In dit document heb ik alle leerdoelen uitgewerkt die voorgeschreven zijn voor Bestuursprocesrecht in de vierde periode van het tweede leerjaar (K4) op de Juridische Hogeschool. De informatie is afkomstig uit de boeken en de hoor- en werkcolleges.
Leerdoelen Bestuursprocesrecht
Week 1
De student kan:
de functies en kenmerken van de bestuurlijke voorprocedures schetsen;
in een geschil gemotiveerd aangeven welke voorprocedure en
rechtsbeschermingsprocedure van toepassing is;
het verloop van de bezwaarschriftprocedure beschrijven aan de hand van de
relevante bepalingen uit de Awb;
de omvang en de aard van de heroverweging in bezwaar beschrijven;
de functies en kenmerken van het bestuursproces schetsen;
aangeven welke rechter in een geschil in eerste aanleg absoluut en relatief
competent is.
Aan de hand van de vereisten voor een voorlopige voorziening uitleggen in welke
gevallen er een voorlopige voorziening kan worden gevraagd.
in een bestuursrechtelijke casus de relevante feiten en bestuurshandelingen
juridisch kwalificeren en in verband brengen met de relevante wettelijke
bepaling(en).
Vroeger was de rechtsbescherming tegen de overheid verbrokkeld en in iedere wet apart
geregeld. Dit zorgde voor een onoverzichtelijk geheel aan regels met verschillende termijnen,
verschillende procedures e.d. Bovendien waren sommige procedures enkel bij het
beslissende bestuursorgaan te voeren en dus niet onafhankelijk. Dit is uiteindelijk veranderd
door het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens → Benthem/Staat. Hierin
gaf het EHRM aan dat het kroonberoep in strijd was met art. 6 EVRM, omdat de kroon geen
onafhankelijk en onpartijdig tribunaal is.Hierin wilde de wetgever verandering brengen en
uniformiteit scheppen. Uiteindelijk is hieruit de Awb ontstaan.
Nu een nieuw thema → finale geschilbeslechting (art. 8:41a Awb) dat wil zeggen dat
bestuursrechters geschillen zoveel mogelijk zo snel mogelijk meteen oplossen, voorheen
kon een bestuursorgaan gewoon telkens een besluit aanpassen en kon dit besluit weer
aangevochten worden in bezwaar, beroep etc.
Centrale beginselen in het bestuursprocesrecht zijn:
Het verdedigingsbeginsel
Hoor en wederhoor
Omvang van het geding art. 8:69 lid 1 Awb
Aanvullen van rechtsgronden door rechter
Procederen als leek → ius curia novit (de rechter kent het recht) art. 8:69 lid 2 Awb
Nietlijdelijkheid van de bestuursrechter (ambtshalve de feiten aanvullen)
Rechter mag zelf deskundigen inschakelen en getuigen oproepen e.d.
art. 8:69 lid 3 Awb
,Vrijbewijsleer
Bewijs is vrij, de rechter waardeert het bewijs zelf
De rechter verdeelt de bewijslast
De toegang tot de bestuursrechter wordt bepaald in art. 8.1 Awb. Er moet dus sprake zijn
van een belanghebbende en een besluit. Ook moet de belanghebbende procesbelang
hebben, dat wil zeggen dat hij met de procedure ook daadwerkelijk wat moet kunnen
bereiken.
Het uitgangspunt is dat besluiten die appelabel zijn worden behandeld door de
bestuursrechter (art. 8.6 lid 1 Awb). Hierop gelden uitzonderingen die worden genoemd in de
bijlage Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak bij de Awb.
De bevoegde rechtbank kan dus als volgt worden aangewezen:
Stap 1 Kan er beroep worden ingesteld?
Stap 2 Welke rechter is bevoegd? (absolute competentie art. 8.6 lid 1 Awb)
, Stap 3 Welke rechter is bevoegd? (relatieve competentie art. 8.7 lid 1 en lid 2 Awb)
In het bestuursprocesrecht is de schorsende werking niet het uitgangspunt (art. 6.16 Awb)
een besluit treedt dus (tenzij bij wettelijk voorschrift is afgeweken) in werking. Om die reden
kunnen partijen die er belang bij hebben een voorlopige voorziening treffen (art. 8:81 lid 1
Awb). Voor het instellen van een voorlopige voorziening geldt de connexiteitseis. Dat wil
zeggen dat de voorlopige voorziening alleen kan worden verzocht indien er al een
bodemprocedure aanhangig is. Er moet dus bezwaar of beroep tegen het genomen besluit
zijn ingesteld.
De belangrijkste voorziening die kan worden verzocht is schorsing, hiermee krijgt een besluit
alsnog schorsende werking.
Indien een voorzieningenrechter van mening is dat hem voldoende duidelijk is om het geschil
finaal te beslechten kan hij onmiddellijk uitspraak doen in de hoofdzaak op grond van art. 8:86
Awb (kortsluiting). Daarmee is ook meteen de beroepsprocedure bij de bestuursrechter
afgedaan.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper IndyR. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.