Hoofdstuk 1 en 2 powerpoints les 1
1. Waarom bestaat een accountant?
Beschreven in het boek, Pincoff Rotterdam.
2. De theorieen H1 en H2 – Deze moet je kennen.
a. De agency theorie
i. Monitor (accountant) <--> Prinicipaal (eigenaar) <--> Agent (bestuurder)
ii. De accountants is in opdracht van de eigenaar om te kijken of de agent (bestuurder)
wel handelt in het belang van de eigenaar. Agency costs zijn drie soorten kosten,
kosten om aan te tonen dat de agent handelt in het belang van de principaal. De
tweede is risico’s die de prinicpaal accepteert dat de agent fouten maakt of de
verkeerde beslissingen neemt. De derde zijn de kosten om de agent te controleren
door de accountant. Als het goedkoper is om de risico’s te accepteren dan de fee
van de accountant kiest de principaal dat.
b. De verzekeringstheorie -> Aansprakelijkheid (premie)
i. De principaal betaald aan de monitor de fee voor de werkzaamheden van de
accountants als een soort zekerheid. Als de agent verkeerde informatie verstrekt
aan de principaal en de accountant heeft dit niet gezien kan hij aansprakelijk gesteld
worden.
c. De informatietheorie -> Informatierisico
i. De accountant bestaat vanwege een informatierisico, de principaal loopt het risico
dat de agent de verkeerde informatie verstrekt. De accountants verkleint het
informatierisico.
ii. 4 factoren van informatierisico: De afstand van de gebruiker tot het te beoordelen
project. Het bestaan van tegengestelde belangen. De toenemende omvang van de
te verwerken gegevens. De complexiteit van de transacties
iii. 3 dingen die de gebruiker kan doen om dit te overbruggen: Hij kan zelf informatie
gaan controleren, hij kan het risico beperken door het eisen van een
schadevergoeding bij het verstrekken van onjuiste informatie en hij kan controle
van de informatie eisen door een onafhankelijke deskundige.
d. Vertrouwensleer -> Verwachtingskloof
i. Deze theorie verklaard via de verwachtingskloof, dit is de kloof tussen de
verwachting wat de accountant doet en wat de gebruikers van de informatie
verwacht wat de accountant doet.
ii. Om de verwachtingskloof te dichten wordt van de accountants verwacht dat hij
doet wat hem wordt gevraagd, ook dat de accountants geen verwachting wekt wat
hij of zij niet waar kan maken.
iii. Wat is afgesproken is tussen de accountant en de gebruiker. Wat werkelijk wordt
geleverd is wat er werkelijk door de accountant is gedaan. De kloof ontstaat tussen
wat is afgesproken en geleverd wordt en waar de gebruiker behoefte aan heeft.
3. Waar falen accountants vooral?
- Fraude detecteren, aan de andere kant is de verwachting van het maatschappelijk verkeer (breder
dan de prinicipaal) te groot.
- Discontinuiteit voorspellen
4. Instanties
- Nederlandse Beroepsorganisatie voor Accountants. (NBA)
- IFAC = internationale NBA
- Naardere Veroordening Controle en overige standaarden (NV COS) hoe de accountant moet werken
- ISA’s is internationale NV COS, NV COS en ISA sluit nagenoeg op elkaar af.
- Raad van jaarverslaggeving
- IASB internationaal R V J
- RJ-richtlijnen voor de jaarrekening
, - IFRS-richtlijnen op internationaal niveau
Hoofdstuk 7 en 8 les 2 powerpoints
1. Soorten werkzaamheden accountant
- Jaarrekeningcontrole, een soort assurance opdracht
- Assurance-opdrachten (zekerheid afgeven, dat het betrouwbaar is)
- Aan Assurance verwant (het is aan zekerheid verwant, maar de accountant geeft geen zekerheid),
voorbeeld opstellen van een jaarrekening. Samenstelopdracht, geen zekerheid.
- Alle opdrachten, bijvoorbeeld belastingadvies of overige adviezen., geef je niet per se zekerheid bij.
Belangrijk om goed duidelijk te maken dat je wel of geen zekerheid geeft aan de gebruiker.
Assurance-opdracht (of niet?)
Of je een opdracht mag accepteren als Assurance opdracht moet er 4 criteria zijn. Is een van deze eisen niet
van toepassing, kan je deze niet als assurance opdracht accepteren, dan wordt het een aan assurance
verwante opdracht, en moet je duidelijk maken dat je geen zekerheid geeft.
- Drie partijen, Agent (verantwoording), Principaal (gebruiker), Monitor (accountant). Als de agent
bijvoorbeeld hetzelfde is als de prinicpaal of gebruiker. Dan zijn er geen 3 partijen.
- Object van onderzoek, de jaarrekening is een duidelijk stuk. Een proces controleren kan, maar dan
moet het duidelijk zijn wat voor object van onderzoek het is.
- Criteria, toetsingscriteria. Toetsen aan de norm. De norm heb je dan wel nodig, welke criteria zijn er
om het object van onderzoek aan te toetsen.
- Conclusie, er moet gevraagd worden om een conclusie.
Objecten van onderzoek
- Financiële informatie, jaarrekening is historische informatie. Toekomstige informatie is begroting
bijvoorbeeld, hier kan bij beide assurance gegeven worden.
- Niet-financiële informatie, duurzaamheidsverslaggeving, bijvoorbeeld co2 rapportage, hier kan ook
assurance bij verschaft worden.
- Systemen en processen, het toetsen van bijvoorbeeld een proces van salaris, ook hier kan assurance
geven worden.
- Gedrag, maatregelen om het gedrag van de medewerkers te sturen.
Controle Beoordeling Samenstel
Redelijke mate van zekerheid Beperkte mate van zekerheid Géén zekerheid
Positief geformuleerde conclusie Negatief geformuleerde conclusie Feitelijke bevindingen (GEEN
conclusie)
- Jaarrekeningcontrole = redelijke mate van zekerheid. Je kan niet alles controleren maar het klopt
redelijk. De conclusie is positief geformuleerd, in andere woorden zeg je het is goed.
- Beoordelingsopdracht, beperkte mate van zekerheid, je beoordeelt het in plaats van controle.
Conclusie zeg je negatief, ik heb bijvoorbeeld geen fouten gevonden. Er is WEL ruimte voor fouten.
- Samenstelopdracht, geen zekerheid. Feitelijke bevindingen, geen conclusie.
Attest versus direct-reporting gaat over assurance
- Attest: verantwoordelijke heeft al aan criteria getoetst. Wordt geacht een controle te hebben
verricht. Jouw opdracht om te controleren of de controle die de verantwoordelijke al heeft gedaan.
- Direct-reporting: Accountant vermeldt object van onderzoek en gehanteerde criteria in de verklaring.
Omzet controle, dit is de omzet, getoetst aan dit en dit, de verklaring is het product, niet los.