100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting AEFM H3, H13, H14, H15 €5,89   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting AEFM H3, H13, H14, H15

 21 keer bekeken  2 keer verkocht

Deze samenvatting is gemaakt met het boek 'Algemene economie en bedrijfsmanagement', maar deze wordt niet meer verkocht. Alleen hoofdstuk 16 mist in deze samenvatting.

Voorbeeld 3 van de 22  pagina's

  • 25 mei 2023
  • 22
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (7)
avatar-seller
jardyklok
Algemene economie en financieel management
HOOFDSTUK 3 – MARKTEN EN OVERHEID: CONJUNCTUUR
Kennisclip 1.1 + 1.2
Consumptiebepalende factoren
Consumptiebepalende factoren zitten verstopt in de black box (= autonome deel van de consumptie)
- Rente
- Toekomstverwachtingen
- Nationaal inkomen

Macro-economische vraag
Dat wil zeggen dat de totale vraag naar goederen en diensten in een land, gelijk is aan de producten,
is de economie in evenwicht (EV = Y).




Besparen is noodzakelijk voor investeringen. Door te investeren in kapitaalgoederen, onderwijs en
onderzoek kun je in de toekomst juist sneller groeien.

Heeft geen zin als de lonen sneller stijgen dan de productie. De loonstijging kan niet worden omgezet
in goederen. Gevolg is dat prijzen stijgen. Hoge loon en hoge prijzen zorgen dan nog niet voor extra
koopkracht.

Nationaal spaarsaldo
Saldo rekening van de betalingsbalans

Conjunctuur
Golfbeweging rondom de capaciteit in de economische bedrijvigheid

Conjunctuuruitslag
Verschil tussen de feitelijke economische groei en de trendmatige economische groei

,Invloed belastingverhoging
Door belastingheffing verliest de belastingbetaler een deel van zijn koopkracht, ander krijgt er iets
bij.
Vraag technisch gezien is een dergelijke transactie dus neutraal, maar voor aanbodzijde zijn er
risico’s. Belastingverhoging is ongunstig voor investeringsklimaat (stijgende productiekosten en
afnemende rendementen).
- Vraagzijde (consument): neutraal
- Aanbodzijde: verandering aanbod en prijs.




Nationale bestedingen gelijk aan nationale productie
Bestedingen en besparingen worden altijd gelijkgetrokken met binnenkomende geldstromen.
Nationale productie tegen marktprijzen is gelijk aan de waarde van het eindproduct.
Macroniveau:
- C = consumptiegoederen
- I = investeringen
- O = producten en diensten voor de overheid
- X = buitenland
- M = import

Nationale inkomen kan op drie manieren worden aangewend:
1. Een deel gaat op aan consumptie uitgaven (C)
2. Een deel gaat op aan belastingen (B)
3. Waarna een bedrag aan besparingen resteert (S)

Y + C + I + O (X – M) = C + S + B
(S – I) + (B – O) = X – M

Gedwongen investeringen ontstaan als de voorraden oplopen en de afzet tegenvalt. Omdat de
vergroting van de voorraad ongewenst is, zal dit leiden tot een productieaanpassing.

Verdeling van besparingen
Bruto investeringen worden gefinancierd uit besparingen en afschrijvingen.
Als het land geld uitleent aan het buitenland, betekent dat het zelf een spaaroverschot heeft.
- Nationaal spaaroverschot (uitvoeroverschot) = nationale bestedingen zijn achtergebleven
bij het nationale inkomen.
Spaaroverschot is ongewenst, omdat het betekent dat andere landen een tekort hebben en
ertoe kunnen overgaan de import en daarmee de internationale handel te beperken.
- Nationaal spaartekort (invoeroverschot) = ontstaat door een verschil in groeitempo tussen
verschillende landen.

, Spaargeld oppotten
Dan wordt het verdiende geld niet uitgegeven, maar onttrokken aan de economische kringloop.
Het geld komt dan in speculatiekassen of in voorzorgkassen.
- Speculatiekassen: vraag naar speculatiekassen hangt samen met de verwachtingen omtrent
de rente en het beursklimaat. Het geld is bedoeld om te beleggen, maar gezien het financiële
klimaat blijft het voorlopig in de kas.
- Voorzorgkassen zijn bedoeld voor zekere uitgaven op onzekere tijdstippen (vervangen van
goederen).

Transactiekassen
Vraag naar transactiekassen hangt af van het nationaal inkomen.
Het is geld dat daadwerkelijk dienst doet als betaalmiddel in de economie. Het speelt een actieve rol
in de economische kringloop en wordt actief geld genoemd.

Binnenlandse en buitenlandse productie
- Binnenlandse productie wordt gerealiseerd door Nederlandse en buitenlandse
productiefactoren.
- Nationale productie wordt gerealiseerd door Nederlandse productiefactoren
- Als buitenlandse factoren werkzaam zijn in Nederland wordt er loon, rente of winst betaald aan
het buitenland (“er worden primaire inkomens betaald aan het buitenland”).
- Nederlandse productiefactoren in het buitenland zorgen voor een inkomensstroom naar
Nederland (“er worden primaire inkomens ontvangen van het buitenland”).

Economische groei
Economische groeit wordt bepaald door:
- Groei van de productiecapaciteit
- De ontwikkeling van de vraag
Groei van de productiecapaciteit valt zelden samen met groei van de vraag.
Aanbodzijde van de economie betreft het aantal beschikbare productiefactoren en hun kwaliteit
Tekort aan kapitaalgoederen kan leiden tot structurele werkloosheid. Het niet benutten van
capaciteit leidt tot conjuncturele werkloosheid.

Kapitaal coëfficiënt
De hoeveelheid kapitaal die nodig is voor de productie van één eenheid.

Productiecapaciteit
Het vermogen van een land (of bedrijf) om een bepaalde hoeveelheid goederen en diensten voor te
brengen. De productiecapaciteit is afhankelijk van de hoeveelheid en kwaliteit van de
productiefactoren.

Structurele werkloosheid
Werkloosheid door een gebrek aan kapitaalgoederen of kwalitatieve mismatch op de arbeidsmarkt.
- In de Nederlandse economie kan structurele werkloosheid ook het gevolg zijn van een tekort aan
gevraagde scholing = kwalitatieve structurele werkloosheid.

Conjuncturele werkloosheid
Werkloosheid door een tekortschietende macro-economische vraag
Werkloosheid dat ontstaat door onderbesteding

Arbeidsproductiviteit
Productiviteit per werknemer of per tijdseenheid

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jardyklok. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,89. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 81311 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,89  2x  verkocht
  • (0)
  Kopen