: natuurlijke vaardigheden (kind leer in principe onbewust en
leert vanzelf)

Taalbeschouwing: leren reflecteren op taal en taalgebruik. Om twee redenen belangrijk: kinderen gaan door
reflectie beter spreken, luisteren, schrijven en lezen. / taal is een prachtig verschijnsel en belangrijk cultureel middel
dat beschouwen alleen al de moeite waard is. Onder taalbeschouwing verstaan we ook het reflecteren op functie
van taal:

- communicatieve functie
- conceptualiserende functie
- expressieve functie

Woordenschat: van belang voor taalvaardigheid.

Jeugdliteratuur: kinderen komen in aanraking met verschillende culturen. Door boeken maakt een leerkracht
kinderen wegwijs in de wereld waarin ze leven.

Er zijn voor Nederlandse taal twaalf kerndoelen opgesteld. Scholen zijn verplicht een onderwijsaanbod te realiseren
dat voldoet aan deze kerndoelen. Drie van de twaalf gaan over mondelinge vaardigheden. Zes over schriftelijke
vaardigheden. Twee over beschouwen van taal. Één over ontwikkeling van woordenschat. Om scholen te
ondersteunen bij de keuze van het taalonderwijs, heeft de overheid tussendoelen en leerlijnen laten ontwikkelen.

, Kerndoelen geven aan welk aanbod een school moet realiseren. Zegt niets over niveau van de leerlingen. Daar zijn
de referentieniveaus voor ontwikkeld. Hierin staat omschreven wat de drempelniveaus van leerlingen moeten zijn
voor taal/rekenen bij overgang van het ene schooltype naar het andere. Ongeveer 75% van leerlingen kan eind
van de basisschool het niveau 1F (fundamenteel niveau) halen. In tegenstelling tot de kerndoelen gaat het bij het
referentieniveau dus wel degelijk om wat leerlingen moeten weten en kunnen, en niet alleen om wat leraren
moeten aanbieden.

1.2.3 Didactiek van het taalonderwijs
Twee vragen heel belangrijk bij taalonderwijs:

- Wat zijn de inhouden van taalonderwijs? (zie hierboven)
- Hoe stelt een leraar inhouden van taalonderwijs aan de orde? (taaldidactiek)

Visie op taalonderwijs bepaalt voor groot deel de didactiek. De leraar is regisseur van de activiteiten. Globaal
gezien zijn er twee soorten leersituaties:
- Instructieve leersituaties: via directe instructie moet iets worden geleerd
- Constructieve leersituaties: leraar gaat in op leervragen van leerlingen en laat leerlingen via de ankers (contexten)
taalactiviteiten uitvoeren. Andere vorm is een routine. Dit is een terugkerende, vaststaande en herkenbare
leersituaties die aanzetten tot communicatie en daardoor tot betekenisvolle taalactiviteiten.

De keuze (ene keer instructief, andere keer constructief) van de leraar is afhankelijk van: ·
- zijn visie op taalonderwijs
- de inhoud van de leerstof

1.2.4 Tijd besteed aan taalonderwijs
Richtlijn voor scholen, ongeveer acht uur per week in hun groepen aan taalonderwijs besteden en scholen met
kinderen met taalachterstanden extra aanbod realiseren. School kan ook binnen roostertijd voor taalonderwijs per
leerling of groep variëren, afhankelijk van onderwijsbehoefte van de leerling. Daarvoor is een beeld nodig van
vorderingen van leerlingen.

1.2.5 Evaluatie van het taalonderwijs
Resultaten van onderwijs moeten worden bijgehouden en er zijn verschillende personen, groepen, instellingen bij
betrokken.

Niveau van evaluatie Mogelijke vormen Direct betrokkenen
Macro - Inspectieverslag - Politiek
- PIRLS (internationale vergelijkingen) - Beleidsmakers
- (in mindere mate scholen)
Meso - Leerlingvolgsysteem - (bestuur)
- Cito-toetsen over meerdere jaren - Directie
- Intern begeleider
- Bouw/taalcoördinator
Micro - Methodeonafhankelijke toetsen (Cito) - Groepsleraar
- Portfolio-observaties/observatielijsten
Nano - Individueel nader onderzoek bij - Groepsleraar
probleemleerling - Remedial teacher
- Protocol leesproblemen en dyslexie
- Levert op: individueel handelingsplan



Mondelinge taalvaardigheid
3.1 Achtergrondkennis
Spreken en luisteren behoren tot de meest fundamentele vaardigheden van mensen. Je moet ze leren. Mondelinge
taalvaardigheid is de basis van onze taal en de ontwikkeling ervan gaat ons leven lang door. Bij mondeling
taalvaardigheid maken we onderscheid tussen: luistervaardigheid, spreekvaardigheid en gespreksvaardigheid.

3.1.1 Luistervaardigheid
We spreken van luistervaardigheid wanneer de luisteraar in staat is wat hij hoort te begrijpen, te interpreteren en te
integreren in de eigen kennis of om te zetten in handelingen. Sommige luisteraars halen uit het verhaal van de ander
precies de kern, die soms zelfs niet echt gezegd is. Anderen interpreteren datgene wat gezegd is alleen vanuit
zichzelf en de reactie zegt dan vaak meer over de spreker dan over wat er is gezegd.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper femmmmmke. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99  5x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd