Hoofdstuk 15: suïcide en suïcidaal gedrag .................................................................................................. 110
15.1 inleiding .................................................................................................................................................. 110
15.2 Wat is suïcide ......................................................................................................................................... 110
15.3 waarom suïcide ...................................................................................................................................... 110
15.4 verklaringsmodellen ............................................................................................................................... 110
15.4.1 cry for help of cry of pain ............................................................................................................... 110
15.4.2 entrapment .................................................................................................................................... 111
15.4.3 het integrated motivational-volitional model ................................................................................ 111
15.4.4 de three steps theorie .................................................................................................................... 112
15.5 het suÏccidale proces .............................................................................................................................. 112
15.6 het werther-effect of copycat-suïcide .................................................................................................... 113
15.7 kun je suicide voorspellen? ..................................................................................................................... 113
15.7.1 een psychiatrische aandoening ...................................................................................................... 113
15.7.2 sociodemografische risicofactoren ................................................................................................ 114
15.8 Word je suïcidaal van antidepressiva ..................................................................................................... 115
15.9 Is suïcide erfelijk? ................................................................................................................................... 115
15.10 Hoe plegen mensen suïcide .................................................................................................................. 115
15.11 Het moeilijkste moment: post-discharge suïcide.................................................................................. 115
Hoofdstuk 16: behandelaspecten ............................................................................................................... 116
16.1 Historische schets ................................................................................................................................... 116
16.2 Het beste van veel werelden .................................................................................................................. 116
16.3 Psychotherapie ....................................................................................................................................... 116
16.3.1 wat is psychotherapie?................................................................................................................... 116
16.3.2 ‘Everybody has won, and all must have prizes’ .............................................................................. 117
16.4 Behandelingen met geneeskunde .......................................................................................................... 118
16.4.1 Monoaminehypothese ................................................................................................................... 118
16.4.2 Klassen psychofarmaca .................................................................................................................. 119
16.5 technische behandeling .......................................................................................................................... 121
16.5.1 Elektroconvulsietherapie................................................................................................................ 121
16.5.2 bijwerkingen ................................................................................................................................... 121
16.5.3 Transcraniële magnetische stimulatie ............................................................................................ 121
16.5.4 Andere neurostimulatietechnieken ............................................................................................... 121
16.5.5 Chronotherapie .............................................................................................................................. 122
16.5.6 Bewegen ......................................................................................................................................... 122
16.5.7 Een virtuele toekomst .................................................................................................................... 122
16.6 richtlijnen ............................................................................................................................................... 122
5
,Hoofdstuk 1: diagnose en classificatie
1.1. Van zot naar ziek
Madness
* term impliceert geen oorzaak
* beschrijft gedrag(sverandering)
o persoonlijkheidsverandering
o iets is anders
o niet meer zichzelf zijn
o ‘bezeten’
o demonologie
* Naarmate meer kennis ® Madness wordt mental illness
Thomas Sydenham
* vader moderne medische nosologie, classificatie-leer
* concept afzonderlijke ziekten met eigen
o symptomen
o verloop
o prognose
* Chorea van Sydenham
Medisch Model
* ziekte-begrip beïnvloed door 2 ontdekkingen...
i. correlatie klinisch syndroom met post-mortem afwijkingen
ii. ontdekking van micro- organismen als ziekte- verwekkers - microbe-theorie (>1850)
* Somatogene Hypothese
o syphilis
§ SOA
§ ulcera - necrose - gebrekkige coördinatie - dementie
§ spirocheet - Treponema pallidum
§ psychiatrische ziekte - biologische oorzaak
1.2. Morele behandeling
Philippe Pinel
* tot het midden van 19e eeuw werden mensen met afwijkend gedrag opgesloten in ‘gekkenhuizen’
