In dit document heb ik alle leerdoelen uitgewerkt die voorgeschreven zijn voor Omgevingsrecht milieu in de vierde periode van het tweede leerjaar (K4) op de Juridische Hogeschool. De informatie is afkomstig uit de boeken en de hoor- en werkcolleges.
Leerdoelen Omgevingsrecht: milieu
Week 1
De student kan:
a. De student kan de historische ontwikkelingen schetsen van het omgevingsrecht.
b. De student kan per (deel)gebied inzichtelijk maken welke wet en regelgeving van
toepassing kan zijn op een omgevingsrechtelijke casus.
c. De student kan uitleggen hoe het begrip ‘gelede normstelling’ vorm gekregen heeft in het
omgevingsrecht.
d. De student kan aangeven wat belangrijke begrippen, regels en beginselen van het
omgevingsrecht inhouden en de betekenis hiervan uitleggen.
Het omgevingsrecht is het recht dat betrekking heeft op de ordening en de bescherming van
de fysieke leefomgeving. De fysieke leefomgeving heeft verschillende functies en om deze
functies naast elkaar te laten bestaan moet worden geordend en beschermd. Ordenen doet
de overheid middels het ruimtelijk ordeningsrecht en beschermen door het milieurecht.
De belangrijkste wet is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). In deze wet
worden de algemene bepalingen gegeven, daarnaast kent het omgevingsrecht een aantal
andere wetten die de specifieke zaken voor de deelgebieden regelen (bijv. Wet milieubeheer,
Wet ruimelijke ordening, Waterwet, Natuurbeschermingswet 1998).
Aan het omgevingsrecht liggen beginselen ten grondslag. De belangrijkste beginselen zijn:
Beginsel van voorzorg → Niet wachten met nemen van maatregelen tot de gevolgen
helemaal duidelijk zijn. Ook wanneer er aanwijzingen zijn moeten er maatregelen worden
genomen.
Beginsel van preventief → Maatregelen moeten gericht zijn op het voorkomen van
verontreiniging en niet op het herstellen ervan.
Beginsel van bestrijding bij de bron → Maatregelen moeten worden gericht op de bron
van de verontreiniging en niet op de ontvanger van de verontreiniging.
Beginsel de vervuiler betaalt → Kosten worden verhaald op de vervuiler niet op de gehele
gemeenschap.
Standstillbeginsel → Bestaande milieukwaliteit mag niet verslechteren. Werkelijke kwaliteit
wordt de norm.
ALARAbeginsel → Zodra milieugevolgen niet kunnen worden voorkomen deze zo laag
mogelijk moeten worden gehouden.
, Week 2
De student kan:
a. De student kan in een bestuursrechtelijke casus beoordelen voor welke activiteiten een
omgevingsvergunning op grond van de Wabo aangevraagd dient te worden.
b. De student kan in eigen woorden het begrip ‘gefaseerde vergunningverlening’ uitleggen
aan de hand van een voorbeeld.
c. De student kan aangeven wat belangrijke procedures in het omgevingsrecht inhouden.
Sinds de invoering van de Wabo is er sprake van meer uniformiteit en minder regels in het
omgevingsrecht. Een geïntegreerde vergunning is daarvan het uitgangspunt, dat wil zeggen
een vergunning voor verschillende activiteiten op een plaats, bijvoorbeeld bouwen, afwijken
bestemmingsplan en het kappen van een boom. Vroeger was voor al deze activiteiten een
losse procedure, dus ook rechtsbescherming e.d., vereist.
Activiteiten worden genoemd in art. 2.1 lid 1 Wabo genoemd waarvoor het verboden is ze uit
te voeren zonder vergunning, tenzij zij worden uitgezonderd in het Besluit omgevingsrecht
(Bor). Activiteiten genoemd in art. 2.2 lid 2 Wabo zijn vergunningplichtig indien dat is bepaald
in een decentrale verordening.
In principe bepaald de aanvrager wanneer hij welke aanvraag doet, hij kan er dus alsnog voor
kiezen om vergunningen voor bepaalde activiteiten afzonderlijk aan te vragen tenzij er sprake
is van onlosmakelijke verbondenheid als in art. 2.7 lid 1 Wabo. De uitzondering die weer geldt
op de onlosmakelijke verbondenheid is de aanvraag tot het afwijken van planologische
voorschriften en de aanvraag voor bouwen. Deze zijn onlosmakelijke verbonden maar voor
deze aanvragen kunnen los worden gedaan.
Een tweede optie is de gefaseerde vergunning art. 2.5 lid 1 Wabo. Hierin is de aanvrager ook
vrij bij onlosmakelijke activiteiten. Er worden in dit geval wel twee appellabele besluiten
genomen, maar de besluiten voor de eerste en tweede fase vormen samen de
omgevingsvergunning. Deze regeling is met name handig voor aanvragers met
onlosmakelijke activiteiten. Indien er geen sprake is van onlosmakelijke activiteiten ligt het niet
voor de hand deze regeling toe te passen, omdat hiervoor gewoon twee losse
deelvergunningen kunnen worden aangevraagd.
De aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt ingediend bij het college van de
gemeente waar het project in hoofdzaak zal worden uitgevoerd (art. 2.4 Wabo). Het college
heeft doorzendplicht indien het college niet bevoegd is (art. 2.3 Awb).
De hoofdregel is dat de reguliere procedure geldt tenzij in art. 3.10 Wabo is bepaald dat de
uitgebreide procedure van toepassing is (art. 3.7 Wabo).
, De reguliere procedure ziet er als volgt uit:
Kennisgeving van aanvraag → bekendmaken van de aanvraag in een of meer dag,
nieuws of huisaanhuisbladen (art. 3.8 Wabo).
Zienswijzen en adviezen → aanvrager en belanghebbenden art. 4.7 t/m 4.9 Awb of
advies van een commissie of bestuursorgaan (par. 6.1 Bor).
Bekendmaking en inwerkingtreding omgevingsvergunning → na acht weken na de
datum van de aanvraag (3.9 lid 1 Wabo) moet het bevoegd gezag een besluit nemen,
deze termijn kan eenmaal met ten hoogste zes weken worden verlengd (art. 3.9 lid 2
Wabo). Het besluit treedt in werking na bekendmaking (art. 6.1 lid 1 Wabo), tenzij
sprake is van een van de uitzonderingen in datzelfde artikel.
Bij de reguliere procedure is tevens de lex silencio positivo van toepassing. Dit houdt in dat
indien het bevoegd gezag de termijn overschrijdt er een beschikking van rechtswege tot
stand komt. De vergunning treedt echter nog niet direct in werking, hij moet eerst worden
bekend gemaakt.
De uitgebreide voorbereidingsprocedure ziet er als volgt uit:
Toezending aanvraag → toezending aan bestuursorgaan dat bevoegd is om een
verklaring van geen bedenkingen af te geven (art. 3.11 Wabo).
Terinzagelegging → Ontwerpbesluit wordt ter inzage gelegd (art. 3.11 Awb).
Voorafgaand aan de terinzagelegging wordt het ontwerp besluit bekend gemaakt in
een of meer dag, nieuws of huisaanhuisbladen of op andere geschikte wijze (art.
3.12 Awb). Ook wordt het ontwerpbesluit toegestuurd aan de aanvragen (art. 3.13
Awb) en het orgaan dat bevoegd is een verklaring van geen bedenkingen af te geven
(art. 3.12 lid 4 Wabo)
Zienswijzen → Gedurende de terinzagelegging kan door een ieder (art. 3.12 lid 5
Wabo) zienswijzen worden ingediend.
Besluit; beslistermijn→ De beslistermijn is 26 weken (art. 3.18 Awb), deze termijn kan
eenmaal worden verlengd met 6 weken. Verlengen kan ook op verzoek van het
bestuursorgaan dat de verklaring van geen bedenkeingen moet afgeven.
Bekendmaking en inwerkingtreding van de omgevingsvergunning → Voordat de
omgevingsvergunning in werking treed moet hij worden bekendgemaakt.
Omgevingsvergunningen die zijn voorbereid met de uitgebreide procedure treden in
werking na het verlopen van de beroepstermijn (art. 6.2 lid 1 onder b Wabo).
Week 3
Leerdoelen
a. De student kan in een bestuursrechtelijke casus aangeven of voor een activiteit een
omgevingsvergunning milieu aangevraagd moet worden.
b. De student kan beoordelen of er in een bestuurlijke casus sprake is van een type A, B,
of Cactiviteit uit het Activiteitenbesluit.
c. De student kan in een bestuursrechtelijke casus een gemotiveerd oordeel geven over de
mogelijkheden voor het bestuursorgaan om de omgevingsvergunning te wijzigen.
d. De student kan in een bestuursrechtelijke casus beoordelen welk bestuursorgaan
bevoegd is om een omgevingsvergunning of/en een verklaring van geen bedenkingen te
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper IndyR. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,48. Je zit daarna nergens aan vast.