* probeerde dit te veranderen (rond einde 18e eeuw
* ‘morele behandeling’
* kwam tot eigen classificatie door te praten met patiënten
* Nosographie philosophique ou la méthode de l'analyse appliquée à la médecine
Jozef Guislain
* Ijvert voor een humane behandeling van geesteszieken
* Bouwde eerste ‘gesticht’
6
,Insane Aslum
* eind 18e - begin 19e eeuw
o oprichting asielen
§ ‘insane asylum’, ‘lunatic asylum’, ‘gekkenhuis’
o ‘insanity’
§ De meeste bleven deze diagnose krijgen
§ nu ‘psychose’ - EPA (ernstige psychiatrische aandoening)
o mensen hebben nood aan orde
* 1844
o ‘statistical classification of institutionalised mental patients’
§ beperkt aantal categorieën: mania, dementia, melancholia, partial insanity, moral
insanity
o voorloper DSM
Emil Kraepelin (1856-1926)
* geloofde in exclusief biologische etiopathogenese
* groepeert ziektebeelden obv gemeenschappelijke patronen van symptomen (syndroom)
* psychiatrische aandoeningen zijn afzonderlijke entiteiten
* eigen oorzaak
* Compendium der Psychiatrie - 1883
Psychopathologie
* begin 20e eeuw
o andere settings
® Psychologische problemen niet alleen in ziekenhuis maar ook in ambulante praktijken
o niet-psychotische aandoeningen, ‘neurosen’, persoonlijkheids- problematiek... ook
geclasificeerd
o oprichting ‘scholen psychopathologie’ (biologisch, sociaal, interpersoonlijk, cognitief...) Millon &
Klerman 86
International Classification of Diseases
* ICD-II ® Revisies door WHO
* Duurde tot 1948 tot deze lijst in haar 6e editie over psychiatrische stoornissen sprak
* International lisr of causes of death
DSM-I
* gebaseerd op etiologische theorieën
o ofwel ‘impairment of brain tissue function’
o ofwel psychogeen (psycho-analyse)
* niet gebaseerd op empirische data
* tot de dag van vandaag geen wetenschappelijkke basis voor een op etiologie gebaseerde
classificatie
* psychiatrische diagnostiek is descriptief
opkomst medicatie
>
nood aan verband tussen diagnose en behandeling
7
,DSM-II
* Psycho-analyse
o Nadruk op context
o Ervaringen jeugd
o Geen empirische data
* Psychobiologie van Adolf Meyer
o Anti-kraepeliniaans
§ Door de psychiatrische aandoening te reduceren naar hersenziekten, worden de sociale en
psychologische factoren verwaarloosd
o Reactie-typen
o Context van belang
o Geen epirische data
Diagnose is subjectief
* Grootschalig onderzoek om USA en UK te vergelijken 1965
o In USA dubbel zoveel diagnose van schizofrenie als UK
o ‘due largely to the diagnostic practices of the psychiatrists’
o nood aan internationale afspraken voor diagnosiek eenduidige diagnostische criteria
* het pad voor een volgende DSM-Generatie was hiermee geëffend
DSM-III
* 1980
* een radicale breuk met de traditionele psychiatrie met de vorige edities
* 1992 ICD-10
* a-theoretisch
o geen etiologische theorie / geen analytisch denken
* observeerbaar
* descriptief
* categoriaal
o concept van onderscheiden ziekte-entiteiten
* multi-axiaal
1.3. Diagnostiek
Meerassige beoordeling ® Multi-axiaal systeem
As I Syndromale stoornissen
As II Persoonlijkheidsstoornissen, zwakzinnigheid
As III Somatische aandoeningen
As IV Psychosociale en omgevingsproblemen
As V Algehele beoordeling van functioneren
Casus Hans
As I Depressie
As II Uitgestelde diagnose narcistische kenmerken
As III Leverontsteking luxerend - behandeling
As IV Werkproblemen - Problemen binnen primaire steungroep relationeel conflict
As V GAF-score 55-60 matige-ernstige symptomen
8
,Diagnose ® Doel
* vaststellen van symptomen
o symptoom = ziekteteken = een teken dat er een ziekte is
o samenhang en verloop
* beschrijven van toestand
o ‘plots (vielen) puzzelstukken in elkaar’
o ‘(de diagnose bleek) de sleutel tot het redden van ons samenzijn’
o 'de diagnose bracht helderheid met in z’n kielzog meteen een praktisch handelsplan…’
* verklaren/begrijpen van toestand
o symptomen en hun samenhang
o lichamelijke en psychische oorzaken
o sterke / kwetsbare kanten van persoonlijkheid
o invloed van gedrag - onderhouden/oplossen van problemen
* instellen van behandeling
Diagnose ® Typen
* Syndroomdiagnose * Structuurdiagnose
o descriptieve diagnose o beschrijvend
o louter beschrijvend o wél info over etiopathogenese
o geen info over etiopathogenese o waardoor en op welke wijze is het syndroom
ontstaan
Syndroomdiagnose
* Kernsymptomen * Facultatieve symptomen
o Hoofd-, basis-, sleutelsymptome, o Bijsymptomen
o Symptomen van de eerste orde o Symptomen van de tweede orde
o Met enige zekerheid gekoppeld aan o Maken beeld volledig
diagnose o Enkel richtinggevend
Kernsymptoom vs bijsymptoom
* anorexia nervosa
o kernsymptoom: overheersende wens mager te zijn
o bijsymptoom: amenorroe
* depressieve stoornis
o kernsymptoom: anhedonie
o bijsymptoom: slaapstoornis
Structuurdiagnose
* beschrijven waardoor en op welke wijze het syndroom ontstaan is (etiopathogenese)
* beïnvloedende factoren
o neuro-biologisch
o psychologisch
* predisponerende factoren
® factoren die iemand kwetsbaar maken
* luxerende factoren
® factoren die de stoornis uitlokken
* onderhoudende factoren
® factoren die de stoornis onderhouden of versterken
9
, Syndroomdiagnose vs structuurdiagnose
* Syndroomdiagnose
o Depressie, melancholische kenmerken
§ anhedonie, vroeg wakker, gewichtsverlies, eetlust, concentratieproblemen,
dagschommelingen….
* Struktuurdiagnose
o Depressie, melancholische kenmerken, bij lichamelijk gezonde man, met narcistische
persoonlijkheidstrekken en een belaste familiale voorgeschiedenis, reactief na ontslag werk
en leverontsteking. Als gevolg hiervan relationele conflicten.
Etiopathogenetisch model
Diagnose ® Probleem-georiënteerd
* opsomming problemen
* oog voor mogelijkheden, hulpbronnen
* klasse van de problemen ≠ klasse van de oplossingen
* diagnose zinvol in medisch model, minder/niet in psychotherapeutisch model
1.4. Classificatie
Wat?
* ordenen van verschijnselen in een systeem van klassen
* in geneeskunde: benoemen van ziektebeeld
o op basis van een gestelde diagnose
o reduceren van uitgebreide diagnostische bevindingen tot een algemene categorie
o met vooraf afgesproken term, adhv vooraf gemaakte afspraken
Doel?
* identificeren van groep patiënten met vergelijkbare (klinische) kenmerken
o om behandeling in te stellen
o om prognose te voorspellen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper emmagrisart. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.